kinderdagverblijf

Het kinderdagverblijf
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Het kinderdagverblijf

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je kunt een overzicht maken met activiteiten.
Je kunt creatieve, educatieve en sportieve activiteiten bedenken.
Je weet hoe je rekening houdt met specifieke doelgroepen.

Slide 2 - Tekstslide

VERSCHILLENDE VORMEN
VAN KINDEROPVANG
  • Kinderdagverblijf
  • Naschoolse opvang 
  • Voorschoolse opvang 
  • Gastouderopvang  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Doelgroep
gezamenlijke kenmerken:
 zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap 

Slide 5 - Tekstslide

Tot 4 jaar kunnen kinderen naar een crèche of kinderdagverblijf.
Wie zijn dat?
A
Baby, peuter, puber
B
Baby, kleuter, dreumes
C
Baby, dreumes, peuter
D
Dreumes, kleuter, puber.

Slide 6 - Quizvraag

Een baby ben je tussen de …….
A
0-1
B
1-2
C
0-2
D
2-4

Slide 7 - Quizvraag

12-18
6-12
4-6
2-4
Kleuter
Peuter
schoolkind
Puber

Slide 8 - Sleepvraag

Grove motoriek
fijne motoriek

Slide 9 - Tekstslide


Bij welke activiteiten maak je gebruik van de fijne motoriek en grove motoriek? Sleep de activiteiten die vallen onder fijne/grove motoriek naar de juiste vakken.


Fijne motoriek
Grove  motoriek
Appels schillen



Fotograferen
Handballen
Mountainbiken
Sms’en
Tanden poetsen
Hardlopen
Nagels knippen
Veters strikken

Slide 10 - Sleepvraag

Maken 
Opdracht doelgroep leren kennen

Slide 11 - Tekstslide

Babyverzorging

Slide 12 - Tekstslide

leerdoelen
* Je kunt uitleggen wat voorkeurshoudingen zijn 
*Je kunt tips geven hoe je deze kan voorkomen
*Je kunt uitleggen welke verschillende flesvoedingen er zijn.
*Je kunt uitleggen wat een baby wel en niet mag/kan eten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een voorkeurshouding?
A
De baby slaapt op zijn rug
B
De baby slaapt teveel in dezelfde houding
C
De baby slaapt in een ledikant
D
De baby heeft een voorkeur voor slapen overdag

Slide 15 - Quizvraag

De inhoud van een pak flesvoeding voor baby’s is 900 gram. Voor baby Boris heb je 30 gram poeder per fles nodig. Hoeveel flesvoedingen voor Boris kun je uit 1 pak flesvoeding halen?

………………………………… flesvoedingen.

Slide 16 - Open vraag

Soorten babyvoeding

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Theorie - babyvoeding 

Slide 19 - Tekstslide

Ontwikkeling van een baby

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Maken opdracht 
*Ontwikkeling van een baby
*Maak een poster /flyer in  "word".
* Gebruik je theorie achter in je map.
Inleveren via mail: m.oomkens@o2g2.nl
VÓÓR vrijdag 12.00 uur!!

Slide 36 - Tekstslide

Mondverzorging

Slide 37 - Tekstslide

Het gebit
Per kaak:
4 snijtanden
2 hoektanden
4 kleine kiezen
4 grote kiezen
2 verstandskiezen

Slide 38 - Tekstslide

Melkgebit
1ste tandje : rond 6 tot 9 mnd

 20 tanden en kiezen

Slide 39 - Tekstslide

Wisselgebit
* vanaf 5 jaar 
tot het 14de jaar

Verstandskiezen:
18 / 24 jaar

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Wat voor advies/tips zou je aan ouders geven?

Slide 42 - Open vraag

Maken opdracht 
* Mondverzorging
*Maak een folder in Word
*Lees goed de criteria!!
Inleveren via de mail; m.oomkens@o2g2.nl
VÓÓR vrijdag 12 uur

Slide 43 - Tekstslide

Kinderziekten

Slide 44 - Tekstslide

Opdrachten deze week!
* Kinderziektes:    Schematisch overzicht met kinderziektes, afbeelding symptomen en beleid kinderdagverblijf.
*Waterpokken:  Powerpoint presentatie.
Oorzaak, gevaar, besmetting, beleid kinderdagverblijf + begrippen met betekenis.
Inleveren vóór vrijdag 12 uur!
Mail: m.oomkens@o2g2.nl

Slide 45 - Tekstslide

Leerdoelen:
* Je kunt 5 kinderziektes benoemen en de symptomen uitleggen.
*Je kunt uitleggen welk beleid het kinderdagverblijf hanteert bij deze kinderziektes.
* Je kunt beschrijven wat waterpokken inhoudt.
* Je kunt van 5 begrippen die bij kinderziektes horen de betekenis geven.

Slide 46 - Tekstslide

Welke kinderziektes
ken jij?

Slide 47 - Woordweb

Welke kinderziektes heb je?
  • Waterpokken 
  • Rodehond 
  • Mazelen
  • Kinkhoest
  • Roodvonk 
  • Hersenvliesontsteking 
  • Bof
  • 5e ziekte /6e ziekte 

Slide 48 - Tekstslide

Begrippen Kinderziektes
* Medicatie
*Diagnose
* Symptomen
* Besmetting
* Ziektekiem
*Incubatietijd
*Immuniteit

Slide 49 - Tekstslide

Opdracht
Zoek de betekenis op van de volgende woorden.
Je krijgt hier 20 min de tijd voor.
Daarna klassikaal bespreken.

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Waterpokken 
Fase 1 : Het kind is hangerig en heeft koorts. Na 2 dagen komen vlekjes + bultjes.  (Virus )
Fase 2 :  Bultjes worden blaasjes waarin vocht zit. Het kind krijgt jeuk. Dat mag niet gekrapt worden - > geeft littekens 
Fase 3 Blaasjes drogen en worden korstjes. Vallen er na 2 weken van af.


Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video

Welke kinderziektes
ken jij?

Slide 58 - Woordweb

Wat is een afbeelding van krentenbaard bij een kind?

Slide 59 - Open vraag

Welk symptoom past alleen bij rode hond?
A
rode vlekjes/bultjes
B
koorts
C
pijn aan gewrichten
D
alle antwoorden

Slide 60 - Quizvraag

Wat mag je niet doen als je waterpokken hebt?
A
Niet douchen
B
Niet insmeren
C
Niet krabben
D
Geen paracetamol nemen

Slide 61 - Quizvraag

Wanneer mag een kind weer naar de kinderopvang als hij/ zij waterpokken heeft?

Slide 62 - Open vraag

Wat wordt bedoelt met immuniteit?
A
Incubatietijd van ziekte
B
Afweer van lichaam tegen ziektes
C
Afweer van lichaam tegen vaccinaties
D
Geen van de antwoorden zijn juist

Slide 63 - Quizvraag