Food

Food
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Food

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'food' ?
A
Fruit
B
Eten
C
Drinken
D
Groente

Slide 2 - Quizvraag

Welke Engelse woorden die te maken hebben met eten ken jij al?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Hoe vraag je aan iemand...
'Wat is je lievelingseten?'
A
What do you like to eat?
B
What do you want
C
What is your favorite food?
D
Where is the food

Slide 5 - Quizvraag

What is your favourite food?

Slide 6 - Woordweb

Wat is het Engelse woord voor eieren?
A
ekks
B
eggs
C
chicken round
D
eggy

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

What did you see?
A
Steak
B
Chicken
C
Cornflakes
D
Bacon

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

What did you see?
A
Apples
B
Tomatoes
C
Cucumber
D
Pineapple

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

What did you see?
A
Chinese pasta
B
Pasta
C
Rice
D
Couscous

Slide 13 - Quizvraag

Which fruit is this?

Slide 14 - Open vraag

Which fruit is this?

Slide 15 - Open vraag

Which fruit is this?

Slide 16 - Open vraag

Name this dish.

Slide 17 - Open vraag

What do you see?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de Engelse vertaling voor: Ontbijt
A
Brekvest
B
Breakfast
C
Untbite
D
Morning dinner

Slide 19 - Quizvraag

What do you eat for breakfast?

Slide 20 - Woordweb

Wat zeg je vlak voordat je gaat eten?
A
Eat good
B
Cheers!
C
Happy meal
D
Enjoy your meal

Slide 21 - Quizvraag

Er wordt gezegd: "hmm the food was delicious"
Was het eten lekker?
A
Yes
B
No

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord is de vertaling van 'supermarkt'
A
Grocery store
B
Food buying place
C
Mall
D
Cinema

Slide 23 - Quizvraag