Presentatie Link B1 Thema 11 Taak 1

Groep 1 Interview een zwemmer
Tarek
Mohammad
Seyfettin
Rasha
Sami
Ahmad
Groep 3 Gevaren
Esam
Ibrahim
Belqees
Safa
Anwar
Osama
Groep 2 Zwemlocaties
Fatima
Kerios
Parwane
Samiel
Teamrat
Basmah

Welkom!
Ga in jouw groepje zitten.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Groep 1 Interview een zwemmer
Tarek
Mohammad
Seyfettin
Rasha
Sami
Ahmad
Groep 3 Gevaren
Esam
Ibrahim
Belqees
Safa
Anwar
Osama
Groep 2 Zwemlocaties
Fatima
Kerios
Parwane
Samiel
Teamrat
Basmah

Welkom!
Ga in jouw groepje zitten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 11 Taak 1
We gaan het hebben over normen en waarden op het werk in Nederland. Deze kunnen per cultuur verschillen. 

Welke cultuurverschillen heb jij gemerkt op je stage / werk/ school?
 
Bespreek samen.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Een grafiek lezen en schrijven over normen en waarden op het werk.
  2. "Er" gebruiken als je verwijst naar een ding
Programma
Terugblik: praktijkopdracht
Grammatica
Lezen
Woorden
Schrijven

Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik Praktijkopdracht
Praat in je groepje over de vragen op het werkblad.

Niet gemaakt? Luister dan goed naar de andere cursisten en vul de vragen in op je werkblad

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "er" als je verwijst naar een ding
Kijk naar deze zinnen. Welk gedeelte wordt herhaald?

Ik hou van koffie. → Ik geniet van koffie.
Ze praat over haar werk. → Ze praat over haar werk.
Wat doen we met dat boek? → Wat doen we met dat boek?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze in zijn tas.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Gebruik "er" als je verwijst naar een ding
Kijk naar deze zinnen. Welk gedeelte wordt herhaald?

Ik hou van koffie. → Ik geniet van koffie.
Ze praat over haar werk. → Ze praat over haar werk.
Wat doen we met dat boek? → Wat doen we met dat boek?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze in zijn tas.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Gebruik "er" als je verwijst naar een ding
Soms wil je niet teveel herhalen. Je kan deze zinnen korter zeggen

Ik hou van koffie. → Ik geniet ervan.
Ze praat over haar werk. → Ze praat erover.
Wat doen we met dat boek? → Wat doen we ermee?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze erin.
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Gebruik "er" als je verwijst naar een ding
Wat is de regel? Maak samen het werkblad.

Ik hou van koffie. → Ik geniet ervan.
Ze praat over haar werk. → Ze praat erover.
Wat doen we met dat boek? → Wat doen we ermee?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze
erin.

Klaar? 
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Gebruik "er" als je verwijst naar een ding
Pak een laptop en:
1. maak grammatica 8.3 (max. 15 minuten)
2. maak het werkblad"er + voorzetsel"

Je mag samenwerken.

Klaar? 
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Taak 1: Lezen en spreken of schrijven over cultuurverschillen op werk
De docent leest voor. Onderstreep woorden die je moeilijk vindt. 

Beantwoord daarna samen de vragen via de laptop
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Waarom is meeleven belangrijk in een Nederlandse bedrijfscultuur?
A
Omdat je dan minder hoeft te doen.
B
Omdat collega’s dan sneller voor jou invallen.
C
Omdat het zorgt voor een goede werkhouding en sfeer.
D
Omdat je dan leidinggevende wordt.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je volgens de tekst laten zien dat je betrokkenheid toont?
A
Door je te verstoppen als er problemen zijn.
B
Door te schelden als iets je dwars zit.
C
Door je collega’s te negeren.
D
Door interesse te tonen en mee te leven met collega’s.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het als je anderen respecteert op het werk?
A
Je laat iedereen hun eigen waarden en gewoonten behouden.
B
Je beoordeelt hun gedrag en zegt dat.
C
Je spreekt altijd op een harde toon.
D
Je praat niet met mensen met een ander geloof.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past bij een respectvolle omgang?
A
Je spreekt iemand aan op een rustige toon.
B
Je zegt dat jouw opvattingen beter zijn.
C
Je schreeuwt als iemand iets verkeerd doet.
D
Je doet alleen aardig tegen je leidinggevende.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de tekst over het tonen van emoties op de werkvloer?
A
Je mag nooit iets laten merken.
B
Je mag iets zeggen, maar je moet je altijd beheersen.
C
Je mag altijd schreeuwen als je boos bent.
D
Je moet alles opkroppen omdat je volwassen bent.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen als iets je dwars zit op je werk?
A
Schelden en schreeuwen zodat iedereen het weet.
B
Je emoties opkroppen tot je thuiskomt.
C
Je emoties rustig bespreken, want dat is volwassen gedrag.
D
Je collega de schuld geven.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het als je je afspraken nakomt?
A
Je zegt iets en doet het daarna ook.
B
Je zegt iets, maar vergeet het later.
C
Je schrijft alles op, maar doet niets.
D
Je praat er liever niet mondeling over.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is afspraken nakomen belangrijk in de Nederlandse bedrijfscultuur?
A
Dan hoef je minder te werken.
B
Dan vinden collega’s je betrouwbaar.
C
Dan ben je sneller vrij.
D
Dan hoef je niets te bespreken.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de uitdrukking ‘geen woorden maar daden’?
A
Je hoeft niet te praten, als je maar doet wat je zegt.
B
Je hoeft niets te doen als je maar praat.
C
Je mag zelf bepalen wat je doet.
D
Je moet altijd alles mondeling uitleggen.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een goede werkhouding volgens de laatste norm?
A
Je komt afspraken niet na.
B
Je zegt veel, maar doet weinig.
C
Je laat zien wat je kunt met je daden.
D
Je laat je emoties altijd zien, ook met schelden.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taak 1: Lezen en schrijven over cultuurverschillen

Maak in je boek Thema 11 Taak 1:
opdracht 2
opdracht 3
opdracht 4

Klaar?
Scan de QR-code en bespreek samen
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Taak 1: Lezen en schrijven over cultuurverschillen
Schrijven

1. Maak opdracht 8.
Gebruik 1x een zin met "er + voorzetsel (propositie)"
2. Klaar? Kijk het werk van de ander na met correctiecodes. Let alleen op er en voorzetsels. 
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Taak 1: Lezen en schrijven over cultuurverschillen
Correctiecodes

Kijk het schrijfwerk van een andere cursist na. Verbeter niet, maar schrijf een code als het niet correct is. 
SP = spelling is onjuist
V = woord vergeten
VOOR = prepositie / voorzetsel is onjuist
WVO = woordvolgorde is onjuist

Bij deze opdracht kijken we alleen naar er en voorzetsels. 

Slide 24 - Tekstslide

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.
Evaluatie
Docenten moeten ook leren! Vul het formulier in voor mijn school. GEEN NAAM!

Klaar? Schrijf op een post-it wat je hebt geleerd over normen en waarden op werk. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Pak een post-it en schrijf het antwoord op:

Wat heb je geleerd over cultuurverschillen op werk in Nederland? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Thema 11 Taak 2 - 1 t/m 6 online
- Werkblad er + voorzetsel meenemen

Huiswerk morgen
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies