Formuleren 3: Congruentie en voorzetsels
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De buren namen hetzelfde cadeau mee naar het feest als/dan mijn ouders.
A
als
B
dan
Slide 3 - Quizvraag
Hij kijkt op tegen de jongens uit 5 havo, want die zijn veel groter als/dan hij.
A
als
B
dan
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Het mooiste cadeau wat/dat ik voor mijn verjaardag heb gekregen is een fiets.
A
wat
B
dat
Slide 6 - Quizvraag
Het meisje waarnaast/naast wie ik op school zit, is ziek.
A
waarnaast
B
naast wie
Slide 7 - Quizvraag
De examinator feliciteerde hen/hun met het behaalde scooterdiploma.
A
hen
B
hun
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Vermoedelijk heb je misschien op de verkeerde knop gedrukt.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
Slide 10 - Quizvraag
De kosten voor een volledige renovatie van het gebouw zijn op dit moment veel te duur.
A
Onjuiste herhaling
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Contaminatie
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Met een vreedzaam protest probeerden de betogers te verhinderen dat er geen nieuwe maatregelen zullen komen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quizvraag
Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
A
Goed
B
Fout
