referentiekader

Door welke bril kijk jij?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Door welke bril kijk jij?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Wat je ziet, heeft te maken met je referentiekader; met de manier waarop je naar dingen kijkt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.Wat betekent referentiekader?
A
De normen en waarden die je zelf kent en gebruikt
B
Een voorbeeld uit je leven
C
Een rolemodel (voorbeeldpersoon)
D
Een les uit je leven.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Waarden, normen
  • Opvoeding
  • Leefsituatie
  • Je werk
  • De media
  • Je vrienden
  • Hoe je geleerd hebt met elkaar om te gaan

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Map Communicatie
Maak een map aan met als naam Communicatie periode 2.
Maak de opdracht in WORD en zet het in deze map.
Voor communicatie maak je verschillende opdrachten. Samen heet dit je portfolio. Aan het eind van iedere periode lever je je portfolio in.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht1: referentiekader
Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Noem 3 waarden en 3 normen die jij belangrijk vindt. Zet erbij waarom deze waarden en normen belangrijk voor je zijn.
2.Beschrijf in het kort hoe je bent opgevoed. Zijn je ouders streng met veel regels, laten ze je heel vrij of voeden ze je democratisch op (van allebei wat). 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg opdracht 1
3. Beschrijf of je in een dorp of een stad woont. Zet erbij wat je hiervan vindt.
4. Heb je een baantje? Zo ja, waar werk je en hoe vind je dit?
5. Welke social media gebruik je? Hoe vaak gebruik je dit?
6. Met wie ga je het meest om? Met mensen van school of buiten school, met mensen die je kent van een sport of familie of .....

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

referentiekader
Jou referentiekader bepaalt hoe je over dingen denkt.
Wat vinden jullie van:
- Vuurwerk
- Honden
- wonen in de stad
- Zwarte piet
- Cambuur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening referentiekader:
Zoek bij de volgende emoties een afbeelding die jou aanspreekt
1. vrolijk
2. verdrietig
3. verbaasd
4. geïrriteerd
5. geschrokken
Vergelijk de afbeeldingen met je buurman/vrouw

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen
- Bedenk een persoon die jullie best wel goed kennen.
- Bedenk nu een probleem of lastige situatie waar jij onlangs tegenaan bent gelopen?
a. Hoe zou de persoon in deze situatie reageren?
b. Hoe pakt de door jullie gekozen persoon problemen aan?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectieve perceptie en referentiekader
Selectieve perceptie is het bewust of onbewust keuzes maken bij het waarnemen. Waar kijk ik wel naar, en waar geef ik geen aandacht aan? Ook bij verpleegkundigen speelt dit een rol, voornamelijk door hun referentiekader = alle persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies