Winkelmedewerker 8

Detailhandel

Tweede blok
De winkelmedewerker
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DetailhandelPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Detailhandel

Tweede blok
De winkelmedewerker

Slide 1 - Tekstslide

Welkom

Wie zijn er?
Hoe is het?
Klantencontact gehad?

Slide 2 - Tekstslide

Vorige keren
Weten wat functies zijn en dat er verschillende functies zijn en deze opsommen
Weten welke verschillende taken en verantwoordelijkheden er zijn in een winkel.
Weten dat verschillende functies gekoppeld zijn aan taken en verantwoordelijkheden
Weten dat taken bestaan uit verschillende werkzaamheden
Weten welke dagelijkse, wekelijkse en periodieke werkzaamheden er in een winkel zijn
Weten wat een werkrooster is en waarvoor het wordt gebruikt
Weten wat een beroepshouding is (kennis & vaardigheden)
Weten wat sociaal zijn is en weten hoe je omgaat met kritiek
Weten wat (non) verbale communicatie betekend.
Advertentie gemaakt



Slide 3 - Tekstslide

Vorige keren

Theorie & opdrachten
Kassa bediening
Inpakken
Spiegelen
Verkooptrucs
Advertentie

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag

Herhaling en toetsen stof tot nu toe
Peppels
Theorie + opdracht
Prijzen en producten controle
Rekenopdracht

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling en toetsen stof tot nu toe
Functies
Taken, verantwoordelijkheden & werkzaamheden
Dagelijkse, wekelijkse en periodieke werkzaamheden
Werkrooster / planning
Beroepshouding (kennis & vaardigheden)
Sociaal zijn en omgaan met kritiek
(Non) verbale communicatie

Slide 6 - Tekstslide

Een functie is .............
A
De besturingsknop van je telefoon
B
Een rol binnen het bedrijf
C
Een bedrijf binnen je rol
D
Iets dat je moet doen

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de onderstaande antwoorden is geen functie in een winkel
A
Bedrijfsleider
B
Vakkenvuller
C
Kassamedewerker
D
Tandarts

Slide 8 - Quizvraag

Een taak is .............
A
Het zorgen dat werkzaamheden goed worden uitgevoerd
B
Iets dat je niet moet doen
C
Iets dat je moet doen
D
Het uitvoeren van werkzaamheden

Slide 9 - Quizvraag

Een taak van de kassamedewerker is .............
A
het aansturen van winkelmedewerkers
B
het maken van een werkrooster
C
zorgen dat klanten aan de kassa geholpen worden
D
zorgen dat het juiste geld in de kassa zit aan het einde van de dag

Slide 10 - Quizvraag

Een taak van de bedrijfsleider is .............
A
het aansturen van winkelmedewerkers
B
zorgen dat de persoon zelf de vakken goed en netjes vult
C
alleen klanten te helpen bij de kassa
D
Klachten doorsturen naar de stagiair

Slide 11 - Quizvraag

Een verantwoordelijkheid betekent .......
A
Dat je ervoor zorgt dat de taak goed wordt uitgevoerd
B
Dat je ervoor zorgt dat er verschillende functies zijn
C
Iets dat je moet doen
D
Een opdracht

Slide 12 - Quizvraag

Een verantwoordelijkheid van de kassamedewerker is .............
A
zorgen dat er voldoende winkelmedewerkers in de winkel zijn
B
zorgen dat artikelen zijn aangevuld
C
zorgen dat klanten aan de kassa geholpen worden
D
zorgen dat het juiste geld in de kassa zit aan het einde van de dag

Slide 13 - Quizvraag

Dagelijkse werkzaamheden zijn bijvoorbeeld:
A
Winkel opnieuw inrichten
B
Controle pakbon
C
Bestellen producten
D
Klanten begroeten

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de onderstaande functies is geen leidinggevende functie
A
Bedrijfsleider
B
Afdelingschef
C
Winkelmedewerker
D
Filiaalleider

Slide 15 - Quizvraag

Een verantwoordelijkheid van een vakkenvuller is ............
A
Zorgen dat de kassa klopt
B
Zorgen dat de winkel vol staat met producten
C
klachten oplossen
D
Artikelen juist en netjes aanvullen

Slide 16 - Quizvraag

Werkzaamheden zijn .........
A
dingen die je moet doen om je verantwoordelijkheid uit te voeren
B
in een winkel allemaal voor diegene die als laatste binnen kwam
C
activiteiten die je moet doen om een taak uit te voeren
D
altijd super vervelend

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn geen werkzaamheden in een winkel?
A
Artikel prijzen
B
Artikel maken
C
Artikel presenteren
D
Artikelen ontvangen

Slide 18 - Quizvraag

De belangrijkste taken van een winkelmedewerker zijn:
A
Artikelen presenteren Goederen ontvangen en verwerken Winkel onderhouden Omgaan met klanten
B
Artikelen afrekenen Goederen versturen en verwerken Winkel onderhouden Omgaan met klanten
C
Artikelen onderhouden Goederen ontvangen en verwerken Winkel presenteren Omgaan met collega's
D
Artikelen presenteren Goederen onderhouden Winkel presenteren Goederen verwerken

Slide 19 - Quizvraag

Periodieke werkzaamheden zijn bijvoorbeeld:
A
Klanten helpen
B
Controle pakbon
C
Tellen van producten
D
Afrekenen

Slide 20 - Quizvraag

Welke soort werkzaamheden zijn er niet in een winkel?
A
Wekelijkse
B
Sloop
C
Dagelijkse
D
Periodieke

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zaken staan meestal niet op een werkrooster van een winkel
A
Naam medewerker
B
Dag en tijd
C
Naam klant
D
Werkzaamheden

Slide 22 - Quizvraag

Welke onderdelen staan meestal op een planning?

Slide 23 - Open vraag

Een werkrooster is altijd digitaal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een werkrooster is altijd analoog?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een goede beroepshouding heeft te maken met?
A
Kennis & vaardigheden
B
Kennis & verantwoordelijkheden
C
Krenten & eigenaardigheden
D
Luisteren, kijken en lezen

Slide 26 - Quizvraag

Een goede beroepshouding heeft te maken met?
A
Kennis & vaardigheden
B
Kennis & verantwoordelijkheden
C
Krenten & eigenaardigheden
D
Luisteren, kijken en lezen

Slide 27 - Quizvraag

Vaardigheden zijn .........
A
wat je weet
B
wat je hoopt
C
wat je kunt
D
wat je zegt

Slide 28 - Quizvraag

Verbale communicatie is met woorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Een handgebaar is een vorm van non-verbale communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag



Waar wordt je op beoordeeld?
Wat moet je kunnen?

Iedereen mag zichzelf op beoordelen
Zet je naam erop en er mag onderbouwing bij 
Peppels

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link


Lezen blz.57 & 58
Opdrachten


Sociaal zijn

Slide 33 - Tekstslide

Wat is kritiek?




Kritiek
Positief/negatief
Geven/ontvangen
Omgaan met kritiek
Wat heb je eraan?

Slide 34 - Tekstslide


Lezen blz.58 & 59
Opdrachten
Kritiek

Slide 35 - Tekstslide

Geef positieve kritiek


Geef negatieve kritiek
Kritiek

Slide 36 - Tekstslide

Prijsstickers
Opdracht

Iedereen kiest een schap en controleert of de juiste prijzen onder op het product staan. Is dit niet het geval, dan houdt je deze apart zodat je ze juist kunt prijzen.

De onjuist geprijsde artikelen gaan we opnieuw en juist prijzen

Slide 37 - Tekstslide

Geld rekenen
Opdrachten uit het werkboek tot en met opdracht 12

Indien klaar is het afronden werkblad


De winkelmedewerker

Slide 38 - Tekstslide

Beroepshouding
Kennis en vaardigheden
Omgaan met andere (communicatie & sociaal zijn)
Geld rekenen
Werken met prijsstickers



Wat hebben we geleerd?

Slide 39 - Tekstslide


Taken 
Dit zijn taken die ook in de winkel voorkomen
Werkzaamheden van de winkelmedewerker

Slide 40 - Tekstslide