Presenteren

Fictie-opdracht en presenteren (opdracht)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictie-opdracht en presenteren (opdracht)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

- Uitleg presentatie 1 minuut 
- Uitleg fictie-opdracht 

Online: je komt de les in en laat weten dat je aanwezig bent. Daarna ga je zelfstandig aan de slag met je fictie-opdracht. 

Klas: in 1 minuut presenteren/zelfstandig aan de slag met je fictie 

Slide 2 - Tekstslide

opdracht
  1. Pak een voorwerp uit de tas/uit de ruimte waar je zit. 
  2. Bedenk een presentatie van minimaal 1 minuut bij dit voorwerp, wees creatief! Je moet een ander overtuigen zodat ze dit willen kopen
  3. Bereid het kort voor. We beoordelen elkaar met het beoordelingsformulier.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Fictie-opdracht 


Fictie-opdracht: 12 februari twee van de vier inleveren!


Slide 5 - Tekstslide

Ik weet hoe ik een verslag moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Verslag
Jullie verslag gaat over jullie fictie-opdrachten. Dus je gaat als volgt te werk: 
- Je maakt een voorblad (kies een passend plaatje). 
- Inhoudsopgave (hier vertel je welk onderdeel ik op een bepaalde bladzijde kan vinden)
- Inleiding: vertel wat ik kan lezen in je verslag en wat je graag wilt leren van deze opdrachten. 
- Hoofdstukken (hier plaats je de opdrachten)
- Nawoord (je vertelt kort wat je geleerd hebt/hoe ging het?)

Slide 8 - Tekstslide

1. voorblad
2. Inleiding
3. inhoudsopgave
4. inleiding
5. kern (opdracht)
6. Nawoord
Zoekfunctie
Hier vermeld ik de indeling van mijn verslag en op welke bladzijde ik het kan terugvinden.
Hier plaats je een afbeelding, titel verslag, je naam en jaartal
Hier noteer je wat je vond van het maken van je verslag en wat je van je bpv-ervaring vond en je bedankt degene die je geholpen heeft met je verslag (bijv. praktijkbegeleider).
Dit blad krijgt geen nummering.
Dit onderdeel schrijf ik pas uit als het verslag af is.
Ik beschrijf hier uit welke onderdelen mijn verslag is opgebouwd.
De uitwerking van mijn opdrachten.
Dit onderdeel schrijf ik uit met behulp van mijn notities in mijn
logboek. Ik noteer hier wat ik heb geleerd over mezelf. 
Wat heb ik gedaan, hoe ben ik bezig geweest. Wat ging goed? 
Wat ging er mis, hoe reageerde ik? 
Hoe ga ik daar een volgende keer mee bezig? 
Heb ik mijn leerdoelen behaald? Hoe ben ik hier mee bezig geweest? 
Welke volgende leerdoelen kan ik opschrijven voor een volgende periode?

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe ver ben jij met je fictie-verslag?
010

Slide 10 - Poll