les woordsoorten voegwoord en voornaamwoord

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Pak voor je:
Je leesboek en je Nieuw Nederlands boek
Je laptop
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Pak voor je:
Je leesboek en je Nieuw Nederlands boek
Je laptop
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Lesdoelen
2. Mededelingen
3. Herhaling woordsoorten
4. Voegwoord
5. Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
6. Aan de slag
7. Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik ken de woordsoorten van vorige les. 
2. Ik weet wat een voegwoord is en hoe ik deze moet herkennen.
3. Ik weet wat een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord is. 
4. Ik heb deze kennis toegepast bij het werken in Numo.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling woordsoorten
1. Werkwoord
2. Lidwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord
5. Voorzetsel

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoord
Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar. 
Wil je een kroket of een frikandel bij je patat? 
Wil je een ijsje of heb je liever een broodje hamburger? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Je kunt naar personen, dieren of dingen verwijzen. 
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding.
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Stil werken
Maak:
Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 206/207
Opdracht 1, 3, 5 en 6 van blz. 210/211
Klaar? Numo

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Zachtjes samenwerken
Maak: 
Opdracht 1, 3, 5 en 6 van blz. 210/211

Klaar? Maak ook opdracht 2 en 4
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik ken de woordsoorten van vorige les. 
2. Ik weet wat een voegwoord is en hoe ik deze moet herkennen.
3. Ik weet wat een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord is. 
4. Ik heb deze kennis toegepast bij het werken in Numo.

Slide 12 - Tekstslide

Tijd over? 
Numo: grammatica

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les? 
Wat ging er minder goed deze les? 
Wat heb ik geleerd deze les? 

Slide 14 - Tekstslide