Mening, argument en conclusie

H5
Lezen
mening, argumenten en conclusie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5
Lezen
mening, argumenten en conclusie

Slide 1 - Tekstslide

DOEL



- je weet (nog) wat een feit is 
- je weet (nog) wat een mening (standpunt) is 
- je weet (nog) wat een argument (reden) is 
- je weet wat een conclusie is
meningen, argumenten en conclusies in een tekst herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Mening, feit, argument & conclusie

Slide 4 - Tekstslide

Mening

Slide 5 - Woordweb

Argument

Slide 6 - Woordweb

Conclusie

Slide 7 - Woordweb

Feit
- Iets wat waar is
- Je kunt het controleren
- Je kunt het bewijzen

Slide 8 - Tekstslide

Mening
- Iets wat iemand vindt over iets
- Je kunt het herkennen aan:
'ik vind', 'volgens mij'
- Je kan het ermee eens en oneens zijn
- Ook wel standpunt genoemd

Slide 9 - Tekstslide

Argument
- De reden waarom iemand iets vindt
- Je kunt dit herkennen aan:
 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Slide 10 - Tekstslide

Conclusie
- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven
- Kort herhalen van mening en argument
- Je kunt het herkennen aan:
'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

Slide 11 - Tekstslide

Willem-Alexander is de koning van Nederland.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 12 - Quizvraag

Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 13 - Quizvraag

Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot moet verkopen.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 14 - Quizvraag

Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 15 - Quizvraag

Nederlands is het leukste vak op school.

a: feit b: mening c: argument d: conclusie
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 16 - Quizvraag

Dit is een leuke klas!

a: feit b: mening
A
Feit
B
mening

Slide 17 - Quizvraag

Mevrouw Straatman is docent Nederlands op het Lyceum aan Zee.

a: feit b: mening
A
Feit
B
mening

Slide 18 - Quizvraag

Feit, mening of argument?
  • Als je te laat bent, dan moet je je melden.
  • Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u
  • Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
  • Omdat hij goede standpunten heeft.
  • Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg: signaalwoorden


Slide 20 - Tekstslide

Noteer een signaalwoord voor een mening (standpunt).

Slide 21 - Open vraag

Noteer een signaalwoord voor een argument.

Slide 22 - Open vraag

Noteer een signaalwoord voor een conclusie.

Slide 23 - Open vraag