Les 1 - Introductie Belastingrecht

Les 1 - Introductie Belastingrecht
Studiewijzer 
Les 1: inleiding Belastingrecht (hoofdstuk 1)
Les 2: inkomstenbelasting box 1 t/m 3 (hoofdstuk 2+3)
Les 3: loonbelasting en erf-, schenk- en overdrachtsbelasting (hoofdstuk 4+7)
Les 4: belastingen door lagere overheden (hoofdstuk 6)
Les 5: verzekeringen deel 1 (hoofdstuk 10+11)
Les 6: verzekeringen deel 2 (hoofdstuk 12 t/m 14)
Les 7: afsluitende opdracht (zie bovenstaande)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Belasting- en verzekeringsrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 1 - Introductie Belastingrecht
Studiewijzer 
Les 1: inleiding Belastingrecht (hoofdstuk 1)
Les 2: inkomstenbelasting box 1 t/m 3 (hoofdstuk 2+3)
Les 3: loonbelasting en erf-, schenk- en overdrachtsbelasting (hoofdstuk 4+7)
Les 4: belastingen door lagere overheden (hoofdstuk 6)
Les 5: verzekeringen deel 1 (hoofdstuk 10+11)
Les 6: verzekeringen deel 2 (hoofdstuk 12 t/m 14)
Les 7: afsluitende opdracht (zie bovenstaande)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting; wat & waarom?
  • De overheid heeft inkomsten nodig; 
  • Nederland is een 'verzorgingsstaat';
  • Onderdeel van het Bestuursrecht.

Definitie: 'gedwongen betalingen aan de overheid, op grond van publiekrechtelijke regelingen, waar geen rechtstreekse tegenprestatie van de overheid tegenover staat en die geen bestraffend karakter hebben'

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting & politiek

Links
Samenleving gebaat bij invloed
overheid, op zoveel mogelijk
terreinen actief. 
Overheid moet burger goed verzorgen!

                                                                              
  Rechts
Compacte en afgeslankte overheid, alleen indien nodig hulp biedt. Eigen verantwoordelijkheid burger staat voorop. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting met een andere naam
  • Accijns (tabak, alcohol, benzine);
  • Heffing (rioolheffing, afvalstoffenheffing etc.);
  • Recht (invoerrechten). 


                   Niet elke betaling aan de overheid is belasting! 
                   Denk aan bekeuringen, stuk grond kopen van gemeente etc.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Retributie c.q. leges
  • Is geen belasting!
  • Hier staat wel een rechtstreekse tegenprestatie tegenover;
  • Denk aan paspoort, rijbewijs, gehandicaptenparkeerkaart etc.

Belasting = 'gedwongen betalingen aan de overheid, op grond van publiekrechtelijke regelingen, waar geen rechtstreekse tegenprestatie van de overheid tegenover staat en die geen bestraffend karakter hebben'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen
  • Belastingplichtige (moet belasting betalen);
  • Belastingmoraal (de bereidheid om belasting te betalen);
  • Belastingontduiking/belastingfraude (minder tot geen belasting betalen door bv. zwart te werken);
  • FIOD (Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst);

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tariefstelsels
Proportioneel tarief 


gelijkblijvend percentage
het percentage blijft gelijk
omzetbelasting (btw) (9% of 21%)
overdrachtsbelasting (2, 6 of 10,4%)
assurantiebelasting (21%) 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tariefstelsels
Progressief tarief 


hoe hoger het bedrag, des te hoger het percentage belasting
box 1 inkomstenbelasting
erfbelasting
schenkbelasting
vennootschapsbelasting

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belastingbeginselen
  1. Draagkrachtbeginsel
  2. Profijtbeginsel
  3. Beginsel van de minste pijn
  4. Beginsel van de bevoorrechte verkrijging 

Slide 9 - Tekstslide

Draagkrachtbeginsel (sterkste schouders, zwaarste lasten dragen) 
Profijtbeginsel (meer voordeel voor burger, dan ook belasting betalen, bv. wegenbelasting i.v.m. gebruik wegennet)
Minste pijn (zo min mogelijk nadelig belastingen heffen, zo min mogelijk administratief werk) 
Bevoorrechte verkrijging (schenk- , kansspel- en erfbelasting, iets krijgen zonder er iets voor te doen, belasting over betalen) 
Belasting heffende instanties
Wie heft welke belastingen?
  • Rijk = Rijksbelastingen = 93% = omzet-, loon-, inkomsten-, vennootschaps-, kansspel-, dividend-, motorrijtuigen-, overdrachtsbelasting, bpm, accijnzen en milieuheffingen
  • Provincie = 1% = provinciale belastingen = opcenten, houder van motorrijtuig betaalt opcenten samen met motorrijtuigenbelasting 
  • Gemeente = 5% = gemeentelijke belastingen = onroerendezaakbelasting, maar ook hondenbelasting en/of toeristenbelasting
  • Waterschap = 1% = waterschapsbelastingen = kwaliteit waterbeheer waarborgen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe belastingen
  • Over inkomen, winst en vermogen; 
  • Betaalt zelf de belasting;
  • Niet doorberekenen aan een ander;
  • Inkomsten-, loon-, en vennootschapsbelasting
Indirecte belastingen
  • Waarde van bepaald goed of dienst wordt verhoogd met belasting;
  • 'Kostprijsverhogende belasting'; 
  • Omzetbelasting (btw > belasting toegevoegde waarde) en assurantiebelasting;
  • Afnemer/koper betaalt btw; 
  • Winkelier/verzekeraar/dienstverlener berekent belasting door d.m.v. btw te heffen, wat zij weer afdragen aan de overheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanslagbelastingen vs. aangiftebelastingen
Aanslagbelastingen; Belastingdienst zet elektronische aangifte klaar, belastingplichtige vult aangifte in
Aangiftebelastingen; belastingplichtige moet zelf de omvang van de belastingschuld berekenen en op eigen initiatief aangifte doen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen Belastingrecht
  • Wet (Grondwettelijke basis, heffingswetten en algemene wetten, zoals Algemene wet inzake rijksbelastingen en Invorderingswet 1990)
  • Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zorgvuldigheidsbeginsel, détournement de pouvoir, evenredigheidsbeginsel, gelijkheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel, verbod van willekeur en motiveringsbeginsel)
  • Jurisprudentie (vaste rechtspraak)
  • Verdragen (bilaterale belastingen, dubbel belasting betalen voorkomen)
  • Europese regelgeving (indirecte belastingen op EU-niveau bepaald, zoals omzetbelasting, invoerrechten en accijnzen) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met belastingen
Bij het berekenen van belastingen moet je met de rekenregels rekening houden.
Hoofdregel: alle bedragen worden afgerond op hele euro's in het voordeel van de belastingplichtige.
  • Inkomsten worden naar beneden afgerond;
  • Kosten worden naar boven afgerond; 
  • Aftrekposten worden naar boven afgerond;
  • Te betalen belastingbedragen worden naar beneden afgerond.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toeslagen
  • Zorgtoeslag 
  • Huurtoeslag 
  • Kindgebonden budget 
  • Kinderopvangtoeslag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken uit reader
  • Toeslagenschandaal
  • Jij bent de belastingadviseur
timer
45:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies