Drugs

Verslavende middelen 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Verslavende middelen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is gevaarlijker?
A
Alcohol
B
Drugs
C
Je ouders die er achter komen dat je gebruikt

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Welke genotmiddelen ken je allemaal?
Genotmiddel = product waardoor je je lekker gaat voelen.
Voorbeelden:
- alcohol                                    - chocola en suiker
- sigaretten                             - cocaine 
- wiet                                          - heroine
- xtc
- lachgas
- koffie

Slide 4 - Tekstslide

Ik ken/ik ben iemand die wel eens drugs heeft gebruikt
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat kunnen redenen zijn waarom iemand drugs gaat gebruiken?

Slide 6 - Woordweb

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
Drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 7 - Quizvraag

Drugs hebben invloed op je hersenen. 
Drugs hebben invloed op de manier hoe je de wereld waarneemt. 
Ze kunnen:
  • Een verdovend effect hebben zoals alcohol, heroïne, GHB en hasj 
  • Opwekkend zijn zoals tabak, XTC, speed, cocaïne 
  • Bewustzijnveranderend zijn zoals LSD, paddo’s, hasj en wiet.

Slide 8 - Tekstslide

Drugs die gedoogd worden zijn..
A
Hasj
B
Cannabis
C
Weed
D
XTC

Slide 9 - Quizvraag

Heb je thuis weleens gepraat over drank en drugs?
A
Ja, over beide
B
Ja, alleen over alcohol
C
Nee
D
Ja, alleen over drugs

Slide 10 - Quizvraag

Voor het roken van een joint wordt wiet gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Voor het roken van een joint wordt wiet gebruikt. 
Bij het blowen van een joint wordt wiet gebruikt. Soms wordt een joint vermengt met tabak. Wiet wordt gemaakt van de bloemtoppen van de hennepplant. 
Het kweken van deze planten gebeurt meestal illegaal (denk aan de nieuwsberichten over het oprollen van een illegale hennepkwekerij!) 

Slide 12 - Tekstslide

Van blowen word je rustig, dus kun je beter opletten in de klas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Van blowen word je rustig, dus kun je beter opletten in de klas. 

Blowen versterkt je stemming.
Blowen zorgt er juist voor dat je niet goed kunt opletten en dat het geheugen niet zo goed werkt. 
Logisch nadenken wordt juist moeilijker.

Slide 14 - Tekstslide

Stelling:
'Het is oké om wekelijks een jointje te roken'.

Slide 15 - Open vraag

Je mag autorijden als je een joint hebt gerookt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Je mag autorijden als je een joint hebt gerookt. 

De wet zegt dat je na het roken van een joint niet mag deelnemen aan het verkeer; je bent dan onder invloed van drugs.
Je mag dus ook niet fietsen, want ook dan neem je deel aan het verkeer. Datzelfde geldt ook voor alcohol. 

Slide 17 - Tekstslide

Wiet en hasj noemen ze ook wel cannabis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wiet en hasj noemen ze ook wel cannabis. 

Cannabis is de benaming voor wiet, hasj of hasjolie en kan gerookt of gegeten worden zoals in space-cake.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

XTC wordt gemaakt van planten, net zoals wiet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

XTC wordt gemaakt van planten, net zoals wiet. 

Het maken van XTC-pillen is illegaal en gebeurt in laboratoriums die niet gecontroleerd worden door de overheid. Bij het maken van medicijnen is die controle er wel. Je weet dus nooit welke stoffen in een XTC-pilletje zitten. Ze zien er ook steeds weer anders uit. Er zit voornamelijk MDMA (methyleendioxymethamfetamine) in de pillen.

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Het is gevaarlijk om één XTC-pilletje te slikken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Het is gevaarlijk om één XTC-pilletje te slikken. 
Doordat je niet weet wat in een XTC-pilletje zit, weet je nooit
wat de werking is op jouw lichaam en hoe je er op reageert.
Ook één pilletje is dus erg gevaarlijk!

In Nijmegen kan je je drugs (anoniem en gratis) laten testen.
Tarweweg 20 in Nijmegen (polikliniek IrisZorg)
Elke donderdag tussen 17.15 en 19.00 uur.
Vanaf april tussen ook op wo 17.15 en 19.00 uur alleen op afspraak (dit is alleen tijdens het festivalseizoen).

