3.3 regelmaat in een tabel

3.3 - Regelmaat in tabellen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3 - Regelmaat in tabellen

Slide 1 - Tekstslide

planning

  • Korte terugblik
  • Uitleg nieuwe stof paragraaf 3.3
  • Oefenen
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide



Wat weet je al?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een
richtingscoëfficiënt?

Slide 4 - Woordweb

Wat komt er per een stap bij?
Er is regelmaat in een tabel als er per één stap steeds hetzelfde bijkomt. Er is dan een richtingscoëfficiënt.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert wat een toename of afname is in een tabel.
  • Je leert de begingetal te bepalen uit een tabel.
  • Je leert de richtingscoëfficiënt uit te rekenen uit een tabel.
  • Je leert een formule te maken uit een tabel.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van een regelmaat?
richtingscoëfficiënt (rico) = stijggetal of het daalgetal moet er zijn!!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1. Teken pijltjes
2. Schrijf de veranderingen
3. Kijk of er wel of geen rico is!

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen opdr. 26 + 27






Stuur jouw antwoorden via teams.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag

Maken 30 t/m 33 blz. 147
14:10 Check / Lesafsluiting
Lever een foto of de antwoorden in via teams.
Uiterlijk morgen 16:30 
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Effe checken

14:10

Slide 12 - Tekstslide


A
regelmatige afname
B
regelmatige toename
C
geen regelmaat

Slide 13 - Quizvraag

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's
Het stijggetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 14 - Quizvraag

Huurprijs in € = 18 + 4t
Het begingetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 15 - Quizvraag

Huurprijs in € = 18 + 4t
Het stijggetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 16 - Quizvraag

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 17 - Quizvraag

Welke variabelen zitten er in de formule:

Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren

Slide 18 - Quizvraag

In welke tabellen vind je regelmaat? 

Slide 19 - Tekstslide

Tips & Tops

Slide 20 - Woordweb

Dank voor jullie aandacht!
Tot de volgende keer.

Slide 21 - Tekstslide