Vraagwoorden
1 / 36
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wie is jouw docent?
A
Hanneke
B
De pen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is dit?
A
Een puntenslijper
B
Yousef
Slide 7 - Quizvraag
Wat doe je?
A
gisteren
B
nederlandse les
Slide 8 - Quizvraag
Waar ben je?
A
op school
B
het potlood
Slide 9 - Quizvraag
Waar ga je naar toe?
A
naar huis
B
gisteren
C
omdat ik honger heb
Slide 10 - Quizvraag
________ moeten we doen?
A
Wie
B
Wat
Slide 11 - Quizvraag
________ is boos?
A
Wie
B
Wat
Slide 12 - Quizvraag
____ moet ik schrijven in mijn schrift?
A
Wie
B
Wat
Slide 13 - Quizvraag
_______ doe je?
A
Wie
B
Wat
Slide 14 - Quizvraag
______ is moe?
A
Wie
B
Wanneer
Slide 15 - Quizvraag
_______ woon jij? In Balk.
A
Wie
B
Waar
C
Wat
Slide 16 - Quizvraag
_______ is de docent? Zij is op school.
A
Wie
B
Waar
C
Wat
Slide 17 - Quizvraag
____ drinkt de thee?
A
Wie
B
Wat
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wie _____ ____ ?
Slide 20 - Woordweb
Wat _____ ____ ?
Slide 21 - Woordweb
Waar _____ ____ ?
Slide 22 - Woordweb
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wanneer ga je naar school?
A
op maandag en dinsdag
B
op dinsdag en woensdag
C
op woensdag en donderdag
D
op dinsdag en donderdag
Slide 26 - Quizvraag
Wanneer heb jij een afspraak?
A
In Den Bosch
B
Op 25 januari
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet jij?
A
Drie
B
Lotte
Slide 28 - Quizvraag
Hoeveel pennen heb jij?
A
vier
B
rood
Slide 29 - Quizvraag
Wanneer is het weekend?
A
in Arnhem
B
op zaterdag en zondag
C
mijn broer
Slide 30 - Quizvraag
Hoeveel dagen zitten in een week?
A
gisteren
B
7
C
Nina
D
4
Slide 31 - Quizvraag
_______ ben je thuis? Om 12 uur.
A
Wanneer
B
Waar
C
Hoeveel
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Wanneer _____ ____ ?
Slide 34 - Woordweb
Waarom ____ ____?
Slide 35 - Woordweb
Hoe _____ ____ ?