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Verdovende middelen
Opwekkende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
GHB
XTC
Paddo's
Wiet
Hasj
Speed
Cocaine
Lachgas

Slide 28 - Sleepvraag

Indeling Drugs
Verdovend
Opwekkende
  • Cafeïne
  • Nicotine
  • Cocaïne
  • Amfetamine
  • XTC¹
  • Anti-depressiva

Verdovend
  • Alcohol
  • Heroïne

  • Cannabis
  • Slaapmiddelen
  • Kalmerings-middelen
  • Anti-psychotica
Bewustzijnsveranderend
  • XTC²
  • Cannabis
  • LSD
  • Paddo’s en truffels
  • Lachgas

Indeling van Drugs

Slide 29 - Tekstslide

Tripmiddelen / psychedelica:
Psychedelica zijn drugs waardoor iemand de wereld anders ziet en meemaakt. Het besef van tijd en ruimte kan veranderen. Zo’n ervaring noemen mensen een trip. Je kan ook een badtrip krijgen. Voorbeelden van tripmiddelen zijn LSD, paddo’s of truffels, 2C-B.

Hoe lang duurt een trip?
  •     Paddo’s of truffels: 4-6 uur
  •     LSD: 8-12 uur
  •     2C-B: 4-6 uur

Bezit en verkoop van de meeste psychedelica zijn verboden. Dit staat in de opiumwet. Truffels mogen in Nederland wel legaal verkocht worden.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Van welke drugs gaat je hartslag omhoog?
A
Opwekkende middelen
B
Verdovende middelen
C
Bewustzijn veranderende middelen

Slide 32 - Quizvraag

Welke drugs is softdrugs
A
XTC
B
LSD
C
cannabis
D
heroïne

Slide 33 - Quizvraag

Invloed van drugs
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:

1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt

Slide 34 - Tekstslide

Drugs worden via het bloed door het lichaam verspreid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Welke wet is voor drugs?
A
Tabaks- en rookwaren wet
B
Opiumwet

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Video

Gebruik van lachgas
De afgelopen jaren gebruiken steeds meer jongeren en jongvolwassenen lachgas als een roesmiddel. Het middel wordt dan geïnhaleerd uit een ballon gevuld met lachgas uit slagroompatronen. Deze patronen zijn eigenlijk bedoeld als drijfgas om er slagroom uit een cilinder mee te kunnen spuiten. 

Het risico op ernstige acute gezondheidsincidenten is gering, maar negatieve effecten op de gezondheid op de kortere en langere termijn komen wel degelijk voor.

Slide 38 - Tekstslide

Frequentie gebruik
Het gebruik van lachgas is het hoogst onder jongeren en jongvolwassenen uitgaanders. 
Lachgas wordt meestal samen met anderen gebruikt. Het grootste deel doet het af en toe en gebruikt dan één of een paar ballonnen per persoon. 
Maar naast deze gelegenheidsgebruikers zijn er ook jongeren met een extremer gebruikspatroon waarbij in groepsverband heel veel lachgas op een avond wordt gebruikt (‘bingen’). 

Slide 39 - Tekstslide

Waarom is drugs gevaarlijker dan alcohol?
A
In drugs zitten stoffen die heftiger zijn voor het lichaam
B
Je weet nooit wat er precies in drugs zit, in alcohol wel
C
Drugs blijft langer in je lichaam dan alcohol
D
Ik denk dat alcohol gevaarlijker is dan drugs...

Slide 40 - Quizvraag

Als je dan toch drugs gaat gebruiken, let dan op het volgende:
  • Zorg ervoor dat je met goede vrienden bent, let op elkaar!
  • Drink voldoende water, maar zeker niet te veel.
  • Magnesium pillen slikken en groenten eten!
  • Doe het in een veilige omgeving (liefst met iemand die compleet nuchter is).
  • Wanneer je je goed voelt.
  • Combineer niet met andere drugs/alcohol.
  • Let op je dosering.

Slide 41 - Tekstslide

Gebruik je verstand :)

Slide 42 - Tekstslide