Extra les: Sprachstadt 24-25 Supermarkt

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Heute auf dem Programm

• Hausaufgaben aufschreiben
• Formative Prüfung
• Ein Video schauen


• Die Richtungen: Laufendes Diktat
• Üben mit dem Gespräch "Im Supermarkt"/ ''Im Restaurant''/ ''Auf dem Campingplatz''
• Ziele kontrollieren/ Eventuele vragen over Taaldorp?

Lernziele

Am Ende dieser Stunde ...

1. kann ich verstehen, wie viel etwas kostet;

2. habe ich sechs neue Richtungen gelernt

3. habe ich geübt mit dem Gespräch "Im Supermarkt"

Hausaufgaben aufschreiben

Für nächste Woche:

1. lerne jeden Tag 10 Minuten die Redemittel Im Supermarkt und wiederhole jeden Tag 5 Minuten Auf dem Campingplatz und jeden Tag 5 Minuten Im Restaurant

Am Freitag 13. Juni --->  Sprachstadt!!!!!!!

Formative Prüfung

Wie immer eine formative Prüfung

Wir machen das           10         Minuten in Ruhe!

Fertig? Schreibe deine Fehler auf und lerne sie auswendig

Formatieve Toets

1. Ik zou graag vanmiddag barbecueën? Doe je mee?

2. Ik heb 's avonds om kwart over negen tijd.

3. Echt? Ik ook!

4. Heeft u de salade (den Salat) zonder tomaten (Tomaten)?

5. Mijn bord is niet schoon.

6. Dat was heerlijk, dank u wel.

7.  Ik zoek fruit. Waar vind ik de fruitafdeling?

8. Waar is het rek met de snoep?

9. Ik had graag een halve kilo.

10.Kunt u het voor mij alstublieft snijden?

Mijn leerplan voor taaldorp op vrijdag 13 juni:

1. Hoe heb ik de test vandaag gemaakt?
   
2. Welke zinnen/woorden wist ik nog niet?
3. Ga ik het de komende week anders doen?
   
4. Wat ga ik leren?
   
5. Hoe ga ik leren?
   
6. Met hulp van wie (herinneren om te leren/overhoren)?
   
7. Waar ga ik leren?
   
8. Hoe vaak per week? 
9. Hoeveel minuten?
   
10. Op welk tijdstip van de dag is handig?
11. Hoe hou ik me aan mijn plan?

Formatieve Toets

1. Ik zou graag vanmiddag barbecueën? Doe je mee?

2. Ik heb 's avonds om kwart over negen tijd.

3. Echt? Ik ook!

4. Heeft u de salade (den Salat) ook zonder tomaten (Tomaten)?

5. Mijn bord is niet schoon.

6. Het was lekker, dank u wel.

7.  Ik zoek fruit. Waar vind ik de fruitafdeling?

8. Waar is het rek met de snoep?

9. Ik had graag een halve kilo.

10.Kunt u het voor mij alstublieft snijden?

Die Antworten

1. Ich würde heute Nachmittag gern grillen. Machst du mit?

2. Ich habe am Abend um Viertel nach neun Zeit.

3. Wirklich? Ich auch!

4. Haben Sie den Salat auch ohne Tomaten?

5. Mein Teller ist nicht sauber.

6. Es war lecker, danke schön!

7. Ich suche Obst. Wo finde ich die Obstabteilung?

8. Wo ist das Regal mit Süßigkeiten?

9. Ich hätte gerne ein halbes Kilo.

10. Können Sie das bitte schneiden?

Wie viel kosten die ....?

ein Euro fünfzig pro Kilo

drei Euro fünfzig pro zweihundert-fünfzig Gramm

fünf Euro pro Kilo

Ein Video schauen

Die Fragen:

1. Welk fruit is in de aanbieding en hoeveel kost het?
2. Hoeveel kosten de komkommers?
3. Hoeveel kost alles samen?
4. Hoeveel wisselgeld krijgt hij en waarom? 
5. Wat krijgt hij gratis?

Die Antworten

1.  Die Bananen. Wie viel kostet ein Kilo Bananen?  1 Euro 10
2. Wie viel kosten die Gurken?  90 Cent pro Stück, 5 Stück für 4 Euro
3. Wie viel kostet alles insgesamt? 12 Euro 40
4. Wie viel Wechselgeld bekommt er und warum? 7 Euro 60 want hij betaalt met 20 euro.
5. Was bekommt er geschenkt? 2 Orangen

Lerne diese Wörter schnell auswendig

unter =               onder

zwischen =      tussen

neben =             naast

geradeaus =    rechtdoor

hinter =              achter

um die Ecke = om de hoek

geradeaus

unter dem Ball

zwischen den Bällen

neben dem Ball

hinter dem Ball

um die Ecke

Spielzeit!!

Laufendes Diktat

Laufendes Diktat: Antworten

1. De kaas vindt u achterin de winkel.
   
2. De vleesafdeling vindt u daar om de hoek.
3. Rechtdoor bevindt zich dan het pastaschap.
4. We hebben gehaktballen in de aanbieding vandaag. 
5. Bedankt voor de moeite.      

63 woorden correct gespeld = 63 punten

63 punten

Laufendes Diktat: Antworten

1. Den Käse finden Sie hinten im Laden. De kaas vindt u achterin de winkel.
   
2. Die Fleischabteilung finden Sie da um die Ecke. De vleesafdeling vindt u daar om de hoek.
3. Geradeaus befindet sich dann der Nudelregal. Rechtdoor bevindt zich dan het pastaschap.
4. Wir haben Frikadellen  im Angebot heute. We hebben gehaktballen in de aanbieding vandaag. 
5. Danke für die Mühe. Bedankt voor de moeite.      63 woorden correct gespeld = 63 punten

63 punten

Gespräch üben

-Oefen in tweetallen zo vaak mogelijk het gesprekje op Im Supermarkt/ Im Restaurant/ Auf dem Campingplatz

-Hulpmiddelen: Redemittel en de Rubrik

- En daarna? Dan kies ik 1 of 2 mensen uit die het gesprekje voor klas gaan houden om feedback op uitspraak te krijgen.

Aussprachefehler???

1	ö=eu	8	s=zzzz
2	eu=oi	9	g=g in goal
3	ü=u in Utrecht	10	ch na e of i = sjhe
4	u= oe	11	sp= shjp
5	z=ts	12	st = sjt
6	sch=sjh	13	ä = éé
7	y= u	14	äu =oi

Gruppe 1

Gemüseabteilung

zusammen

Spezialitäten

schneiden

macht

Sonst noch etwas?

Gruppe 2

Mühe

Entschuldigung

ich hätte gerne

natürlich

fragen

selbstverständlich

Gruppe 3

Plastiktüte

Nein, tut mir leid

zuerst

ich möchte

geradeaus

Spezialitäten

Gruppe 4

wünschen

können

zahlen

welchen Käse

Beleg

etwas typisch Deutsches

Gruppe 5

entschuldigung

einen schönen Tag 

zwanzig

noch

genau

das freut mich

Gruppe 6

Nudelregal

Käse

Fleischabteilung

kochen

Können Sie

etwas typisch Deutsches

Wettbewerb: 

Wie viele Fehler 

macht dein Mc?

Ziele checken

1. kann ich verstehen, wie viel etwas kostet;

2. habe ich sechs neue Richtungen gelernt

3. habe ich geübt mit dem Gespräch "Im Supermarkt"

Das macht fünfzehn Euro.

Das macht zwei Euro fünfzig.

Onder

1. unter
2. neben
3. oben
4. geradeaus

Naast

1. Um die Ecke
2. neben
3. oben
4. geradeaus

Rechtdoor

1. unter
2. hinter
3. oben
4. geradeaus

Zwischen

1. unter
2. hinter
3. oben
4. tussen

Gibt es noch Fragen über Taaldorp?

1. ü  Gemüseabteilung, wünschen, Mühe

2. u  Entschuldigung, Nudelregal, zusammen

Nein, tut mir leid 

3. ö  können, einen schönen tag noch

4. ä Käse, Spezialitäten, hätte

5. z  zuerst, zahlen, zwanzig

6. sch Fleischabteilung, schneiden, 

7. ch als sjhe natürlich, ich möchte, welchen

8. ch als harde g: noch, kochen, macht

9. g  fragen, geradeaus, Beleg, genau

10. s  Sie, Sonst noch etwas?

11 st selbstverständlich, 

12 sp Spezialitäten

13. y  typisch 

14. eu Deutsches, das freut mich

Wettbewerb: Wie viele Fehler macht dein Mc?