bestuur van Nederland

In deze les
Samenvatting vorige les

Je leert in deze les: blz  120 tot 132
wat de taak is van de regering
wat ministers en staatssecretarissen zijn
Wat de Rijksoverheid is
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOMiddelbare schoolStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

In deze les
Samenvatting vorige les

Je leert in deze les: blz  120 tot 132
wat de taak is van de regering
wat ministers en staatssecretarissen zijn
Wat de Rijksoverheid is

Slide 1 - Tekstslide

samenvatting
  • zetelverdeling
  • evenredige vertegenwoordiging: elke geldige stem telt even zwaar mee
  • formatie, informateur, verkenner, formateur
  • regeerakkoord

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

de regering
Wie zitten er in de regering?
Ministers en de koning 

Wie zitten in het kabinet?
Ministers en staatssecretarissen 

Wie zitten in de ministerraad?: alleen ministers

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Taken van de regering
  1. uitvoerende taak (wetten uitvoeren)
  2. voorstellen doen voor nieuwe wetten om problemen op te lossen. 
  3. zij zijn verantwoordelijk voor het landsbestuur

Slide 6 - Tekstslide

Wat doet een minister?
  1. is verantwoordelijk voor een eigen taak: bijvoorbeeld onderwijs
  2. zij voeren de wetten en plannen uit 
  3.  is de baas van het ministerie: minister van......in tegenstelling tot minister voor
Minister-president: voorzitter van de ministerraad en leider van de regering. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Taken van het parlement
  1. het controleren van de regering, met andere woorden: kijken of een minister de taken goed heeft uitgevoerd
  2. het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen die gedaan zijn door ministers
  3. zij mogen ook wetsvoorstellen indienen

 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kan parlement controleren?(de regering is verplicht om het parlement te informeren
  1. vragenrecht
  2. het budgetrecht
  3. het recht om moties in te dienen
  4. het onderzoek en enquêterecht.

De Tweede Kamer : ook recht van initiatief en recht van amendement

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De regering bestaat uit de koning met de ministers. De regering wordt gecontroleerd door het parlement.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Het parlement =
A
De Tweede kamer
B
De Eerste en Tweede kamer
C
De regering
D
De koning en het Kabinet

Slide 18 - Quizvraag

Wie bepaalt of de plannen doorgaan op landelijk niveau?
A
Het kabinet
B
De koning
C
Het parlement
D
De regering

Slide 19 - Quizvraag

Het parlement hoort bij de wetgevende macht en moet dus wetten maken. Wat is de andere taak van het parlement?
A
De regering controleren
B
De rechters controleren
C
De rechters adviseren

Slide 20 - Quizvraag

Waarom moet het parlement controle hebben op de regering?
A
Omdat ze anders niks te doen hebben.
B
Omdat de regering anders kan doen wat ze willen zonder naar de wil van het volk te luisteren.
C
Omdat het parlement de regering gewoon niet vertrouwd.

Slide 21 - Quizvraag

Welke begrippen horen bij het parlement en welke bij de regering? 
Zet de begrippen in de juiste kolom.
Parlement
Regering
Minister
ministerie

minister-president
Staatssecretaris
volksvertegenwoordigers
staatshoofd

Slide 22 - Sleepvraag

rechten die in de grondwet staan
wet over het bestuur van een land en de belangrijkste rechten en plichten van burgers
land waarin iedereen zich aan de wet
moet houden
 land waarover een koning regeert
volksvertegenwoordiging
hoofd van de regering, bijvoorbeeld een minister-president
bestuurder van een land, regeringslid
Grondwet
Rechtstaat
Grondrechten
koninkrijk
ministers
regeringsleider
Parlement

Slide 23 - Sleepvraag