3.2 Stroomkringen en spanningsbronnen

Thema 3: Elektriciteit 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Elektriciteit 

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
11:30: Logboek 3.1 bespreken
11:40: 3.2: Stroomkringen en spanningsbronnen theorie
11:50: Klas opsplitsen: de helft gaat naar de mediatheek, alvast werken aan logboek 3.2 en de opdracht in magister.me. De rest doet hier praktijk.
12:15: PAUZE. 
12:45: Allemaal terug in het lokaal. Groepen wisselen.
09:40: Spullen opruimen. Logboeken in de bak etc. 


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen stroomkringen en spanningsbronnen
Je kunt aan het eind van deze les: 
  • Benoemen wat een stroomkring is
  • Een stroomkring maken en tekenen
  • Juiste symbolen in een stroomkring neerzetten
  • Vertellen wat een spanningsbron is
  • Voorbeelden van spanningsbronnen noemen 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden 
stroomkring

Slide 4 - Tekstslide

Stroomkring
Een stroomkring is een gesloten kring van verschillende "apparaten" die stroom doorlaten. 

Als je de stroomkring wilt openen, trek je de stekker eruit of je drukt op de schakelaar, zodat de stroom stopt met stromen. 

Slide 5 - Tekstslide

Symbolen van de onderdelen in een stroomkring

Slide 6 - Tekstslide

Spanningsbron
Een spanningsbron levert elektrische energie

Voorbeelden van spanningsbronnen zijn: batterij, dynamo, accu, powerbank, stopcontact.

Slide 7 - Tekstslide

Spanningsbronnen
De meeste spanningsbronnen hebben elektriciteit opgeslagen. Bijvoorbeeld: accu, batterij, powerbank.

Bij een dynamo moet je bewegen om stroom te krijgen. 

Noem een voordeel en een nadeel van een dynamo.
Noem een voorden en een nadeel van een batterij.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht zelfstandig werken
Ga naar Magister.me
Gebruik de bronnen om het logboek te kunnen invullen

Als je daarmee klaar bent, gebruik je het binas om een zo groot mogelijke stroomkring te tekenen. Zet in de legenda de symbolen die je hebt gebruikt en daarachter de omschrijving.

Slide 9 - Tekstslide

Proefopstelling stroomkring
  • Je krijgt van je docent een fitting met 2 lampjes
  • Je krijgt 5 draadjes
  • Sluit 2 draadjes aan de spanningsbron aan de wand
  • Verbind de draadjes met 1 lampje
  • Maak een tekening van de stroomkring die je nu hebt gemaakt. 
  • Je krijgt van je docent materialen die je kunt toevoegen aan je stroomkring. 
  • Maak van elke stroomkring een nieuwe tekening. 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Kun je?: 
  • Benoemen wat een stroomkring is
  • Een stroomkring maken en tekenen
  • Juiste symbolen in een stroomkring neerzetten
  • Vertellen wat een spanningsbron is
  • Voorbeelden van spanningsbronnen noemen 

Slide 11 - Tekstslide

Opruimen

Logboeken in je mapje in de bak

Spullen in de tas

Slide 12 - Tekstslide