Week 7 De Hersenen + opdracht loopbaan

Hersenen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
9.30 korte terugblik vorige les
9.35 uur; theorie hersenen
10.20 uur korte pauze
10.30 casus klinisch redeneren
11.10 korte nabespreking opdracht loopbaan
11.25 afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je benoemt de basisstructuren van de hersenen en legt de functie van de belangrijkste hersengebieden.
  • Je past de kennis van hersen anatomie toe bij het klinisch redeneren van een casus, door te verklaren hoe hersenbeschadiging symptomen kan veroorzaken.
  • Je reflecteert op je persoonlijke leerdoelen  en past de verworven kennis toep in je toekomstige loopbaan als zorgprofessional.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel zenuwcellen bestaan de hersenen?
A
10 miljoen
B
10 miljard
C
100 miljoen
D
100 miljard

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen (cerebrum)

  • Bestaan uit een linker en een rechter hemisfeer (hersenhelft)
  • Beide helften zijn gescheiden door een diepe spleet
  • Beide helften zijn verbonden door corpus callosum (hersenbalk)
  • Veel vouwingen om meer oppervlak voor zenuwcellen te maken (hersenschors)

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben/gebieden...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
  • netwerk van cellen dat informatie kan opnemen en verwerken. 
  • verbindt alle delen van het lichaam met elkaar.
  • Geeft informatie van de hersenen naar andere delen in het lichaam gestuurd en omgekeerd 

  • onderverdeeld in 2 groepen 
Centrale zenuwstelsel (ruggenmerg, hersenvloeistof en hersenen) 
Perifere zenuwstelsel ( autonome(onbewust) en somatische (bewust)) 

Slide 8 - Tekstslide

Het autonome zenuwstelsel (autonoom=zelfstandig, onwillekeurig) regelt automatisch bijna alle onbewuste functies en processen in je lichaam, zoals je ademhaling, je hartslag, je bloeddruk, de energieproductie, de spijsvertering en de stofwisseling. Over dat soort functies hoef je niet na te denken.

Somatische : Het somatisch stelsel is betrokken bij het deel van het zenuwstelsel waar we wel controle over hebben. Dit gedeelte stuurt de spieren aan en zorgt er bijvoorbeeld voor dat we kunnen bewegen en praten.
Ons zenuwstelsel
Het zenuwstelsel regelt en organiseert:
  • De functie van weefsels en organen
      - de werking van het hart etc.
  • De reactie van ons lichaam op prikkels uit de omgeving
      - Bijv. reactie op temperatuur en op stress
  • De psychologische en fysiologische processen van het lichaam
      - Bijv. het kunnen nadenken, de spijsvertering, beweging etc. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Centrale Zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel: 
  • Hersenen: Beschermd door schedel
  • Hersenvloeistof (Liquor cerebrospinalis)
  • Ruggenmerg: Beschermd door wervelkolom


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
De grote hersenen regelen:
  • Alle vrijwillige bewegingen (motorische schors/cortex)
  • Het denken en de intelligentie (leren van nieuwe dingen)
  • Het bewustzijn, het geheugen en de persoonlijkheid.

Zij verwerken bovendien alle zintuigelijke informatie van binnen en van buiten het lichaam en zorgen ervoor dat er correct op wordt gereageerd (sensorische schors/cortex).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijze en witte stof

Grijs (= de schors): Schakelcellen/zenuwcellen

Wit (= het merg):
 Uitlopers van schakelcellen/verbinding van de zenuwcellen

Slide 13 - Tekstslide

Vaak is de oorzaak van epilepsie niet bekend. Hoe graag mensen het ook willen weten. Soms is een beschadiging in de hersenen of in het hersennetwerk de bron, soms speelt erfelijkheid een rol. Bij meer dan de helft van de mensen met epilepsie is geen oorzaak te vinden.
Hersenvliezen en liquor
Drie hersenvliezen: zorgen alle drie voor bescherming 
  1. Dura mater: Harde hersenvlies
  2. Arachnoidea: Spinnenwebvlies
  3. Pia mater: Zachte hersenvlies

Liquor cerebrospinalis: Hersenvloeistof/-vocht
  • Schokdemping, bescherming van hersenen en ruggenmerg
  • Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
  • Wordt gemaakt in ventrikels (hersenkamers)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen
2. De kleine hersenen: Cerebellum
  • Coördineren houding (bewegingen, balans en evenwicht)
  • Coördinatie van reflexen en motorische vaardigheden
  • Zorgen ervoor dat we vloeiend en soepel kunnen bewegen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen
3. Tussenhersenen: di-encephalon
  • Tussen de hersenen en de hersenstam
  • Bevat thalamus: Schakelstation voor alle zintuiglijke signalen
      - Bepaalt wat er 'doorgegeven' wordt aan de hersenen (pijn, kou etc.)
      - Zorgt dus ook voor je concentratie tijdens een activiteit
  • Bevat hypothalamus: 
      - Regelt lichaamstemperatuur, dorst/honger, gedrag en slaap
      - Zorgt voor afgifte van hormonen via hypofyse

