Ethiek - les 8 - Oefentoets

Ethiek laatste les
Welkom!

Laat je laptop in je tas!


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethiek laatste les
Welkom!

Laat je laptop in je tas!


Slide 1 - Tekstslide

Deze les

Laatste deel deugdethiek (kort!) + opmerking PO's

Klassikaal: hoedje op, hoedje af

Zelfstandig: Oefentoets & studeren

Slide 2 - Tekstslide

Niet teveel

Wijsheid: 

Moed: 

Matigheid: 

Rechtvaardigheid: 


Maar ook niet te weinig

Wijsheid: 

Moed: 

Matigheid: 

Rechtvaardigheid: 

Slide 3 - Tekstslide

Niet teveel

Wijsheid: overanalyseren

Moed: roekeloos

Matigheid: vreugdeloos

Rechtvaardigheid: inflexibel?


Maar ook niet te weinig

Wijsheid: ondoordacht

Moed: laf

Matigheid: losbandigheid

Rechtvaardigheid: onrecht

Slide 4 - Tekstslide

Goed mens = goed handelen
Het gaat bij deugdenethiek niet om bepaalde doelen en ook niet om allerlei dwingende gedragsregels.

Deugdenethiek: ‘wat voor een mens wil ik zijn?’ of: ‘wat maakt iemand tot een goed mens?’ Als mensen zelf goed/verstandig zijn, volgt het goede handelen dan vanzelf.

Leren door opvoeding, onderwijs, buurt, kerk/moskee

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 54: Acute operatie

Je bent hartspecialist in een ziekenhuis. Om twee uur ’s nachts komen er twee spoedgevallen binnen. Deze twee mensen moeten acuut geholpen worden om doodsgevaar af te wenden. De ene patiënt is een dementerende alleenstaande bejaarde vrouw van 73 jaar. De andere patiënt is een levenslustige jonge vrouw van 27 jaar, gehuwd en moeder van 3 kinderen. Ze zijn op exact hetzelfde moment aangemeld. 

Wie moet je als eerste opereren als je kijkt naar de deugdethiek? En waarom? 


Slide 6 - Tekstslide

Deugdzaam handelen
Beslissen om de jongere vrouw eerst te opereren, niet omdat het leven van de oudere vrouw minder waardevol is, maar omdat de jongere vrouw meer mensen direct beïnvloedt en meer jaren te leven heeft, wat kan worden beschouwd als een rechtvaardige overweging. Dit zou een voorbeeld zijn van deugdzaam handelen dat rekening houdt met wijsheid, rechtvaardigheid, moed, en compassie.

Concluderend: dit is de meest voor de hand liggende ethische benadering, gevolgenethiek vliegt soms uit de bocht (denk aan z'huis), beginselthiek te star (soms is het beter om iets soepeler te zijn, bijvoorbeeld om niet eerlijk te zijn)

Slide 7 - Tekstslide

Hoedje op, hoedje af
Iedereen gaat staan

Steeds 2 opties: hoedje op of hoedje af

Af? Ga zitten maar blijf meespelen (alleen niet om de prijzen)


Slide 8 - Tekstslide

Oefentoets
Oefentoets staat bij materiaal lesson-up
Antwoorden staan daar ook bij

Toetsstof: Reader blz 3 t/m bladzijde 19 
TOT kopje 3.4 Levensbeschouwing en ethiek (die dus niet meer)

Aan de slag! Rustig, zodat iedereen kan studeren

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent zaken vanuit diverse optieken bekijken?

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn voorbeelden van ethische uitspraken?
A
Het is goed weer
B
Het is positief dat er minder armoede in de wereld is
C
Door zijn goede spel viel de speler op bij de scouts
D
Behandel een ander zoals je zelf ook behandeld wilt worden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen instrumentele en intrinsieke waarden? Laat zien door de waarde eerlijkheid.

Slide 12 - Open vraag

Noem de drie hoofdstromen binnen de gevolgenethiek

Slide 13 - Open vraag

Thomas Hobbes wordt gerekend tot de hedonisten. Wat waren zijn ideeën?

Slide 14 - Open vraag

Wat is een ethisch dilemma?

Slide 15 - Open vraag

Tot welke ethische stroming behoorde Kant?

Slide 16 - Open vraag

Wat moet je doen volgens Kant als je twijfelt wat te doen?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn waarden?

Slide 18 - Open vraag

Wat verstaan we onder de ethische optiek?

Slide 19 - Open vraag

Wat verstaan we onder normen?

Slide 20 - Open vraag

We kunnen een drietal morele normen onderscheiden. Welke?

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn publieke normen?

Slide 22 - Open vraag

Geef de definitie van moraal

Slide 23 - Open vraag

Noem tenminste 4 deugden

Slide 24 - Open vraag

Om welke vraag draait het in de deugdethiek

Slide 25 - Open vraag

Waarin verschilt het eudemonisme van het hedonisme?

Slide 26 - Open vraag

Wat is utilisme?

Slide 27 - Open vraag

Geef de definitie van hedonisme

Slide 28 - Open vraag

Noem twee bekende utilisten

Slide 29 - Open vraag

Waar draait het om bij de beginselethiek?

Slide 30 - Open vraag

Noem 2 voorbeelden van zulke beginselen

Slide 31 - Open vraag

Epicurus vond dat je blind je genot moest nastreven. Klopt deze stelling?

Slide 32 - Open vraag

Hoe en waar ontwikkel je deugden, zodat je kunt uitgroeien tot een goed persoon?

Slide 33 - Open vraag