10.4 - Bloed- en orgaandonatie

Vandaag
  1. Quiz over de stof van vorige week
  2. 10:4: Orgaandonatie en bloeddonatie
  • Zelf aan de slag met theorie en opdrachten over orgaandonatie
  • Uitleg over bloeddonatie + quizvragen
  • Opdrachten maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  1. Quiz over de stof van vorige week
  2. 10:4: Orgaandonatie en bloeddonatie
  • Zelf aan de slag met theorie en opdrachten over orgaandonatie
  • Uitleg over bloeddonatie + quizvragen
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Uhh, hoe zat het ook alweer?
Met je afweersysteem, corona en vaccinaties... Weet je het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Je eerste afweerlinie bestaat uit...
A
Macrofagen, ofwel vreetcellen
B
Je huid en slijmvliezen
C
Je specifieke afweer: antistofcellen en T-cellen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?
A
Alle virussen maken je ziek, terwijl er ook goedaardige bacteriën zijn.
B
Bacteriën kunnen zichzelf voortplanten, virussen hebben jouw cellen daarvoor nodig.
C
Alle bacteriën maken je ziek, terwijl er ook virussen zijn die je géén kwaad doen.

Slide 4 - Quizvraag

Welk kenmerk van macrofagen is ONJUIST?
A
Elke macrofaag is specifiek voor één ziekteverwekker.
B
Macrofagen herkennen ziekteverwekkers aan hun lichaamsvreemde antigenen
C
Een ander woord voor macrofaag is 'vreetcel'
D
Een macrofaag 'eet' de ziekteverwekker op

Slide 5 - Quizvraag

antistofcel
virus
antistof
antigeen

Slide 6 - Sleepvraag

Antigeen is gemeen
Antistof is tof

Slide 7 - Tekstslide

Het coronavirus brengt een strengetje RNA je cellen binnen. Wat gebeurt er in je cel met dat stukje RNA?

Slide 8 - Open vraag

Het Pfizer en Moderna vaccin bevatten een stukje RNA. Waar bevat dit RNA het recept voor?

Slide 9 - Open vraag

Je ribosomen lezen het RNA af, en gaan virusuitsteeksels produceren.
Je T-cellen en antistofcellen herkennen de virusuitsteeksels als lichaamsvreemd, en ruimen de cellen op en maken antistoffen. 
Met het vaccin wordt RNA in je cellen ingebracht.
Er worden geheugencellen gemaakt.
Wanneer je met het échte coronavirus in aanraking komt, komt deze reactie veel sneller op gang. Je wordt niet meer ziek.

Slide 10 - Sleepvraag

Natuurlijk
Kunstmatig
Actief
Passief
antistof in moedermelk
je krijgt corona en wordt beter
injectie met vaccin
antistofinjectie

Slide 11 - Sleepvraag

Orgaandonatie & Bloeddonatie
Orgaandonatie:
  • Lees blz 117
  • Maak opdracht: 15, 17ac, 18
  • Terug over 10 minuten. 
  • Eerder klaar? Lees alvast blz 114-115

Slide 12 - Tekstslide

Maak hier een foto van opdracht 8 (blz 158 van je werkboek)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Oplossing: antiresus inspuiten --> moeder maakt geen geheugencellen

Slide 16 - Tekstslide

Mensen die resuspositief zijn, hebben:
A
wel resusantigenen
B
geen resusantigenen

Slide 17 - Quizvraag

Is de stelling juist of onjuist?

Resusnegatief bloed bevat altijd antistoffen voor het resus-antigeen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer kan de resus-factor problemen opleveren bij een zwangerschap?
A
Moeder: rh+ Kind: rh-
B
Moeder: rh+ Kind: rh+
C
Moeder: rh- Kind: rh-
D
Moeder: rh- Kind: rh+

Slide 19 - Quizvraag

Opdrachten: 4, 6, 9, 10, 11, 12, (15, 17ac, 18)

Slide 20 - Tekstslide

Groot nieuws..

Slide 21 - Tekstslide

Wil je Joanne daar nog iets over vragen?

Slide 22 - Open vraag