Herhaling 2.3+2.4

Herhaling 2.3+2.4
De Eerste Wereldoorlog
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 2.3+2.4
De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

...uitleggen wat de rol van Nederland was tijdens WO1

...uitleggen hoe WO1 eindigde en welke gevolgen dit had voor Europa
Aan het einde van de les kan je...

Slide 2 - Tekstslide

Klassikale uitleg

Zelfstandig opdrachten maken

Opdrachten nakijken
Doen

Slide 3 - Tekstslide

Nederland bleef neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze sloten zich niet aan bij een bondgenootschap. Hierdoor weinig oorlogsschade en weinig slachtoffers.

Voor de zekerheid werd wel het Nederlandse leger gemobiliseerd. Tijdens de oorlog werd het leger ook steeds groter. 
Taak van het leger: oostgrens beschermen tegen DU, kust beschermen tegen GB. 
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat het voor Nederland op politiek en economisch gebied betekende om neutraal te zijn.
Begrippen:
neutraal
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
A
DeBoze burgers
De eerste oorlogsjaren

Slide 4 - Tekstslide

De oorlog had ook gevolgen voor de handel die Nederland voerde. 

DU en GB stelden eisen aan Nederland: bepaalde producten niet verkopen aan de vijand. 
Daarom verbood Nederland de export van paarden en brandstof. 

Andere bedrijven maakten veel winst omdat sommige producten schaars werden. Aan de grens met België werd er stiekem gesmokkeld, o.a. brandstof. 
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
A
DeBoze burgers
De eerste oorlogsjaren

Slide 5 - Tekstslide

Langzaam maar zeker kwamen er steeds meer handelsbelemmeringen: handel werd moeilijker.

Handelsschepen liepen gevaar op zee:
  • De Engelsen plaatsten mijnen in de Noordzee
  • De Duitsers voerden een onbeperkte duikbotenoorlog: geallieerden en neutrale handelsschepen werden tot zinken gebracht.
Leerdoel:
Je kan uitleggen dat de Eerste Wereldoorlog na verloop van tijd leidde tot economische problemen in Nederland.
Begrippen:
handelsbelemmeringen
distributiestelsel
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
B
DeBoze burgers
Schade en schaarste

Slide 6 - Tekstslide

Veel bedrijven gingen dicht door een gebrek aan grondstoffen.

Er kwam meer werkloosheid.

Bovendien was er (ook in Nederland) voedselschaarste; de prijzen stegen met 75%.
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
B
DeBoze burgers
Schade en schaarste

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlandse overheid nam maatregelen:

  • Boeren kregen de opdracht meer graan te verbouwen. De regering kocht het tegen vastgestelde prijzen.
  • Er kwam een distributiesysteem: met bonkaarten kon je producten kopen zoals voedsel, zeep, brandstof. Hierdoor werden de producten beter verdeeld. 
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
B
DeBoze burgers
Schade en schaarste

Slide 8 - Tekstslide

Nederland kreeg ook te maken met vluchtelingen uit België: ruim één miljoen Belgen trokken naar Nederland in 1914. 

Nederlanders probeerden de Belgen op te vangen en onderdak te bieden, maar dat werd steeds moeilijker.

De regering besloot vluchtelingenkampen op te zetten door heel Nederland: zo hielpen alle provincies mee. 
Leerdoel:
Je kan twee gevolgen beschrijven die de komst van Belgische vluchtelingen had voor Nederland.
Begrippen:
Dodendraad
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
C
DeBoze burgers
Een stroom vluchtelingen

Slide 9 - Tekstslide

Veel Belgen trokken vanaf 1915 terug naar België.

Daarna was vluchten niet meer mogelijk: de grens werd door de Duitsers afgesloten met het dodendraad: een hek van prikkeldraad onder hoogspanning (2000 volt).

  • Vluchten werd bijna onmogelijk
  • De smokkel tussen Nederland en het buitenland werd minder. 

Nederland protesteerde niet. Deze draad hielp om neutraal te blijven. 

Ruim 1000 mensen kwamen hierdoor om het leven. De jongste was 4!!!
§2.3
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
C
DeBoze burgers
Een stroom vluchtelingen

Slide 10 - Tekstslide

Al voor de oorlog was er veel onvrede in Rusland:

  • Het grootste deel van de bevolking bestond uit arme boeren
  • Arbeiders moesten keihard werken voor een laag loon
  • De Tsaar (Russische keizer) en de adel hadden alle macht en rijkdom in handen. 

Soldaten waren slecht getraind, kregen weinig/slecht eten en hadden geen goede uitrusting. 
Leerdoel:
Je kan twee oorzaken en drie gevolgen van de Russische Revolutie noemen.
Begrippen:
communisme
Russische Revolutie
§2.4
Het einde van de oorlog
A
DeBoze burgers
De Russische Revolutie

Slide 11 - Tekstslide

In februari 1917 was de situatie onhoudbaar geworden.

Er was een enorm voedseltekort omdat veel boeren aan het front moesten vechten.

Er braken rellen uit in de hoofdstad Sint-Petersburg. Het leger wilde niet op de bevolking schieten.

De Tsaar moest aftreden.

Het was het begin van de Russische Revolutie
§2.4
Het einde van de oorlog
A
DeBoze burgers
De Russische Revolutie

Slide 12 - Tekstslide

Nadat de Tsaar was afgetreden, besloot de nieuwe, tijdelijke regering om de oorlog tegen Duitsland voort te zetten.