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen
4. De Hersenstam: Truncus Cerebri
  • Ligt ter hoogte van het achterhoofd
  • Oorsprong van 12 hersenzenuwen
      - (Belangrijk voor zintuigen, spieren en organen)

Belangrijkste hersenzenuw die je moet kennen:
  • Nervus Vagus (nummer 10): betrokken bij héél veel processen
  • Grote rol bij parasympatisch zenuwstelsel (voor onbewuste acties in het lichaam zoals slapen, spijsvertering, ademen en zuurstof binden)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenstam
De functies van de hersenstam:
  • Verbindt de hersenen met het ruggenmerg
  • Bevat controlecentra voor ademhaling, hartslag en bloeddruk
  • Verantwoordelijk voor lichaamstemperatuur
  • Controleren en coördineren van spierbewegingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoornissen van de hersenen kennen jullie ?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende stoornissen hersenen
1. Cerebrovasculaire aandoeningen
2. Neurodegeneratieve aandoeningen; Alzheimer, parkinson, MS
3. Epilepsie en andere convulsieve stoornissen
4. Traumatisch hersenletsel (TBI)
5. Hersentumoren
6. Psychische stoornissen; schizofrenie, depressie
7. Dementie; vasculaire dementie, frontotemporale dementie (gedrag, persoonlijkheid en taal)
8. Angst- en stemmingsstoornissen; PTSS
9. Migraine en andere hoofdpijnstoornissen
10. Dyslexie en andere leerstoornissen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Spasticiteit
-beschadiging van het centrale zenuwstelsel, vooral in gebieden die verantwoordelijk zijn voor de motorische controle, zoals de hersenen of het ruggenmerg.
- aandoeningen zoals een beroerte, multiple sclerose, cerebrale parese, of traumatisch hersenletsel.
- Verstoring van de normale communicatie tussen de hersenen en spieren, waardoor de spieren overmatig spannen of zich moeilijk kunnen ontspannen, wat resulteert in spasticiteit.(spasmen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe onstaat schade aan de hersenen?
  • geen goede aanleg (syndroom, infectie 1e weken zwangerschap)
  • Beschadiging (O2 gebrek, hersenbloeding, infarct, kneuzing,tumor, ontsteking, stofwisselingsziekte)
  • Overactieve zenuw

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hersenstam regelt veel vitale functies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meningen 
Cerebrum
Grote hersenen
Hersenvliezen
Hersenstam
De kleine hersenen
Truncus cerebri
Cerebellum 

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand hoort een harde knal en draait zijn hoofd om. In welk deel van de hersenen vindt bewustwording van dit geluid plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gedeelte van de hersenen ontvangt en verwerkt impulsen?
A
Bewegingscentra van de grote hersenen
B
Gevoelscentra van de grote hersenen
C
Kleine hersenen
D
Hersenstam

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand dronken is kan hij niet meer recht lopen. Welk deel van je hersenen functioneert dan niet meer goed?
A
Grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die hun huis te koop zetten bakken soms een appeltaart. Mensen die komen kijken ruiken dan deze taart als ze binnenkomen. Na enige tijd ruiken ze de geur niet meer. Hoe komt dat?
A
Andere geuren zorgen voor meer prikkels
B
De hersenen nemen de impulsen van het reukorgaan niet meer waar
C
Het niveau van de prikkel wordt steeds lager
D
Het reukorgaan geeft geen impulsen meer af

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand met de ziekte van Huntington maakt vaak ongewilde bewegingen en kan zijn bewegingen niet goed coördineren. Welk deel van de hersenen werkt bij iemand met deze aandoening niet goed meer?
A
Grote hersenen
B
Hersenstam
C
Kleine hersenen
D
Hiervoor is er te weinig informatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frontaal 
Temporaal
Pariëtaal
Occipitaal

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje echte hersenen
Voor wie het wil zien !

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

casus klinisch redeneren
timer
15:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking opdracht loopbaan

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thiememeulenhoff
Anatomie en fysiologie N4 module 11  Zenuwstelsel
Anatomie en fysiologie N3 module 10 Zenuwstelsel
Pathologie N3/4 zenuwstelsel, (zintuigen ,en hormonen)


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je benoemt de basisstructuren van de hersenen en legt de functie van de belangrijkste hersengebieden.
  • Je past de kennis van hersen anatomie toe bij het klinisch redeneren van een casus, door te verklaren hoe hersenbeschadiging symptomen kan veroorzaken.
  • Je reflecteert op je persoonlijke leerdoelen  en past de verworven kennis toep in je toekomstige loopbaan als zorgprofessional.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meivakantie
Let op !
Volgende week goede vrijdag, geen les !

Weer les op 9 mei !

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies