Bronnen LU regering en parlement

§3.5 De regering regeert​
Hoe werkt de Nederlandse regering?​
1. Twee kennisvragen: over §3.4 Verkiezingen​ en zetelverdeling
2. Uitleg begrijppen §5 (helft)
3. Tussendoor openvragen, sleepvragen en filmpjes
4. Online werkboek §3.5 opdrachten maken.
Jullie leren de begrippen:
1. Regering

2. Kabinet
3. Minister
4. Staatssecretaris
5. Premier, minister-president
6. Troonrede
7. Miljoenennota
8. Coalitie
9. Regeerakkoord
Filmpjes: Verkiezingen 2021; 
Regels voor eerlijke verkiezingen; Partijprogramma's; 
VoxPop Gewone Nederlanders.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

§3.5 De regering regeert​
Hoe werkt de Nederlandse regering?​
1. Twee kennisvragen: over §3.4 Verkiezingen​ en zetelverdeling
2. Uitleg begrijppen §5 (helft)
3. Tussendoor openvragen, sleepvragen en filmpjes
4. Online werkboek §3.5 opdrachten maken.
Jullie leren de begrippen:
1. Regering

2. Kabinet
3. Minister
4. Staatssecretaris
5. Premier, minister-president
6. Troonrede
7. Miljoenennota
8. Coalitie
9. Regeerakkoord
Filmpjes: Verkiezingen 2021; 
Regels voor eerlijke verkiezingen; Partijprogramma's; 
VoxPop Gewone Nederlanders.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Herhaling dmv quiz
Uitleg
Discussie

Na deze les kan je: 
- uitleggen wat de belangrijkste taken van de regering zijn
- uitleggen wat de belangrijkste taken van de koning zijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland hebben we een
A
evenredig kiesstelsel
B
meerderheidsstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

is de leider van de groep ministers
zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak
Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden. 
Is het dagelijks bestuur van het land. 
minister
minister president
regering
politieke partij

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe democratie
Indirecte democratie
Referendum
Nederland is een...
Stemmen op een partij
Er is een volksvertegenwoordiging
Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel algemeen belang
Geen algemeen belang
veiligheid op straat
Goede dijken
Mensen vaccineren tegen corona
Goede trein verbindingen
Het hebben van een mobiele telefoon
Hoe laat je thuis mag komen van een feestje

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe democratie

Indirecte democratie

IJe stemt in onze klaslokaal  
Je gaat naar een sportveld om over een nieuwe tribune  te stemmen 
Er is een volksvertegenwoordiging 
Referendum
Stemmen op een partij
Nederland is een..

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Voert wetten uit
Maakt wetten
Rechtspraak
Eerste en tweede kamer

OM en rechter

Ambtenaren

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minister president
Eerste kamer
Tweede kamer
Ministers

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland geldt bij de zetelverdeling het stelsel van ...
(2 antwoorden)
A
Kiesstelsel waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.
B
Kiesstelsel waarbij een land wordt verdeeld in districten en waarbij de afgevaardigde die de meeste stemmen haalt in het district in het parlement komt.
C
Districten- of meerderheidsstelsel
D
Evenredige vertegenwoordiging

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a) Het afgeronde opkomstpercentage is:........b) De kiesdeler is in dit geval:..........
c) Stel dat een partij 300.000 stemmen heeft gekregen. Hoeveel zetels krijgt deze partij dan in de Tweede Kamer?

Slide 13 - Tekstslide

a) Het afgeronde opkomstpercentage is 79 procent.
(10,5 miljoen gedeeld door 13,3 miljoen).
b) De kiesdeler is in dit geval 70.000.
(10,5 miljoen uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 zetels).
c) Deze partij krijgt dan vier zetels.
(300.000 gedeeld door 70.000 (is iets meer dan 4)).
a) Het afgeronde opkomstpercentage is:...
b) De kiesdeler is in dit geval:
c) Stel dat een partij 300.000 stemmen heeft gekregen. Hoeveel zetels krijgt deze partij dan in de Tweede Kamer?

Slide 14 - Open vraag

a) Het afgeronde opkomstpercentage is 79 procent.
(10,5 miljoen gedeeld door 13,3 miljoen).
b) De kiesdeler is in dit geval 70.000.
(10,5 miljoen uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 zetels).
c) Deze partij krijgt dan vier zetels.
(300.000 gedeeld door 70.000 (is iets meer dan 4)).

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is de taak van een informateur?​
2. Waarom is het vaak moeilijk om een regeerakkoord te vormen?​

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kabinet is
A
De koning en de ministers.
B
Het dagelijks bestuur van het land, bestaande uit ministers en staatssecretarissen.
C
Een samenwerkingsverband van twee of meer politieke partijen.
D
De leider van de regering.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: werkboek opdrachten §3.4 maken.
§. 4: Lezen § 4; 
Maken 2, 4, 5, 6, 7 (F) en 
9, 11, 12, 15 en 16 (V).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les dinsdag 29/11

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel: begrippen kennen
1. Regering   -     2. Kabinet      -         3. Minister
4. Staatssecretaris     -             5. Premier, minister-president
6. Troonrede  -    7. Miljoenennota
8. Coalitie
9. Regeerakkoord

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies