tijdrekenen
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Het lastige met werken voor de eeuw, is dat je moet terugrekenen. Dus
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.
Hoeveel jaar is dat geleden?
Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2065 jaar geleden
D
2100 jaar geleden
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke eeuw is het volgende jaartal?
31
31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke eeuw is het volgende jaartal?
299 v. Chr.
299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke eeuw is het volgende jaartal?
1612
1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Spelen de volgende perioden zich vóór of ná Christus af? Sleep ze naar de juiste plek.
Na Christus
Vóór Christus
1939-1945
212-200
100-44
1914-1918
492-379
1000-1500
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.
Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde:
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu
Slide 20 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
