Tijdens het experiment hebben we gezien wat er gebeurt als je een ei laat vallen. Sommige eieren bleven heel, andere gingen kapot. Dat heeft alles te maken met hoe goed je het ei had beschermd. Als het ei een harde klap maakt op de grond, is de kans groot dat het breekt. Maar als je iets gebruikt dat de klap dempt, zoals schuim, watten of spons, dan wordt die schok minder groot. Dat noemen we demping – het materiaal vangt een deel van de energie op, zodat het ei minder voelt van de klap.
Sommige groepjes hadden ook iets bedacht waardoor het ei langzamer viel, zoals een parachute of vleugels. Daardoor ging het ei minder hard naar beneden, en was de impact op de grond kleiner. Dat noem je vertragen: je zorgt ervoor dat het ei niet met volle snelheid naar beneden valt.
Dus als je ei heel bleef, kwam dat waarschijnlijk doordat je goed had nagedacht over demping én vertraging. En als het ei toch kapot ging, kun je nu misschien beter begrijpen waarom: misschien was de bescherming te dun, of viel het ei nog te hard. Zo leerden we in de praktijk hoe zwaartekracht werkt, en wat je kunt doen om iets te beschermen tegen een harde landing.