Theme 5, review (1hv)

Theme 5, review

Today:
Herhaling Theme 5, laat je verrassen ;) 

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Theme 5, review

Today:
Herhaling Theme 5, laat je verrassen ;) 

Slide 1 - Tekstslide

Exercise:
In this movie you will find the Present Continuous (duurvorm) Your job is to find out how many times. 
Schrijf op een apart blaadje hoe vaak je deze vorm ziet én noteer 1 voorbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Type hier jouw antwoord: dus hoe vaak heb je de duurvorm gehoord/gezien én geef 1 voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Even testen of je het hebt begrepen... Hier komen wat quizvragen!

Slide 5 - Tekstslide

My brothers ___ ___ soccer outside.
A
am playing
B
are playing
C
is playing

Slide 6 - Quizvraag

___ you ____(eat) some fries?
A
are ... eats?
B
are ... eating?
C
is ... eating?
D
is....eats?

Slide 7 - Quizvraag

Sue ___ ___ her homework at the moment.
A
am doing
B
are doing
C
is doing
D
does

Slide 8 - Quizvraag

Exercise:
Lets do some exercises with the stones. Do you recognise the sentneces? Can you translate them without any mistakes? Good luck!

Slide 9 - Tekstslide

room
very messy.
Sarah's
is

Slide 10 - Sleepvraag

house.
We
a small
have got

Slide 11 - Sleepvraag

has got
garden.
My house
a big

Slide 12 - Sleepvraag

Detached house
Semi detached house
Terraced house

Slide 13 - Sleepvraag

Vertaal: Sophie en Ben wonen op een boerderij.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: Ik denk dat Will aan het basketballen is met een paar vrienden.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: Ik ben aan het proberen om deze puzzel op te lossen.

Slide 16 - Open vraag

Exercise:
A few exercises to check if you understand grammar 13, negations with have (got).... Show me!

Slide 17 - Tekstslide

Welke is juist?
They ____ a dog.
A
haven't got
B
hasn't got
C
don't have
D
don't has

Slide 18 - Quizvraag

Vul in:
He ____ a pen for me.
A
haven't got
B
doesn't has
C
hasn't got
D
doesn't have

Slide 19 - Quizvraag

Maak ontkennend: Jacky has a new haircut.
A
Jacky hasn't got a new....
B
Jacky haven't got a new...
C
Jacky doesn't have a new..
D
Jacky doesn't has a new...

Slide 20 - Quizvraag

Maak ontkennend: Frank and Eric have got a PS4.
A
Frank and Eric hasn't got..
B
Frank and Eric haven't got..
C
Frank and Eric don't have..
D
Frank and Eric doesn't have..

Slide 21 - Quizvraag

Exercise:
We're goinig to do some vocabulary now!

TIP: type niet te snel maar type vooral goed!

Slide 22 - Tekstslide

Translate into Dutch:
pounce

Slide 23 - Open vraag

Translate into Dutch:
make your bed

Slide 24 - Open vraag

Translate into Dutch:
munch

Slide 25 - Open vraag

Translate into Dutch:
prepare

Slide 26 - Open vraag

Translate into English:
minuscuul

Slide 27 - Open vraag

Translate into English:
villa

Slide 28 - Open vraag

Translate into English:
strijden

Slide 29 - Open vraag

Translate into English:
bewegingen

Slide 30 - Open vraag

Translate into English:
concentreren

Slide 31 - Open vraag

Translate into English:
akkoord gaan met

Slide 32 - Open vraag

Translate into English:
rijtjeshuis

Slide 33 - Open vraag

Exercise:
Last part is about the possessive. Do you still remember when to use 's, ' or the word of

Slide 34 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het woord "of" om bezit aan te geven?

Slide 35 - Open vraag

Je gebruikt 's om bezit aan te geven bij:
A
Meervouden die niet op -s eindigen
B
Meervouden die op -s eindigen.

Slide 36 - Quizvraag

Dan blijft over de ' (apostrof), wanneer gebruik je deze?

Slide 37 - Open vraag

How do you feel about this lesson? Show me in a picture .

Slide 38 - Open vraag

The end!

Slide 39 - Tekstslide