Kwaliteitszorg 3

Kwaliteitszorg les 3
                                                                                Wet -en regelgeving
Doelen:
Je leert:
  • Wat de ARBO wet inhoudt
  • Waarom een CAO belangrijk is
  • Hoe een school zorgt voor een goede veiligheid
  • Wat het vierogenprincipe inhoudt
  • Wat de meldcode huiselijk geweld inhoudt en hoe je deze toepast
  • Wat de wet passend onderwijs inhoudt



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kwaliteitszorg les 3
                                                                                Wet -en regelgeving
Doelen:
Je leert:
  • Wat de ARBO wet inhoudt
  • Waarom een CAO belangrijk is
  • Hoe een school zorgt voor een goede veiligheid
  • Wat het vierogenprincipe inhoudt
  • Wat de meldcode huiselijk geweld inhoudt en hoe je deze toepast
  • Wat de wet passend onderwijs inhoudt



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van de ARBO wet en het CAO? Schrijf op

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het begrip CAO voor?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve arbeidsovereenkomst
C
Collectieve arbeids- omgangsvormen
D
Collectieve aandacht en omgang.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Overeenkomst tussen werkgevers en werknemers waaraan beide partijen zich moeten houden. Rechten én plichten. Afspraken over:
  • salaris
  • werktijden
  • vakantiedagen
  • proeftijd
  • ontslag
  • arbeidsomstandigheden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie maken de CAO?
A
De werkgevers en de werknemers
B
De regering en de werkgevers
C
De vakbond en de werknemers
D
De vakbond en de werkgevers

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie geldt de cao?
A
Werkgevers
B
Werknemers
C
Werkgevers en werknemers
D
Vakbonden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ARBO-wet staat voor:
A
arbeidsomstandighedenwet
B
arbeidsveiligheidswet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbowet
Werkgever moet zorgen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers.
Er wordt regelmatig een RIE gedaan.
Dat staat voor: risico inventarisatie en evaluatie,
 om veilige arbeidsomstandigheden te waarborgen.
Voorbeelden zijn: agressieprotocol, ventilatie, ehbo-dozen, bhv'ers, 
een goed brandplan, in -en uitgang van het gebouw ect. 
Op dit moment zijn de veiligheidsregels van het RIVM heel actueel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie controleert of de arbo-wet wordt nageleefd, denken jullie?
A
de directeur van het bedrijf
B
de inspectie van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid
C
het ministerie van Veiligheid

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rondvraag
Heb jij op je nieuwe stageplek al waargenomen wat er wordt gedaan aan veiligheid?
Denk aan:
  • brandveiligheid (oefening)
  • ehbo
  • bhv (bedrijfshulpverlening)
  • agressieprotocol
  • preventie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vierogen-principe
Vanaf januari 2013 mogen pedagogisch medewerkers niet meer alleen op de groep staan. Er moet altijd een tweede volwassene meekijken of meeluisteren. De precieze invulling kan op ieder kinderdagverblijf/peuterspeelzalen anders zijn. 

Verschillende voorbeelden uit de praktijk:

-Babyfoon in de slaapkamer
-Inzet extra groepshulp en/ of stagiaires
-Glazen wanden en gebruik van spiegels in hoeken
-Open en aangrenzende ruimtes
De aanleiding voor het vierogenprincipe is treurig, namelijk vanwege eerdere zedenzaken. De gelegenheid tot het plegen van seksueel misbruik of mishandeling wegnemen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat het vierogenprincipe ook op basisscholen ingevoerd zou moeten worden?
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
De meldcode is een stappenplan waarin wordt aangegeven hoe de professional behoort om te gaan met het signaleren en melden van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, ter ondersteuning van zijn/haar besluit om wel/niet te melden. De meldcode is van 2013 verplicht, vanaf 2019 is het verplicht om de verbeterde meldcode met het afwegingskader te gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom een verbeterde meldcode; 
  1. Eerder geweld is de belangrijkste voorspeller van toekomstig geweld
  2. Proffesionals zijn vaak kort betrokken
  3. Onvoldoende informatie of zicht over eerder geweld
  4. Betrokkenen zijn te weinig in beeld
  5. Geen mogelijkheid om te signaleren of het geweld terugkeert
  6. VT kan signalen over een langere periode bij elkaar brengen. 
Hulp en zorgverleners hebben een wettelijk meldrecht bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit meldrecht geeft hulp- en zorgverleners, ondanks het beroepsgeheim, het recht om zo nodig zonder toestemming van de client of vertegenwoordiger, een melding te doen van vermoedens van hg en km bij VT.

Uit rechterlijke uitspraken blijkt dat het beroepsgeheim mag worden doorbroken, mits dit zorgvuldig gebeurd.  Het conflict van plichten is hierbij een hulpmiddel. 

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt dus professionals goed te reageren bij signalen van geweld.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van de Meldcode









Bespreek jouw ‘niet-pluisgevoel’ met je VM, collega of VA.
Alle stappen van de meldcode worden altijd tenminste in samenwerking met de VA uitgevoerd

Slide 15 - Tekstslide

Volgorde van de stappende die worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt. Maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen doorlopen, voordat hij besluit om een melding te doen. Soms ligt het voor de hand om meteen met de client in gesprek te gaan over bepaalde signalen. Soms worden stappen ook 2 tot 3x keer gezet. 
Veilig Thuis
Taken 

het geven van adviezen;
het aannemen en onderzoeken van meldingen;
het beoordelen van de benodigde vervolgstappen in de vorm van overdracht naar vrijwillige hulp;
het informeren van instanties die passende professionele hulp kunnen verlenen;
het informeren van de politie of de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK);
het indienen van een verzoek bij de RvdK om onderzoek te doen;
het informeren van de melder over de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn gezet.

Radarfunctie: signalen van verschillende melders
Monitorfunctie: het volgen van de resultaten 





Slide 16 - Tekstslide

Veilig thuis komt zelf in beeld en/of lokaal team; onderzoeken, sociaal netwerk word in kaart gebracht, veiligheidsplan, voorwaarden en afspraken kunnen worden gemaakt.

hulp kan worden georganiseerd door sociale steun en/of psycholische ondersteuning. Denkende aan bijvoorbeeld wijkteam, jeugdzorg, schuldhulpverlening. 

Op het moment dat de aangeboden hulp mislukt bijvoorbeeld in een gezin. Het kind kan door een rechter op verzoek van de Raad van de Kinderbescherming onder toezicht worden geplaatst. Er komt dan een gezinsvoogd in beeld, die de ouders adviseert bij de opvoeding. Ouders moeten aanwijzingen opvlogen. 
Bij ernstige gevallen kan de rechter beslissen de ouders uit de ouderlijke macht te ontheffen of te ontzetten. Ze hebben dan geen zeggenschap meer. 

Bij Veilig Thuis werken maatschappelijk werkers en vertrouwensartsen

Veilig Thuis heeft de wettelijke taak na een melding te onderzoeken of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en om, indien nodig, passende hulpverlening in te schakelen. Het is daarom van belang dat ernstige signalen en vermoedens van ernstig huiselijk geweld en kindermishandeling altijd worden gemeld, zodat ze 'op de radar komen' bij Veilig Thuis. Dit is kort samengevat wat bedoeld wordt met de 'radarfunctie' van Veilig Thuis. 

Nederland heeft een landelijk dekkend netwerk van 26 VeiligThuis organisaties. In het beoordelingsproces kan Veilig Thuis ook informatie betrekken
van andere Veilig-Thuis organisaties. In het kader van de radarfunctie zullen deze hun
informatiepositie gaan delen. Zo komt een landelijk werkende radar tot stand. 

Indien de beller daarmee
instemt, kan Veilig Thuis checken of er over de persoon/het gezin waarover de beller
advies vraagt aan Veilig Thuis aanvullende informatie ‘op de radar’ staat. Veilig Thuis
betrekt deze informatie bij haar advies, zonder de informatie te delen met de beller. Deze
aanscherping is gericht op de kwaliteit van de advisering aan bellers, door zo goed
mogelijk de veiligheidssituatie te beoordelen. Om deze maatregel vorm te geven, wordt
de informatie uit verschillende bronnen bij elkaar gebracht, zodat Veilig Thuis op basis
van een zo volledig mogelijk inzicht in de problematiek signalen kan beoordelen.


Wat is Veilig Thuis?
A
Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
B
Zij geven adviezen over brandveiligheid in huis
C
Advies- en meldpunt onveilig wonen
D
Advies- en meldpunt voor kinderen in een lastige thuissituatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 5 verplichte stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wettelijk verplicht vanaf januari 2019?
A
Beroepskrachten zijn verplicht een melding te doen van ernstige situaties kindermishandeling bij Veilig Thuis
B
Beroepskrachten zijn verplicht een melding te doen aan hun leidinggevende
C
Beroepskrachten zijn verplicht om een stappenplan in te vullen en in te leveren bij Veilig thuis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet Passend Onderwijs
De Wet Passend Onderwijs (sinds 01-08-2014) zorgt ervoor dat alle kinderen in ons land een passende onderwijsplek krijgen. Een zorgleerling is een leerling die vanwege een beperking of ontwikkelingsstoornis, zonder extra zorgbegeleiding niet of moeilijk mee kan komen op school.​

Deze leerlingen krijgen passend onderwijs.​
Dit houdt in dat onderwijs en ondersteuning moeten aansluiten bij behoeften van het kind.​
Wat is jullie ervaring met het passend onderwijs?​




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid heeft met de Wet Passend Onderwijs de volgende doelen:
1. alle kinderen krijgen een passende plek in het …...................​

2. een kind gaat naar een ….............. school als dat kan.​
3. een kind gaat naar het …...................... onderwijs als intensieve begeleiding nodig is.​
4. scholen beschikken over mogelijkheden voor ….................... op maat.​
5. de mogelijkheden en de onderwijsbehoefte van het …............... zijn bepalend, niet de beperkingen.​
6. kinderen komen niet langdurig …...................... te zitten.




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de belangrijkste wet -en regelgevingen PO je nu duidelijk?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies