Formuleren: 4.4 dinsdag 29 mei

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Formuleren: 4.4 

dinsdag 

29 mei

Vandaag:

• Herhalen ze/zij, hun, hen
• 4.4: Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud? Theorie ppt
• samen
• zelfstandig
• Instaptoets H4 maken indien nog niet gedaan
• Opdrachten digitaal H4: 4.1 t/m 4.4

Mark en Amy treden af als bestuurslid, ............ zijn niet herkiesbaar.

1. zij
2. hun
3. hen

Volgens ....... is mijn stage juist uitstekend verlopen.

1. ze
2. zij
3. hun
4. hen

Maak jij de notulen? ......... moeten morgenmiddag verstuurd worden.

1. ze
2. hun
3. hen
4. zij

Om 14.00 uur gaat ....... trein. Breng jij ....... weg?

1. hun, ze
2. hun, hun
3. hun, hen

Het bedrijf levert ......... niet alleen het materiaal, maar ook technische assistentie.

1. ze
2. zij
3. hun
4. hen

Lastig....

Gebruik zij(ze), hen en hun voor personen.

 Meestal kun je zij(ze) gebruiken, behalve:

-hen: alleen na een voorzetsel of als lijdend voorwerp

-hun: alleen om bezit aan te geven of als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel.

TV 4.4 blz. 314

Samen maken:

Opdracht 1 en 2

Zelfstandig maken:

Opdracht 3 en 4

Instaptoets H 4 gemaakt? 2MT1D: de helft wel...

                                                   2MT2D: niemand

Bijwerken opdrachten 4.1 t/m 4.4

Volgende week: 4.5 Volgorde in samengestelde zinnen