Regulering van de bloedsamenstelling

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1. Waar in de nieren begint het uitwendig milieu
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

2. Bij hoeveel ml krijg je aandrang om te plassen
A
200ml
B
400ml
C
500ml
D
300ml

Slide 7 - Quizvraag

4. Wat gebeurt er in het nefron
A
Filtratie van bloed
B
Productie hormonen die nierwerking beïnvloeden
C
Heropname van bruikbare stoffen in bloed
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

5. Hoeveel liter voorurine gaat via de
nierbuisjes ongeveer terug naar het bloed
timer
1:00
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

6. Hoeveel procent hiervan is ongeveer water
A
93%
B
99%
C
90%
D
96%

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

7. Hoeveel kg zout zit er
ongeveer in 180 liter voorurine
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

8. Hoeveel gram zout zit er ongeveer nog in 1,5 liter urine
A
18 gram
B
14 gram
C
6 gram
D
9 gram

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

9. Wat is de pH waarde van
een stof die neutraal is
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

10. Wat is de pH waarde
van het bloed
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

11. Welke patienten hebben
baat bij EPO en waarom
timer
2:00

Slide 26 - Open vraag

12. Waar kennen de meeste
mensen EPO van
timer
1:00

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide

timer
2:00
13. welke regulerende werking hebben
de nieren in de bloedsamenstelling
(noem in elk geval 2 van de 4)

Slide 31 - Woordweb

14. Welk hormoon stimuleert de
nierbuisjes om meer water uit
de voorurine aan het bloed af te geven
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

15. Hoe meer water in de
bloedvaten hoe lager de bloeddruk is
timer
1:00
waar
niet waar

Slide 33 - Poll

renine
werking angiotensine
angiotensinogeen
aldosteron
Teveel zouten
te weinig zouten
teveel water uitscheiden, daling bloeddruk
gevormd in juxtaglomerulaire cellen
stimuleert reabsorptie van natrium en uitscheiding kalium
water vasthouden, stijging bloeddruk
angiotensine
vaatvernauwing arteriolen

Slide 34 - Sleepvraag

A: teveel water uitscheiden, daling bloeddruk
6: te weinig zouten
B: gevormd in juxtaglomerulaire cellen
1: renine
C: stimuleert reabsorptie van Na en uitscheiding K
4: aldosteron
D: water vasthouden, stijging bloeddruk
5: teveel zouten
E: angiotensine
3: angiotensinogeen
F: vaatvernauwing arteriolen
2: werking angiotensine
Antwoorden van de sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

18. Wat scheiden de nieren meer of minder af om de zuurgraad van het bloed op peil te houden
A
waterstofcarbonaat
B
ammoniak
C
koolzuur
D
angiotensine

Slide 36 - Quizvraag

timer
1:30
19. wat doet het hormoon erytropoëtine
en waarvoor is dit van belang


Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Werken aan het verslag

Slide 40 - Tekstslide