2023 2024 - H3 - H krachten oefentoets

2023 2024 - H3 - H krachten oefentoets
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2023 2024 - H3 - H krachten oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Kies bij elke situatie de juiste vervorming van het vetgedrukte voorwerp.

Een boom buigt ver mee met een hevige windvlaag.
Een tractor laat diepe sporen achter op een natte akker.
Een turner zet zich krachtig af op de trampoline.
Theo rijdt een flinke deuk in zijn spiksplinternieuwe auto. 

timer
1:00
Plastisch
Elastisch
Plastisch
Plastisch
Elastisch
Elastisch

Slide 2 - Sleepvraag

Uitleg
Als de oorspronkelijke vorm weer terugkomt nadat de kracht ophoudt met werken, dan noem je de vervorming elastisch.
Als de vorm van een voorwerp blijvend verandert, dan noem je de vervorming plastisch.

Slide 3 - Tekstslide

Krachten die op voorwerpen worden uitgeoefend, kun je niet zien of voelen. Je kunt wel zien welk effect die krachten hebben.
Kies de juiste woorden.

Als een auto hard afremt voor een overstekend kind, dan verandert de
van de auto.
Als Wilma op haar luchtbed gaat liggen, dan verandert de van het luchtbed.
Als een schaatsenrijder met constante snelheid door de bocht vliegt, dan verandert de van de schaatsenrijder.
Als een duikplank doorbuigt als je op het uiteinde gaat staan, dan verandert de van de duikplank.

timer
1:00
Vorm
Beweging
Vorm
Vorm
Beweging
Beweging

Slide 4 - Sleepvraag

Uitleg
Een kracht kan de beweging of de vorm van een voorwerp veranderen. Als alleen de richting van een voorwerp verandert, dan verandert ook de beweging.

Slide 5 - Tekstslide

Kies bij elke situatie de juiste vervorming van het vetgedrukte voorwerp.

Een fietsband wordt flink ingedrukt als Wietske op haar fiets gaat zitten.
Een polsstok buigt flink door tijdens een sprong van een atleet.
Jara verbuigt een paperclip om daarmee haar iPad te resetten.
Theo verfrommelt een leeg colablikje voordat hij het in de prullenbak gooit. 


timer
1:00
Elastisch
Plastisch
Elastisch
Plastisch
Plastisch
Elastisch

Slide 6 - Sleepvraag

Uitleg
Als de oorspronkelijke vorm weer terugkomt nadat de kracht ophoudt met werken, dan noem je de vervorming elastisch.
Als de vorm van een voorwerp blijvend verandert, dan noem je de vervorming plastisch.

Slide 7 - Tekstslide

Om een aluminium staaf worden twee ringmagneten geschoven. De bovenste magneet blijft daarna zweven.
Welke twee krachten werken op de bovenste ring?
A
Magnetische kracht en Spierkracht
B
opwaartse kracht en Zwaartekracht
C
Magnetische kracht en veerkracht
D
Magnetische kracht en Zwaartekracht

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg
De ring wordt naar beneden getrokken door de aarde (zwaartekracht) en naar boven geduwd door de onderste magneet (magnetische kracht).

Slide 9 - Tekstslide

Een importeur van vorkheftrucks vermeldt op zijn site enkele gegevens over een vorkheftruck:

HEFVERMOGEN 2500 kg
EIGEN GEWICHT 4470 kg
Een vorkheftruck is maximaal beladen.
Hoe groot is de kracht (in kN) die de vorkheftruck op de vloer uitoefent?
De kracht die de heftruck op de vloer uitoefent, is .............. kN.
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Aan een krachtmeter hangt een gewichtje. Je leest een kracht van 8,3 N af. De veer van de krachtmeter rekt 4,6 cm uit.
Met welke uitwerking bereken je de veerconstante?
timer
2:00

Slide 12 - Open vraag

Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.
De kracht die omhoog is gericht, is de             .
De kracht die omlaag is gericht, is de               .

timer
1:00
Fv
Fn
Fspan
Fz

Slide 13 - Sleepvraag

Uitleg
Je gebruikt een veerunster, daar zit een veer in en dus is het veerkracht die de tas optilt.
En de zwaartekracht is er altijd!

Slide 14 - Tekstslide

Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.
De kracht die omhoog is gericht, is de             .
De kracht die omlaag is gericht, is de               .

timer
0:30
Fv
Fn
Fspan
Fz

Slide 15 - Sleepvraag

Uitleg
Een vaste stof als ondergrond levert altijd een normaal kracht.
En wederom de zwaartekracht is er altijd.

Slide 16 - Tekstslide

Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.
De kracht die omhoog is gericht, is de             .
De kracht die omlaag is gericht, is de               .

timer
0:30
Fv
Fn
Fspan
Fz

Slide 17 - Sleepvraag

Uitleg
Een vaste stof als ondergrond levert altijd een normaal kracht.
En wederom de zwaartekracht is er altijd.

Slide 18 - Tekstslide

Els staat stil op één been. Op de zool van haar schoen werken een of meer krachten.
Welke tekening is juist?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Uitleg
Els staat stil, dus er is evenwicht. 
Er moet dan meer dan één kracht werken en de krachten kunnen niet ongelijk zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Nienke heeft van drie veren gemeten hoe ze uitrekken als ze er gewichtjes aan hangt. Je ziet de grafiek van deze proef.
Kies de juiste veer.

De stugste veer is veer =.........
A
1
B
3
C
2
D
Kan je niet weten, want je weet de massa van de gewichtjes niet.

Slide 21 - Quizvraag

Uitleg

Slide 22 - Tekstslide

Je ziet een hefboom. Irene heeft een practicumopstelling gemaakt met deze hefboom. Irene wil links op de aangegeven plaats nog een of meer gewichtjes (50 g) hangen, zodat de hefboom in evenwicht is.
Bereken hoeveel gewichtjes ze moet ophangen bij het vraagteken in de figuur.

Irene moet gewichtjes ophangen bij het vraagteken.
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 23 - Quizvraag

Uitleg

Slide 24 - Tekstslide

Je ziet een hefboom waaraan gewichtjes zijn bevestigd. Alle gewichtjes zijn gelijk.

Wat zal er met de hefboom gebeuren?
A
De hefboom is in evenwicht en zal niet draaien
B
De hefboom draait linksom
C
De hefboom draait rechtsom
D
Welke hefboom? Welk evenwicht?

Slide 25 - Quizvraag

Uitleg

Slide 26 - Tekstslide

Je ziet het achterwiel van een fiets. Volgens de verkoper van de fietsenzaak mogen de moeren worden vastgedraaid met een maximaal moment van 8,0 Nm.
Dries wil weten hoeveel kracht hij maximaal mag uitoefenen op de steeksleutel als hij de moer aandraait.

Welke kracht mag Dries uitoefenen?
De kracht die Dries maximaal op de steeksleutel mag uitoefenen, is .......N.
A
10N
B
20N
C
30N
D
40N

Slide 27 - Quizvraag

Uitleg

Slide 28 - Tekstslide