H8 herhaling

Hoofdstuk 8
Herhaling t/m 8.4

Uitleg paragraaf 8.5 deel 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Herhaling t/m 8.4

Uitleg paragraaf 8.5 deel 1

Slide 1 - Tekstslide



Met deze formule bereken je
A
inhoud cilinder
B
omtrek cirkel
C
oppervlakte cirkel
D
oppervlakte driehoek

Slide 2 - Quizvraag


Met welke formule kan ik de inhoud van een cilinder berekenen?
A
inhoud cilinder= pi x diameter x hoogte
B
inhoud cilinder = pi x diameter x diameter x hoogte
C
inhoud cilinder= pi x straal x hoogte
D
inhoud cilinder= pi x straal x straal x hoogte

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de inhoud van
deze cilinder?
A
829dm3
B
415dm3
C
2488dm3
D
9953dm3

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de inhoud van
deze piramide?
A
7 x 5 : 3 = 11,67
B
4 x 3 : 3 = 4
C
3 x 4 x 5 = 60
D
3 x 4 x 5 : 3 = 20

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de inhoud van de piramide?
A
36 cm3
B
12 cm3
C
18 cm3
D
108 cm3

Slide 6 - Quizvraag


inhoud prisma =  
opp grondvlak  x  hoogte 
Welk vlak is het grondvlak?
A
ABDE
B
BECF
C
ABC
D
ADFC

Slide 7 - Quizvraag


Wat is de inhoud van de prisma?
A
28 cm3
B
112 cm3
C
56 cm3
D
Kun je niet berekenen.

Slide 8 - Quizvraag

Welke formule hoort er bij de vergrotingsfactor?
A
Vergrotingsfactor = Lengte origineel : lengte beeld
B
Vergrotingsfactor = Lengte beeld : lengte origineel
C
Vergrotingsfactor x lengte beeld = lengte origineel
D
Vergrotingsfactor = lengte x breedte

Slide 9 - Quizvraag

Als de maten van een beeld met dezelfde factor vergroot zijn, dan zijn de twee plaatjes ............
A
even lang
B
met dezelfde oppervlakte
C
even groot
D
gelijkvormig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor?
A
2,5
B
2
C
8,75- 3,5 = 5,25
D
iets meer dan 1

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
2
C
0,5
D
7,5

Slide 12 - Quizvraag


A
lengte 9,2 cm en breedte 3,5 cm
B
lengte 8 cm en breedte 3 cm
C
lengte 2 cm en breedte 0,75 cm
D
lengte 12 cm en breedte 4,5 cm

Slide 13 - Quizvraag

De foto hiernaast heeft de afmetingen 3,5 bij 4,5 cm

De foto wordt vergroot met factor 3.
Wat zijn nu de nieuwe maten van de foto?
A
47 bij 25
B
10,5 bij 13,5
C
15 bij 75
D
30 bij 40

Slide 14 - Quizvraag

Jan legt een foto van 28 bij 36 cm onder het kopieerapparaat.
Hij kiest voor 75%
Wat zijn de maten van de gekopieerde foto?
Schrijf op als .... bij ....

Slide 15 - Open vraag

Hoe weet je dat deze 2 driehoeken gelijkvormig zijn?

Slide 16 - Open vraag

Formules bij vergrotingsfactor    


  • Bij lengte:                  lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel
                                            vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

  • Bij oppervlakte:      Opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel

  • Bij inhoud:               Inhoud beeld = vergrotingsfactor3 x Inhoud origineel
                 

Slide 17 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
bij oppervlakte

 Opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel
De vergrotingsfactor is 4,5 : 1,5 = 3

 Oppervlakte origineel:


Oppervlakte beeld: 





1,51,9=2,85cm2
322,85=25,65cm2

Slide 18 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




De vergrotings-
factor is 2 

Slide 19 - Tekstslide

Welke formule hoort er bij het vergroten van de oppervlakte?
A
Vergrotingsfactor^3* oppervlakte origineel
B
Vergrotingsfactor^2
C
Vergrotingsfactor^2 * oppervlakte beeld
D
Vergrotingsfactor^2 * oppervlakte origineel

Slide 20 - Quizvraag

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting?

A
4² x 10 =160
B
4 x 10 =40
C
4x4x4 x 10 =640
D
dat kun je niet weten

Slide 21 - Quizvraag

Een pasfoto heeft een oppervlakte van 6 cm2. De pasfoto wordt vergroot met vergrotingsfactor 5. Wat wordt de nieuwe oppervlakte?
A
30cm2
B
180cm2
C
150cm2
D
60cm2

Slide 22 - Quizvraag

Zet de juiste formules bij elkaar.
vergrotingsfactor = 
oppervlakte vergroting =
inhoud vergroting = 
lengte beeld: lengte origineel
opp. origineel x vergrotingsfactor2
inhoud origineel x vergrotingsfactor3

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is de oppervlakte van het beeld?

Vergrotingsfactor is 2
Opp. origineel is 9 cm2
A
36
B
27
C
42
D
60

Slide 24 - Quizvraag

Vergroting oppervlakte
Vergroting inhoud
Vergrotingsfactor X origineel
Vergrotingsfactor2 X origineel
Vergrotingsfactor3 X origineel

Slide 25 - Sleepvraag

Paragraaf 8.5: maken opgaven 59 t/m 64

Klaar? Start met de Diagnostische toets hoofdstuk 8 
HAVO: Maken hoofdstuk 7 (lees goed de theorie!)
 

Slide 26 - Tekstslide