Opgave woordenschat H2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de betekenis van de volgende zinnen?
De camping bevond zich aan de voet van de berg.
Onze tuin snakt naar regen.
Na het slechte bericht van de dokter stak mijn vader zijn kop in het zand.
De camping lag onderaan de berg.
deed … of er niets aan de hand was / ondernam … geen actie.
Onze tuin heeft dringend behoefte.

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het object in de volgende vergelijking?

Koen is zo sterk als een os.
A
Koen
B
Os

Slide 3 - Quizvraag

Wie de schoen past, trekke hem aan.
Ze trekt zich de haren uit het hoofd.
Het loopt met een sisser af.
Ze draagt het hart op de tong.
Hij heeft een gat in zijn hand.
Het probleem leek heel groot, maar viel uiteindelijk mee.
Wie schuldig is, moet zich aangesproken voelen.
Hij geeft te gemakkelijk geld uit.
Ze heeft er enorm veel spijt van.
Ze zegt direct wat ze denkt, zonder erbij na te denken.

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is het beeld in de volgende vergelijking?

Jouw nichtje is zo knap als een barbiepop.
A
Jouw nichtje
B
Een barbiepop

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de volgende zin de metafoor?
Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.

Slide 6 - Open vraag

'De golven aaien de zwemmers'.
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 7 - Quizvraag

Hij is als een sluwe vos.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 8 - Quizvraag

'Mijn hart maakte een sprongetje.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

vergelijking
metafoor
personificatie
De boekenwurm zat de hele vakantie met haar neus in de boeken. 
Hij lacht als een boer met kiespijn 
 Toen we op de alpenweide lagen, hoorden we in de verte een beekje murmelen

Slide 11 - Sleepvraag