Woche 23

H2e Duits, Woche 23
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2e Duits, Woche 23

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beginopdracht

Wörterliste D/F
S. 111

Slide 3 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Bespreken: Aufgabe 19
Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Sehen: Aufgabe 21
Extra Arbeitsblätter Tiere
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Hören:
Aufgabe 22
Schreibecke: Aufgabe 19
Presentatie Dikra + Nikkie

Slide 4 - Tekstslide

Hören
Aufgabe 22
S. 98

Slide 5 - Tekstslide

Schreibecke
Aufgabe 19
S. 96

Kom je er niet uit, gebruik dan blz. 113.

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Beginopdracht

Maak Aufgabe 24 op S. 99.

--> Schrijf in je schrift alle woorden uit woordenlijst D/F op
die je bij de afbeelding in je boek vindt passen.

Slide 9 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Bespreken: Aufgabe 19
Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Sehen: Aufgabe 21
Extra Arbeitsblätter Tiere
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Hören:
Aufgabe 22
Schreibecke: Aufgabe 19
Presentatie Dikra + Nikkie

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik E
Wat was het onderwerp van Grammatik C vorige week? 

Voorzetsels met de derde naamval --> ZAAGSMEN BV

Vorige week opgeschreven: persoonlijke voornaamwoorden in de 3e naamval! 




Slide 11 - Tekstslide

Grammatik E
Nu: 

- de vormen van de der-groep
- de vormen van de ein-groep

in de derde naamval



Slide 12 - Tekstslide

ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij/U
pers. vnw. 3e nv
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen/
Ihnen
der-groep
-
-
dem
der
dem
-
-
den +n
ein-groep
-
-
einem
einer
einem
-
-
keinen/
meinen
+n

Slide 13 - Tekstslide

Grammatik E
Stappenplan:
1. Om welk schema gaat het? Der-groep, ein-groep, of persoonlijk voornaamwoord?
2. Is het zelfstandig naamwoord mnl., vrl., onz. of meervoud?
3. Zie je een voorzetsel? --> dofegub = +4, zaagsmen bv = +3
4. Kies de juiste uitgang 

Slide 14 - Tekstslide

An die Arbeit
Maak Aufgabe 16 op S. 95.

Kies per zin de juiste uitgang. Gebruik het stappenplan!


Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben für Freitag
- Maken:

- Leren: 



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Beginopdracht
Vertaal:
Versie A
Versie B
het hoofd
de tand
de poot
de neus
de bek
het oog
het nijlpaard
de neushoorn
de diersoort
de slurf

Slide 18 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Bespreken: Aufgabe 19
Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Sehen: Aufgabe 21
Extra Arbeitsblätter Tiere
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Hören:
Aufgabe 22
Schreibecke: Aufgabe 19
Presentatie Dikra + Nikkie

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling Grammatik E
- Nakijken: Aufgabe 16 (S. 95)

- An die Arbeit: Aufgabe 17 (S. 95)


Slide 20 - Tekstslide

Sehen
Aufgabe 21
S. 98


Slide 21 - Tekstslide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 22 - Tekstslide