T3 Lernbox en gramm.

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

T3 Lernbox en gramm.

Wat is de vertaling van:
die Wiese

1. de wijze
2. vies
3. de wei
4. het grasveld

Wat is de vertaling van:

großartig

1. geweldig
2. groot
3. aardig
4. leuk

Wat is de vertaling van:
das Ergebnis

1. de beslissing
2. de ergenis
3. het gegeven
4. het resultaat

Wat is de vertaling van:
absichtlich

1. afzichtelijk
2. met opzet
3. expres
4. afzien

Wat is de vertaling van:
traurig

1. treurig
2. verdrietig
3. trouwen

Wat is de vertaling van:
mischen

1. mengen
2. missen
3. misschien

Wat is de vertaling van:
die Veranstaltung

1. de aanstellerij
2. het event
3. het instituut
4. de lelijkheid

Wat is de vertaling van:
eng

1. eng
2. krap
3. dicht
4. naar

Wat is de vertaling van:
schaffen

1. schaften
2. lukken
3. scheppen
4. gapen

Vul het goede bez. vnw met de juiste naamval in:
Wo ist (mijn)......... Fahrrad?

1. mijn
2. mein
3. deine
4. seines

Vul het goede bez. vnw met de juiste naamval in:
Ich habe (jullie)...........Tasche gefunden.

1. eure
2. euren
3. unsere
4. ihre

Vul het goede bez. vnw met de juiste naamval in:
(zijn) .... Vater hat Geburtstag

1. seine
2. er
3. mein
4. sein

Vul het goede bez. vnw met de juiste naamval in:
Wo ist (uw)........Auto?

1. ihr
2. euer
3. Ihr
4. Ihres

Vul het goede bez. vnw met de juiste naamval in:
Sie hat (haar)..... Hund verkauft.

1. seinen
2. ihr
3. ihren
4. mein

Vul het juiste voorzetsel+ pers. vnw in:
Können wir (met u) mitfahren?

Vul het juiste voorzetsel+ pers. vnw in:
Ich zeige (jou).. den Ausgang

Vul het juiste voorzetsel+ pers. vnw in:
Ich fahre morgen (naar haar)....

Vul het juiste voorzetsel+ pers. vnw in:
Wir haben noch nichts (van jullie) gehört

Vul het juiste voorzetsel+ pers. vnw in:
Habt ihr den Film (zonder mij)... gesehen?

Vul het juiste pers. vnw in en in de juiste naamval:
(hij).... hat (jou) ..... getroffen.

Vul het juiste pers. vnw in en in de juiste naamval:
(zij mv) ... haben ( ons).... nicht gesehen.

Vul het juiste pers. vnw in en in de juiste naamval:
Er schickt (hen)..... einen Brief

Vul het juiste pers. vnw in en in de
juiste naamval:
Wir haben es (u)....... gestern erzählt

Vul het juiste pers. vnw in en in de juiste naamval:
Warum hast (jij) (mij) nichts gesagt?