Veel Russen wilden dat niet.

Dit was de kans voor Vladimir Lenin, de leider van de communisten, om de macht te grijpen. 

Dit leidde tot de volgende veranderingen:
  • Rusland werd een communistisch land, met Lenin als leider
  • Lenin sloot vrede met de Duitsers: Rusland stapte dus uit de oorlog.
§2.4
Het einde van de oorlog
A
DeBoze burgers
De Russische Revolutie

Slide 13 - Tekstslide

Het communisme wil een samenleving waarin iedereen gelijk is. De productiefactoren (grond, grondstoffen, fabrieken) zijn in handen van de staat. 
§2.4
Het einde van de oorlog
A
DeBoze burgers
De Russische Revolutie
De hamer en de sikkel werden het symbool van het communisme. 
Het zijn de symbolen van de arbeiders: de sikkel van de boeren en de hamer van de fabrieksarbeiders. 
Het communisme is een extreme vorm van het socialisme

Slide 14 - Tekstslide

Communisten geloofden dat overal op de wereld de 'revolutie' van de arbeiders tegen de rijke machthebbers zou plaatsvinden. 

Ook in Nederland geloofde Pieter Jelles Troelstra (leider van de socialisten) in de revolutie: hij riep de revolutie uit.

Het was een grote mislukking en staat bekend als de 'Vergissing van Troelstra'.
§2.4
Het einde van de oorlog
A
DeBoze burgers
De Russische Revolutie

Slide 15 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog was ook een oorlog op zee:
  • Britse oorlogsschepen blokkeerde Duitse havens
  • Duitsers probeerden toevoer van goederen naar GB te blokkeren: onbeperkte duikbotenoorlog
  • Steeds meer Nederlandse en Amerikaanse koopvaardijschepen werden tot zinken gebracht. 
  • Hierdoor besloot de VS om in 1917 deel te nemen aan de oorlog.
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Duitsland uiteindelijk werd verslagen.
Begrippen:
onbeperkte duikbotenoorlog
wapenstilstand
§2.4
Het einde van de oorlog
B
DeBoze burgers
Duitsland wordt verslagen

Slide 16 - Tekstslide

Eind 1918 kwam in Duitsland het besef dat ze zouden verliezen. 

Het volk kwam in opstand tegen de keizer, deze moest aftreden. Hij vluchtte naar Nederland en kreeg hier asiel.

De nieuwe Duitse regering besloot om te stoppen met de oorlog.

Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend door Duitsland. Het Turkse Rijk en Oostenrijk-Hongarije hadden dit vlak daarvoor gedaan.

Frankrijk, Engeland en de VS waren de grote winnaars. Duitsland was de verliezer. 
§2.4
Het einde van de oorlog
B
DeBoze burgers
Duitsland wordt verslagen

Slide 17 - Tekstslide

In Duitsland bleef het onrustig na de wapenstilstand. De oorlog had voor armoede en ellende gezorgd.

Veel Duitsers waren ontevreden en teleurgesteld, vooral soldaten die terugkeerden van het front.

De onrustig werd nog groter toen Duitsland werd gedwongen het Verdrag van Versailles te tekenen. 
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke gevolgen de vredesverdragen hadden voor de centralen.
Begrippen:
Verdrag van Versailles
Volkenbond
§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 18 - Tekstslide

In het Verdrag van Versailles bepaalden de overwinnaars wat er in kwam te staan.

De belangrijkste bepalingen:
  • Duitsland moest herstelbetalingen doen van meer dan 100 miljard marken om de oorlogsschade van de overwinnaars te herstellen.
  • Duitsland moest gebieden in Europa afstaan. 
  • Duitsland moest koloniën afstaan.
  • Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 man
  • Duitsland mocht geen vloot hebben
  • In het Duitse Rijnland, mochten geen Duitse soldaten komen.

Doel van Frankrijk en Groot-Brittannië: Duitsland verzwakken zodat het geen grootmacht meer is. 
§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 19 - Tekstslide

Een apart onderdeel van het Verdrag van Versailles was de oprichting van de Volkenbond: een internationale organisatie die een nieuwe oorlog moest voorkomen. 

Het idee van de Volkenbond kwam van de Amerikaanse president Wilson.
§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 20 - Tekstslide

De Volkenbond had weinig invloed:
  • Amerika zelf werd geen lid
  • Duitsland en Rusland mochten geen lid worden. (traden toe als lid in 1926 en 1934)

Doordat deze grote landen geen lid waren, had de Volkenbond weinig te zeggen. 

In 1946 (na WO2) werd de Volkenbond opgeheven. 
§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 21 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden er nieuwe landen en nieuwe grenzen:

Het Turkse Rijk viel uit elkaar. Grote stukken van het Midden-Oosten werden verdeeld over GB en FR.

Oostenrijk-Hongarije viel uit elkaar. Er ontstonden nieuwe landen, zoals Oostenrijk, Hongarije, Joegoslavië,
Tsjecho-Slowakije. 
§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 22 - Tekstslide

§2.4
Het einde van de oorlog
C
DeBoze burgers
Vredesverdragen

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Herhalingsopdracht hoofdstuk 2 (classroom)

Ga verder waar je gisteren
bent gebleven 
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide