H3 onderzoek les 3

1 / 38
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

3.3
  • En je kan deze begrippen toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: welke stoffen worden doorgelaten door het celmembraan, en welke niet?
A
CO2 en Zuurstof en glucose niet, H2O wel
B
Zuurstof en CO2 wel, glucose niet
C
Zuurstof en CO2 niet, glucose wel
D
Zuurstof wel, CO2 en glucose niet

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waaruit bestaat een celmembraan voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Cholesterol
C
Fosfolipiden
D
Dekweefsel

Slide 6 - Quizvraag

Dus: transport van stoffen van een hoge concentratie naar een lage concenratie kost geen energie (passief) en transport van stoffen van een hoge naar een lage concentratie kost wel energie (actief)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Diffusie experiment
Deodorant, iemand?

Slide 9 - Tekstslide

1

Slide 10 - Video

totdat de moleculen gelijk verdeeld zijn

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Osmotische waarde
Dus de concentratie van alle opgeloste stoffen samen (in de cel zijn dat vooral zouten, suikers en eiwitten)

Slide 13 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Verschrompelen bij weinig water.

Gaan kapot (lysis) bij veel water.

Belangrijk voor dierlijke cellen:
gelijke osmotische waarde (isotoon) met omgeving.

Slide 14 - Tekstslide

Plantaardige cel
Stevig als ze vol zitten met water.
Slap bij weinig water.

Belangrijk voor planten:
Cellen hogere osmotische waarde (hypotoon) dan omgeving.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

03:46
fagocytose = endocytose 
(in je boek noemen ze het dus endocytose)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De vorm van transport links op het plaatje is...
A
Passief transport
B
Diffusie
C
Osmose
D
Actief transport

Slide 20 - Quizvraag

De vorm van transport rechts op het plaatje is...
A
Passief transport
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Gefaciliteerde diffusie

Slide 21 - Quizvraag

De middelste twee vormen van transport zijn...
A
Passief transport
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Gefaciliteerde diffusie

Slide 22 - Quizvraag

de osmotische waarde van zuiver water is ......... ten opzichte van een zoutoplossing
A
Hypertoon
B
Hypotoon
C
Isotoon

Slide 23 - Quizvraag

Op het moment dat de omgeving een hogere osmotische waarde heeft noem je dit ....
A
hypotoon
B
isotoon
C
hypertoon

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide


Een plantencel wordt in een oplossing
gelegd. Is deze oplossing isotoon,
hypertoon of hypotoon ten opzichte
van de plantencel?
A
isotoon
B
hypertoon
C
hypotoon

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

3

Slide 30 - Video

00:56
Je ziet dat het pantoffeldiertje een vacuole heeft die steeds volloopt en dan samentrekt. Waarom doet ie dat?
A
omdat er door diffusie water de cel in stroomt
B
omdat er door osmose water de cel in stroomt
C
omdat er door diffusie water de cel uit stroomt
D
omdat er door osmose water de cel in stroomt

Slide 31 - Quizvraag

01:20
Het pantoffeldiertje pompt dus water naar buiten. Hij doet dit als het water in zijn omgeving ... is ten opzichte van de celinhoud.
A
isotoon
B
hypertoon
C
hypotoon

Slide 32 - Quizvraag

01:47
Wanneer je een pantoffeldiertje van slootwater in gedistilleerd water legt, gaan zijn vacuole dan sneller of langzamer kloppen?
A
sneller
B
langzamer
C
even snel, water is water

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Huiswerk
Maken 3.3 

Slide 35 - Tekstslide

plantaardige cellen
hebben een celwand.
celwand = volledig permeabel (laat alles door)
celwand heeft dus dezelfde osmotische waarde als vocht buiten de cel. Binnen de cel is dit hoger, hierdoor stroomt water de cel in, waardoor de druk hoger wordt.
De druk binnen een plantaardige cel heet turgor, hierdoor is een plantencel stevig. 

Slide 36 - Tekstslide

Plantencel
In omgeving met dezelfde osmotische waarde verliest de cel stevigheid.
In een omgeving met een hogere osmotische waarde gaat water de cel uit. Hierdoor laat het celmembraan los van de celwand, dit heet plasmolyse.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide