All Right 2KGT words 5.2 / 5.3 / 5.4

5.2 Wildlife
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.2 Wildlife

Slide 1 - Tekstslide

Translate into Dutch:
bush
A
regenwoud
B
bos
C
troep (groep)
D
wildernis

Slide 2 - Quizvraag

Translate into Dutch:
cub
A
neushoorn
B
welp
C
onkruid
D
hoorn

Slide 3 - Quizvraag

Translate into Dutch:
rare
A
vacht
B
raar
C
vreemd
D
zeldzaam

Slide 4 - Quizvraag

Translate into Dutch:
spieces
A
toeschouwer
B
stukjes
C
schuilplaatsen
D
soorten

Slide 5 - Quizvraag

Translate into Dutch:
to reject
A
laten schrikken
B
afstoten
C
redden
D
zorgen voor

Slide 6 - Quizvraag

Translate into English:
hok
A
pen
B
ranger
C
herd
D
pride

Slide 7 - Quizvraag

Translate into English:
struisvogel
A
ostrich
B
wildebeest
C
hippo
D
orchard

Slide 8 - Quizvraag

Translate into English:
(zich) gedragen
A
to observe
B
to startle
C
to behave
D
to capture

Slide 9 - Quizvraag

Translate into English:
slagtanden
A
horns
B
tusks
C
droppings
D
novels

Slide 10 - Quizvraag

Translate into English:
vacht
A
ivory
B
fur
C
poaching
D
weed

Slide 11 - Quizvraag

                  5.3 Carnival and fairs

Slide 12 - Tekstslide

Translate into Dutch:
jugglers
A
jongleerders
B
jonge kinderen
C
trapeze-artiesten
D
straatartiesten

Slide 13 - Quizvraag

Translate into Dutch:
lost and found
A
verliezers en winnaars
B
verloren wedstrijd
C
gevonden voorwerpen
D
verdwaald en gevonden

Slide 14 - Quizvraag

Translate into Dutch:
beads
A
bedden
B
suikerspinnen
C
kralen
D
toeschouwers

Slide 15 - Quizvraag

Translate into English:
gokken (to .....)

Slide 16 - Open vraag

Translate into English:
botsauto's

Slide 17 - Open vraag

Translate into English:
carnavalswagen

Slide 18 - Open vraag

5.4 DIY

Slide 19 - Tekstslide

Translate into Dutch:
equipment
A
vuilnisbelt
B
afmeting
C
uitrusting
D
voorzorgsmaatregel

Slide 20 - Quizvraag

Translate into Dutch:
to assemble
A
aftekenen
B
uit elkaar halen
C
in elkaar zetten
D
invoegen

Slide 21 - Quizvraag

Translate into Dutch:
toxic
A
tang
B
gewelddadig
C
giftig
D
dramatisch

Slide 22 - Quizvraag

Translate into English:
boren (to .......)

Slide 23 - Open vraag

Translate into English:
gereedschapskist

Slide 24 - Open vraag

Translate into English:
zaag

Slide 25 - Open vraag