NN6 H3 - Spelling ww hf.45

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Kinderjaren, blz. 9 t/m 20
Denkvragen om tijdens of na het lezen te beantwoorden: 
  • Waar zijn de ik-persoon en zijn moeder?
  • Wat valt je op aan de herinneringen van de ik aan zijn ouders?
  • Waarom zou het de kruidenier moeilijkheden kunnen opleveren dat hij verkoopt aan de ouders van de ik en waarom wordt dat hem verboden?
  • Hoe oud zou de hoofdpersoon zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Maandag 17 april:
Spelling hf. 5: opdr. 1 t/m 3, 5, 6, 9

Woensdag 10 mei:
Toets spelling (ww) H1-5

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Dinsdag 18 april:
Spelling hf. 5: opdr. 1 t/m 3, 5, 6, 9

Donderdag 11 mei:
Toets spelling (ww) H1-5

Slide 6 - Tekstslide

Deze les
Spelling (ww) H1 t/m 5

Aan het eind van de les:
  • weet je hoe je werkwoorden correct moet spellen;
  • weet je hoe je Engelse werkwoorden correct moet spellen.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 8 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 9 - Tekstslide

 Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden:
  • De ik-vorm maak je meestal door -en van het werkwoord af te halen (speechen-speech)
  • Als het woord in het Engels aan het eind een dubbele medeklinker heeft, schrijven we in het Nederlands een enkele medeklinker (softballen-softbal)
  • In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je de ik-vorm of de ik-vorm+t
  • In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je 't sexy fokschaap

Slide 10 - Tekstslide

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd

Slide 11 - Quizvraag

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete

Slide 13 - Quizvraag

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.

Slide 14 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Ik heb al die oude contacten (vd)


A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet

Slide 15 - Quizvraag

Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 16 - Tekstslide

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 17 - Quizvraag

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 18 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht deze les
Maak de volgende opdrachten:
Spelling ww H4: opdr. 8 en 11
Spelling ww H5: opdr. 7, 8 en 11

Klaar?
  • lezen in je leesboek;
  • maak een samenvatting van Spelling Hf. 1 t/m 5
  • oefen werkwoordspelling via CambiumNed
timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Maandag 8  mei:
Spelling ww hf. 4: opdr. 8 en 11
Spelling ww hf. 5: opdr. 7, 8 en 11

Woensdag 10 mei:
Toets spelling (ww) H1-5

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 20 april:
Spelling ww hf. 4: opdr. 8 en 11
Spelling ww hf. 5: opdr. 7, 8 en 11

Donderdag 11 mei:
Toets spelling (ww) H1-5

Slide 22 - Tekstslide