Onregelmatige ww quiz p. 88-91

irregular verbs quiz

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

irregular verbs quiz

Slide 1 - Tekstslide

  • Bij de volgende quizvragen geldt: als je de present perfect moet invullen, hoef je alleen het voltooid deelwoord in te vullen, dus zonder 'have/has'.

  • Als je twee of drie vormen moet invullen, laat je alleen een spatie ertussen. Geen streepjes - /  etc.

Slide 2 - Tekstslide

Irregular verbs
write - .......... - ............

Slide 3 - Open vraag

Irregular verbs:
lay - ... - ...

Slide 4 - Open vraag

Irregular verbs
become - .......... - ............

Slide 5 - Open vraag

irregular verbs
begin - ........ - ........

Slide 6 - Open vraag

Irregular verbs:
past simple van kruipen

Slide 7 - Open vraag

Irregular verbs:
voltooid deelwoord van breken

Slide 8 - Open vraag

Irregular verbs:
voltooid deelwoord van vangen

Slide 9 - Open vraag

Irregular verbs
see - ....... - .......

Slide 10 - Open vraag

Irregular verbs:
voltooid deelwoord van tekenen

Slide 11 - Open vraag

Irregular verbs:
swim - ....... - ........

Slide 12 - Open vraag

Irregular verbs:
wear - ....... - .......

Slide 13 - Open vraag

Irregular verbs:
weep - ....... - ........

Slide 14 - Open vraag

Irregular verbs:
go - ..... - ......

Slide 15 - Open vraag

Irregular verbs:
forget - ...... - ........

Slide 16 - Open vraag

Irregular verbs:
feel - ....... - ........

Slide 17 - Open vraag

Irregular verbs
fall - ...... - .......

Slide 18 - Open vraag

Irregular verbs:
lose - ..... - .....

Slide 19 - Open vraag

Irregular verbs
stink - ......... - .........

Slide 20 - Open vraag

Irregular verbs
draw - ......... - ............

Slide 21 - Open vraag

Irregular verbs:
'past simple' van 'ride'

Slide 22 - Open vraag

Irregular verbs:
voltooid deelwoord van 'send'

Slide 23 - Open vraag

Irregular Verbs:
voltooid deelwoord van schrijven

Slide 24 - Open vraag

Irregular Verbs:
wedden = .... - .... - ....

Slide 25 - Open vraag

Correct or incorrect?
My dad didn't knew I was home.
A
correct
B
incorrect

Slide 26 - Quizvraag

Correct or incorrect?
Did she spent all her money today?
A
correct
B
incorrect

Slide 27 - Quizvraag

past simple:
We ........ (not, know) who this man was.

Slide 28 - Open vraag

past simple:
I ............ (understand) why people liked him so much.

Slide 29 - Open vraag

past simple:
How .......... (he, feel) about being fired?

Slide 30 - Open vraag

present perfect:
He ....... (never, take) anything without asking.

Slide 31 - Open vraag

present perfect:
......... (you, think) about all the possibilities?

Slide 32 - Open vraag

present perfect:
Roald Dahl .......... (not, write) many sad stories.

Slide 33 - Open vraag

           THE END!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link