Toets Elektriciteit Origineel

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Toets Elektriciteit

Deze digitale toets bevat rekenvragen en andere soort vragen. Bij de rekenvragen lever je je berekeningen als foto in. Houd rekening met het stappenplan! Noteer de formules hieronder in je schrift, en vergeet ze niet in de juiste vorm in je berekeningen te zetten!

Elektrisch rekenen (7)

- Bereken de stroom door een straalkachel van 1100 W als deze op het lichtnet / stopcontact is aangesloten. (T1-3)

- Een broodrooster staat gedurende 10 minuten aan. Het vermogen is 1100 W. De energie die wordt omgezet is ? kWh. Bereken de waarde van het “?”. (T1-4)

Elektrisch rekenen (7)

- Bereken de stroom door een straalkachel van 800 W als deze op het lichtnet / stopcontact is aangesloten. (T1-3)

- Een broodrooster staat gedurende 5 minuten aan. Het vermogen is 800 W. De energie die wordt omgezet is ? kWh. Bereken de waarde van het “?”. (T1-4)

Elektrisch rekenen (7)

- Bereken de stroom door een straalkachel van 1200 W als deze op het lichtnet / stopcontact is aangesloten. (T1-3)

- Een broodrooster staat gedurende 6 minuten aan. Het vermogen is 1200 W. De energie die wordt omgezet is ? kWh. Bereken de waarde van het “?”. (T1-4)

(U,I)-grafieken (5)

In de grafiek hiernaast staan 3 U,I-grafieken van 3 LED-lampjes.

- Bereken de weerstand van het gele lampje bij een stroom van 0,002 A. (T2-3)

- Leg met behulp van de grafiek uit, zonder berekening, of de weerstand van een LED bij toenemende spanning toe- of afneemt. (I-2)

(U,I)-grafieken (5)

In de grafiek hiernaast staan 3 U,I-grafieken van 3 LED-lampjes.

- Bereken de weerstand van het groene lampje bij een stroom van 0,002 A. (T2-3)

- Leg met behulp van de grafiek uit, zonder berekening, of de weerstand van een LED bij toenemende spanning toe- of afneemt. (I-2)

(U,I)-grafieken (5)

In de grafiek hiernaast staan 3 U,I-grafieken van 3 LED-lampjes.

- Bereken de weerstand van het rode lampje bij een stroom van 0,002 A. (T2-3)

- Leg met behulp van de grafiek uit, zonder berekening, of de weerstand van een LED bij afnemende spanning toe- of afneemt. (I-2)

Schakeling (9)

Zie figuur hiernaast. Er geldt: Ubron = 20 V, UA = 8 V, RC = 20 Ω, RD = 32 Ω, ID = 0,25 A.

- Neem de tekening over en zet de waardes op de juiste plek. (R-1)

Weerstand B is een gewikkelde staaldraad van 250 m lang.

- Bereken de Rv, AC (T2-4)

- Bereken de dikte van de staaldraad. (T2-4)

Schakeling (9)

Zie figuur hiernaast. Er geldt: Ubron = 20 V, UA = 8 V, RC = 20 Ω, RD = 32 Ω, ID = 0,25 A.

- Neem de tekening over en zet de waardes op de juiste plek. (R-1)

Weerstand B is een gewikkelde staaldraad van 250 m lang.

- Bereken de Rv, AC (T2-4)

- Bereken de dikte van de staaldraad. (T2-4)

Schakeling (9)

Zie figuur hiernaast. Er geldt: Ubron = 20 V, UA = 8 V, RC = 20 Ω, RD = 32 Ω, ID = 0,25 A.

- Neem de tekening over en zet de waardes op de juiste plek. (R-1)

Weerstand B is een gewikkelde staaldraad van 250 m lang.

- Bereken de Rv, AC (T2-4)

- Bereken de dikte van de staaldraad. (T2-4)

Goed

Fout

Een positief geladen voorwerp bevat teveel elektronen

Ongelijke ladingen stoten elkaar af

Een brandend lampje verbruikt elektrische stroom

Overbelasting ontstaat als een apparaat kapot gaat.

Een stop/zekering voorkomt kortsluiting.

Een ampèremeter sluit je in serie aan

Goed

Fout

Een positief geladen voorwerp bevat teveel elektronen

Ongelijke ladingen stoten elkaar af

Hoe groter de spanning op een elektrisch apparaat, hoe groter de stroom door het apparaat.

Overbelasting ontstaat als meerdere apparaten kapot gaan.

Een stop/zekering veroorzaakt kortsluiting.

Een ampèremeter sluit je in parallel aan.

Goed

Fout

Een positief geladen voorwerp heeft elektronen verloren

Gelijke ladingen stoten elkaar af

Bij een gloeilamp neemt de weerstand toe als de temperatuur toeneemt.

Overbelasting ontstaat als meerdere apparaten teveel spanning vragen.

Een stop/zekering veroorzaakt kortsluiting.

Een voltmeter sluit je in parallel aan.

Goed

Fout

Een positief geladen voorwerp bevat weinig elektronen

Ongelijke ladingen trekken elkaar aan

Hoe groter de spanning op een elektrisch apparaat, hoe kleiner de stroom door het apparaat.

Overbelasting ontstaat als meerdere apparaten kapot gaan.

Een stop/zekering veroorzaakt kortsluiting.

De eenheid van energie is kWh.

Vraag