4.2 Ondernemingsvormen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent een baan voor onbepaalde tijd?
A
Fulltime baan
B
Vaste dienst
C
Parttime baan
D
Flexibele baan

Slide 2 - Quizvraag

Natuurlijk/
rechtspers.
Eigenaar
Aansprake-lijk
Belasting
Eenmans-
zaak
Vof
BV
NV

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van het oprichten van een eenmanszaak?
A
Continuïteit
B
Taakverdeling
C
Snelle beslissingen nemen
D
Aansprakelijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is altijd een verschil tussen bepaalde en onbepaalde tijd?
A
Het salaris
B
De proeftijd
C
Wanneer het contract stopt
D
Aantal vakantiedagen

Slide 5 - Quizvraag

Waar staan de letters BV voor?
A
Beperkte vennootschap
B
Beginnende vennootschap
C
Besloten vennootschap
D
Bever vennootschap

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvormen zijn is de eigenaar privé-aansprakelijk?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt er verstaan onder een rechtsvorm van een onderneming?
A
Welke rechten een bedrijf heeft
B
De juridische vorm van een onderneming
C
De manier waarop een bedrijf wordt bestuurd

Slide 8 - Quizvraag

Een besloten vennootschap heeft de volgende kenmerken qua belasting en rechtsvorm:
A
inkomstenbelasting, is een rechtspersoon
B
vennootschapsbelasting, is een natuurlijk persoon
C
vennootschapsbelasting, is een rechtspersoon
D
inkomstenbelasting, is een natuurlijk persoon

Slide 9 - Quizvraag

Een vennootschap onder firma heeft de volgende kenmerken qua belastingregime en rechtsvorm:
A
betaalt inkomstenbelasting per vennoot, is een rechts-persoon
B
betaalt vennootschapsbelasting per vennoot, is een natuurlijk persoon
C
betaalt vennootschapsbelasting per vennoot, is een rechtspersoon
D
inkomstenbelasting per vennoot, is een natuurlijk persoon

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een stichting?
A
een organisatie die wordt opgericht om voor een bepaald doel te werken
B
een organisatie die wordt opgericht om samen te zingen
C
een organisatie met veel leden

Slide 11 - Quizvraag

Een eenmanszaak heeft de volgende kenmerken qua belastingregime en rechtsvorm:
A
betaalt vennootschapsbelasting over de winst , is een rechtspersoon
B
betaalt inkomstenbelasting over de winst, is een rechtspersoon
C
betaalt vennootschapsbelasting over de winst , is een natuurlijk persoon
D
betaalt inkomstenbelasting over de winst, is een natuurlijk persoon

Slide 12 - Quizvraag

Een stichting kent veel leden
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag