Orthopedagogiek | ADHD | Joyce Assink

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning 
  • Terugblik vorige les; wat weten we nog?
  • Lesdoelen bespreken; welk doel kun jij voor jezelf opstellen      mbt dit onderwerp?
  • ADHD
  • ADD
  • Aan de slag met het portfolio + familieopstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        Aan het einde van de les....
                                          
Weet je de betekenis van AD(H)D en kun je het verschil verwerken in een opdracht
Weet je wat prikkelverwerking inhoudt 
Ken je de betekenis van psycho-educatie
Ken je de kenmerken/oorzaken van AD(H)D
Heb je kennis gemaakt met de begeleidingsstijl van clienten met AD(H)D
Kun je de kennis toepassen in een casus

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE
DYSCALCULIE
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het aanleren van woorden, spellen en lezen.
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het leren rekenen.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sterke kant past bij iemand met dyslexie?
A
Systematisch
B
Goed kunnen automatiseren
C
Denken in beelden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart zit in groep 6 en heeft dyslexie. Hierdoor is hij vaak faalangstig als hij moet presteren.

Bart moet een toets begrijpend lezen maken. Hoe kun je deze toets het beste aanbieden?
A
De vragen voorlezen. Bart mondeling laten beantwoorden.
B
De vragen voorlezen. Bart schriftelijk laten beantwoorden.
C
Je geeft hem extra tijd om de toets te maken.
D
Je stelt om op z'n gemak. En laat een toets op makkelijk niveau maken.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van dyscalculie?
A
Maakt vaak omkeringen van getallen
B
Beweegt en schrijft houterig
C
Heeft moeite met communicatie en taal
D
Kan geen tafels leren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is faalangst?
A
Een angst uit schaamte. Omdat er uitstelgedrag is
B
Een angst die voortkomt uit uit schaamte die mensen voelen bij een mislukking.
C
Een angst om er niet mooi uit te zien.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anisa ziet op tegen de presentatie van haar werkstuk voor haar klasgenoten, terwijl haar schriftelijke werkstuk al met een 8 beoordeeld is.

'Straks kan ik de vragen niet beantwoorden' is een van de gedachtes die haar faalangstig maakt. Wat kan een helpende gedachte zijn?
A
Ik ga een geweldige spreekbeurt over een goed onderwerp houden
B
Ik ga me niet zenuwachtig maken. Je kunt je over zoveel dingen druk maken
C
Ik ga mij ziekmelden. Dan komt de presentatie later. En kan ik nu rust pakken.
D
Ik vind het houden van een spreekbeurt spannend, maar ik weet meer dan mijn klasgenoten.

Slide 10 - Quizvraag

Tegen je zelf zeggen 'ik ben niet bang, ik ben geweldig, ik ga me dat niet aantrekken' zal niet als waarheid door jezelf gezien worden. En daarom onjuist.
AD(H)D?
1. Je maakt tweetallen 
2. Er gaan grote flapovers rond, je schrijft op de ene flapover wat je al weet over AHDH en vouwt vervolgens een strook om, zodat het volgende groepje niet kan zien wat jullie hebben opgeschreven. Zo gaat de flapover langs alle tweetallen.
Dit hetzelfde voor ADD. 
Op het einde klappen we de flapover open en kijken we welke kennis jullie als klas al hebben over AHDH en ADD.

Aan het einde van de les:
Wat kun je bijschrijven op de flapovers, wat je vandaag hebt bijgeleerd?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk


Alleen een gz-psycholoog of psychiater mag een DSM-diagnose stellen!


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huh?! DSM-Diagnose?

Psychiaters en therapeuten stellen alle psychische stoornissen vast aan de hand van de Diagnostic and Statical Manual, vijfde editie, oftewel DSM-V. Dit kan dus worden gezien als een handleiding voor psychiaters en therapeuten om klachten, problemen en stoornissen te categoriseren en te benoemen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psycho-educatie
Psycho-educatie voor ouders en kind is een belangrijke eerste stap in de behandeling van ADHD. Wat is psycho-educatie? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psycho-educatie voor ouders en kind is een belangrijke eerste stap in de behandeling van ADHD. Wat is psycho-educatie?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Labels plakken"
Wat bedoelen ze hiermee denk je?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doe de Zelftest!
https://www.lentis.nl/zelftest/#top

Beantwoord hierna de volgende vragen:

1. Wat vind je van de antwoorden en de vragen die ze stellen?

2. Is de test betrouwbaar? waarom wel of waarom niet?



timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelverwerking
Prikkels die ons bereiken. De hele dag door.

Van buitenaf:
- geluiden, geuren, beelden, tast, smaak

Van binnen:
- honger, pijn, dorst, denken, voelen (spierspanning)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervarings-oefening
Ervaar de prikkels.
Sluit je ogen. 
Luister naar het geluidsfragment. (tot 1.30min)
Wat valt je op?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg bij deze afbeelding.
Bij normale prikkelverwerking is er in het brein een soort 'filter'. Linker afbeelding. De persoon kan hier redelijk goede controle over hebben. Dus kiezen wat van alle prikkels binnen komt. Waar ga je op letten? Bv in de woonkamer een boek lezen, maar er speelt ook muziek, de wasmachine draait, een hond blaft. En toch focus op letters in het boek. Bij rechterafbeelding werkt dit filter minder goed. Met alle gevolgen van dien. Alle prikkels: geuren, smaak, gevoel, licht, kleur, geluid enzovoorts...komt als het ware tegelijk binnen. Grote moeite zich dan te focussen op 1 ding tegelijk of filteren van belangrijke / onbelangrijke informatie. 
Aandacht en hyperacviteit
Cliënten met een aandachtsstoornis zijn snel afgeleid. 
Hebben moeite zich te concentreren. 
Veel cliënten daarnaast ook hyperactief. 
Die combinatie noemen we ADHD.

Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 
Cliënten met ADHD kunnen probleemgedrag laten zien. Ze zijn zo druk en reageren impulsief, dat het storend is. Eerst doen, dan pas denken. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is ADHD herkenbaar voor jou?
JA, ABSOLUUT!
JA, IK HEB DAT SOMS.
NEE, IK HERKEN DAT NIET.

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

 ADD
Als er sprake is van een aandachtsstoornis ZONDER hyperactiviteit en impulsiviteit. Dat noemen we ADD.

Attention Deficit Disorder. 
We zien cliënten die snel afgeleid zijn. En moeite hebben om zich te concentreren. En daardoor bijvoorbeeld slordig en  vergeetachtig. Door snelle afleiding niet taakgericht. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragskenmerken
Aandachtsstoornis
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Motorische stoornis
Leerproblemen
Lage frustratiedrempel
snel afgeleid, moeite met concentratie
overbeweeglijk, rusteloos, niet stil kunnen zitten
direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig
onhandig, onbeheerst, houterig
wat vandaag wordt geleerd, is morgen weer vergeten
als iets niet lukt, geeft dat snel veel frustratie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsproblemen
Bij cliënten met ADHD zien we vaak gedragsproblemen.
Bijvoorbeeld verzetten of agressie.
Ook komt angstig en depressief gedrag voor. 

Daarnaast kunnen cliënten last hebben van faalangst en negatief zelfbeeld. Dit hangt samen met het krijgen van kritiek en negatieve aandacht. --> ZIT STIL, BLIJF AF, LUISTEREN! 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer dan "Alle Dagen Heel Druk"
Wat zijn pluspunten van
mensen met ADHD?

Slide 34 - Open vraag

Voorbeelden:
creatief, fantasierijk, enthousiast, beweegt graag en snel, eerlijk, gevoel voor humor, originele ideeën, vrolijk, doet direct wat gevraagd wordt, onderneemt en onderzoekt, stoer / durft veel, scherpzinnig: ziet alles

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk in de begeleiding voor cliënten met AD(H)D?
A
Niet teveel aandacht geven
B
Voor regelmaat zorgen
C
Voldoende fysieke afstand houden
D
Strenge regels opstellen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding
  1. Zorg voor regelmaat (balans in prikkels, structuur)
  2. Wees duidelijk (doe wat je zegt, zeg wat je doet)
  3. Help bij selecteren van informatie (wat is belangrijk?)
  4. Geef positieve aandacht (heb geduld, toon begrip, pluspunten)
  5. Ruimte voor uitleven (energie kwijt kunnen)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken ADHD
Geslacht en leeftijd : Twee tot drie keer zo veel jongens dan meisjes
Individuele kwetsbaarheid : Verschillen in hyperactiviteit, impulsiviteit en minder concentratievermogen zijn vooral erfelijk
Moeder die tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk had of rookte
Vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht
Omgeving : Omgeving heeft geen invloed op het ontstaan van ADHD. Het heeft waarschijnlijk wel invloed op het blijven bestaan van ADHD
Bepaalde zaken in het gezin maken de kans groter dat een kind ADHD houdt

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Weetjes
Jongens hebben drie keer zo vaak ADHD als meisjes
Bij één op de drie volwassenen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal
20 tot 30% lijdt aan depressies
30% blijft op school een jaar zitten
50% heeft een leerstoornis
⅔ heeft ook oppositioneel-opstandige stoornis
25 tot 30% heeft een angststoornis
25 tot 50% van de volwassenen heeft een oppositionele of antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkeld

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

ADHD
ADD
Op de voorgrond
Op de achtergrond
Dagdromen
Snel afgeleid
Afwachtend
Impulsief
Multitasken
1 ding tegelijk

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag (2-Tallen)
Inleveren in teams einde van de les

Jij werkt op een woongroep voor jongeren die om verschillende redenen niet huis kunnen wonen. Er komt een nieuwe jongen op de groep, hij heet Jona is 17 jaar en heeft ADHD. Dit is voor het eerst dat er een jongen met ADHD op de groep komt. Hij is erg druk beweeglijk, impulsief en druk.

Bedenk wat jij en je collega's kunnen doen om aan te sluiten bij Jona zijn behoefte. 

1. Zoek uit wat de behoefte zijn van iemand met ADHD
2. Bedenk hoe jullie dit gaan toepassen als begeleiders
3. Jij wilt dat Jona zich thuis voelt op de groep hoe ga je ervoor zorgen dat de andere jongeren hier aan bijdrage?

timer
15:00

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stand van zaken portfolio
Opdracht 1: Docu Alisha = afgerond
Opdracht 2: Casus Tony = afgerond of uiterlijk einde van deze les (aan mij laten zien voordat je weg kunt) 
Opdracht 2: Eigen familieopstelling afronden als je deze hebt gedaan
Opdracht 3: Reflectie belevingscircuit, afronden op de dag van het autisme belevingscircuit (16 april) 
Let op: er is geen inhaalmogelijkheid van het autismebelevingscircuit = voorwaarde om je portfolio te kunnen afronden. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies