Snelheid

Herhaling
Fysica als exacte wetenschap
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Fysica als exacte wetenschap

Slide 1 - Tekstslide

Welke wetenschap is geen toegepaste wetenschap?
A
Geneeskunde
B
Tandheelkunde
C
Wiskunde
D
Informatica

Slide 2 - Quizvraag

Een spijker roest
A
Biologie
B
Chemie
C
Fysica

Slide 3 - Quizvraag

De snelheid van een auto
A
Biologie
B
Chemie
C
Fysica

Slide 4 - Quizvraag

Water verdampt
A
Biologie
B
Chemie
C
Fysica

Slide 5 - Quizvraag

Een kind heeft koorts
A
Biologie
B
Chemie
C
Fysica

Slide 6 - Quizvraag

Aardappels koken
A
Biologie
B
Chemie
C
Fysica

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling
Snelheid

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heet het symbool 'Δ' in de fysica?
A
Alpha
B
Gamma
C
Delta
D
Verplaatsing

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het symbool 'Δ' in de fysica?
A
Vermenigvuldig
B
Verschil
C
Tijd
D
Verplaatsing

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de formule voor snelheid?
A
v=ΔtΔv
B
v=ΔvΔt
C
v=ΔvΔt
D
V=ΔtΔv

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de SI-eenheid voor afstand?
A
km
B
mm
C
cm
D
m

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip wordt altijd in een rechte lijn gemeten?
A
Verplaatsing
B
Afgelegde weg

Slide 13 - Quizvraag

Ogenblikkelijke snelheid kun je...
A
berekenen.
B
uit een grafiek aflezen.
C
aanvoelen.
D
beredeneren.

Slide 14 - Quizvraag

Bij een trajectcontrole wordt de ... van de voertuigen berekend.
A
ogenblikkelijke snelheid
B
gemiddelde snelheid
C
afstand
D
massa

Slide 15 - Quizvraag

1 h is gelijk aan ...
A
60 s.
B
3600 s.
C
3600 min.
D
100 s.

Slide 16 - Quizvraag

Wouter rijdt met zijn fiets aan 10,2 m/s. Hoeveel afstand legt hij af op 10 s?
A
10,2 m
B
1020 m
C
102 m
D
1,02 m

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de ogenblikkelijke
snelheid bij t = 10 s?
A
150 m/s
B
4 m/s
C
7,5 m/s
D
15 m/s

Slide 18 - Quizvraag

Wat begrijp je nog niet van het thema snelheid?

Slide 19 - Open vraag