Thema 3 B1: Gaswisseling

V6  Gaswisseling
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V6  Gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De wet van Fick

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hemoglobine
  • Vier heemgroepen met ijzeratoom
  • Als zuurstof bindt aan ijzer vormt het oxyhemoglobine
  • Hb + O2 ↔ HbO2
  • Hoge zuurstofspanning: bindt zuurstof (reactie naar rechts)
  • Lage zuurstofspanning: zuurstof laat los (reactie naar links)

Slide 5 - Tekstslide

Bohr-effect
  • Actief weefsel lagere pO2, dus minder zuurstofverzadiging Hb
  • Actief weefsel hogere pCO2, lagere pH, meer zuurstofmoleculen komen vrij
  • Hoge temperatuur zorgt ervoor dat er meer zuurstof vrijkomt uit oxyhemoglobine

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Transport CO2
  • Deel als CO2 door bloedplasma vervoerd
  • Deel CO2 gebonden aan hemoglobine
  • Grootste deel bindt met water tot H2CO3, valt uiteen tot HCO3- (ook door koolzuuranhydrase) en diffundeert naar bloedplasma. Ladingsverschil rode bloedcellen opgelost door Cl-, vrijgekomen H+ gebonden aan hemoglobine, O2 komt vrij

Slide 8 - Tekstslide

Transport CO2
  • Longhaarvaten opgeloste CO2 vanuit bloedplasma naar alveolaire vocht
  • Hemoglobine gebonden CO2 en H+ komt vrij
  • HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Het langst dat iemand ooit zijn adem ingehouden heeft is
17 min en 4 sec. Dit record werd bereikt door de Amerikaanse illusionist David Blaine.​
Wat zal er tijdens deze 17 min met de pH van zijn bloed zijn gebeurd?
A
de pH steeg
B
de pH daalde
C
Bleef gelijk

Slide 14 - Quizvraag

BINAS 83D.
Bij welke temperatuur is hemoglobine eerder verzadigd?

A
20 graden
B
30 graden
C
37 graden
D
42 graden

Slide 15 - Quizvraag

83D. Hemoglobine van een volwassene verschilt iets met die van een ongeboren kind. In je spieren heb je een speciale vorm van hemoglobine: myoglobine.
Welke conclusie kun je trekken uit de tabel rechtsonderin?
A
Myoglobine bindt moeilijker met zuurstof dan hemoglobine
B
Hemoglobine van een ongeboren kind heeft een hogere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine
C
Bij een lage pO2 wordt minder zuurstof afgegeven door hemoglobine dan door myoglobine
D
Geen van alle conclusies.

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor is het gunstig dat myoglobine een hogere affiniteit heeft voor zuurstof dan hemoglobine?

Slide 17 - Open vraag

Op welke manier wordt het grootste deel van de CO2 die door dissimilatie ontstaat in het bloed vervoerd?
A
Als opgelost CO2 in het bloedplasma
B
Gebonden aan hemoglobine als HbCO2
C
Gebonden aan hemoglobine als HbHCO3
D
Als HCO3- opgelost in het bloedplasma

Slide 18 - Quizvraag

H+ bindt aan hemoglobine tot HbH. Leg uit wat hiervan het belang is.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

In een bepaald spierweefsel is de pO2 bij rust 5kPa en bij arbeid 2,5kPa.
De pCO2 is bij rust 7,5 kPa en bij arbeid 10 kPa.
In de haarvaten die deze spier van bloed voorzien is de pO2 in het begin van het haarvatennet 12,5 kPa en de pCO2 5kPa.
Hoeveel ml aan Hb gebonden O2 wordt per 100 ml bloed afgegeven aan het spierweefsel in rust en bij arbeid? (gebruik afbeelding vorige slide).

A
4 ml en 14 ml
B
4 ml en 13 ml
C
16 ml en 6 ml
D
16 ml en 15 ml

Slide 21 - Quizvraag


A
1 & 3
B
1 & 4
C
2 & 3
D
2 & 4

Slide 22 - Quizvraag







Welke variatie vind je in het hooglandhemoglobine?
A
De Hb heeft een steilere verzadigingskromme
B
De Hb heeft een minder steile verzadigingskromme
C
Hb komt in een hogere conc. in het bloed
D
Hb komt in een lagere conc. in het bloed

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb de leerdoelen van basisstof 1 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 25 - Open vraag