4.1 Werk je voor loon of voor winst?

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4GT
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4GT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • 15 minuten werken op telefoon aan deze les (H4.1)
  • Klaar? Dan met Oefenopgaven par 4.1 in verder

  • Les op tel: 4.2
  • Klaar? Dan met Oefenopgaven Par 4.2 verder

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert deze les:
  1. Het verschil tussen werken in loondienst en als zelfstandige
  2. Wat voor ondernemingsvormen er zijn
  3. Wat de kenmerken van deze ondernemingvormen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loondienst <-> zelfstandige
  1. In loondienst heb je als werknemer een arbeidsovereenkomst met je werkgever.
    --> Afgesproken loon, recht op vakantiedagen en vakantiegeld. Ook ben je zeker van geld bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
  2. Zelfstandigen hebben hun eigen onderneming. De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen. Een deel van de ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp'er (zelfstandig zonder personeel)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvorm deel 1
Als je zelfstandig ondernemer bent moet je een ondernemingsvorm kiezen:
  1. ZZP'er: zelfstandig zonder personeel. 
  2. Eenmanszaak: één eigenaar, neemt de leiding. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  3. Vof (venootschap onder firma): er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
  • !Belangrijk: Als het bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een zzp'er, eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.
  • Als zelfstandig ondernemer betaal je over je winst inkomstenbelasting.

Slide 6 - Tekstslide

Voor de eigenaar van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen. In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen. Als hun bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.
Ondernemingsvorm deel 2
  • BV = een besloten vennootschap & NV = naamloze vennootschap 
Bij deze ondernemingsvormen zijn privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming gescheiden. De eigenaren zijn aandeelhouders. Het geld dat zij in de zaak steken is hun aandeel.
  • !Belangrijk: Aandelen van een BV worden niet vrij verhandeld. Van worden de aandelen wel vrij verhandeld op de effectenbeurs (in NL de AEX).
  • Winst van een BV en NV: 
deel 1= als loon naar eigenaren uitbetalen --> inkomstenbelasting 
deel 2= de rest vd winst --> vennootschapsbelasting.   BLZ 110 opg 7!!!!

Slide 7 - Tekstslide

Een BV en NV betaald over de winst vennootschapsbelasting
Voorbeeld NV

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvorm
Stichting = een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Daarvoor krijgt een stichting meestal donaties of subsidies. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zelfstandige ondernemer betaald inkomstenbelasting voor zijn/ haar winst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
A
Eenmanszaak
B
ZZP'er
C
VOF (vennootschap onder firma)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De aandelen van een BV worden verhandeld op de effectenbeurs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De aandelen van een NV worden wel vrij verhandeld op een effectenbeurs. De aandelen van een BV zijn niet verhandelbaar.
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
winstuitkering aan aandeelhouders
A
Koers
B
Dividend
C
Vennootschapsbelasting
D
Effectenbeurs

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: organisaties die zich inzetten voor goede doelen
A
VOF
B
BV
C
NV
D
Stichting

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een voordeel/ kunnen voordelen zijn met een VOF?
A
Bij ziekte kunnen ze elkaar overnemen
B
Er is maar één iemand die de leiding heeft
C
Ze zijn privé aansprakelijk
D
Je kunt het werk onderling verdelen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EXTRA UITLEG

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies