Quiz 3.1 Wetten en regels

We kennen rechten en plichten,
een voorbeeld van een recht is:
A
de vaatwasser inpakken
B
belasting betalen
C
je huiswerk maken
D
goed onderwijs
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

We kennen rechten en plichten,
een voorbeeld van een recht is:
A
de vaatwasser inpakken
B
belasting betalen
C
je huiswerk maken
D
goed onderwijs

Slide 1 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een recht is iets dat mag
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een plicht is iets dat moet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Het bijwonen van de online lessen van de Winkler Prins is een voorbeeld van:
A
een recht
B
een plicht

Slide 4 - Quizvraag

We kennen rechten en plichten.
Een voorbeeld van een plicht is:
A
sporten
B
belasting betalen
C
een nieuwe iphone
D
goed onderwijs

Slide 5 - Quizvraag

een strafbaar feit is...
A
Het overtreden van de wet.
B
een dader
C
Je houden aan de regels uit het wetboek
D
een slachtoffer

Slide 6 - Quizvraag

Een misdaad is het zelfde als een misdrijf?
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een overtreding is altijd een misdaad
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een misdaad is altijd een overtreding?
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent gedogen?
A
Iets goed bekijken met je ogen.
B
Iets bestraffen
C
Volgens de wet leven.
D
Iets door de vingers zien.

Slide 10 - Quizvraag

Maastricht heeft veel last van drugstoeristen dat komt omdat:
A
In Maastricht de drugs goedkoop is.
B
Maastricht een toeristenstad is.
C
Maastricht vlakbij de grens ligt.
D
Maastricht een grote stad is.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de taak van de officier van justitie?
A
Bewijzen dat de verdachte schuldig is.
B
Bepalen of een verdachte schuldig of onschuldig is.
C
Bepaalt de hoogte van de straf die de verdachte krijgt.
D
Bewijzen dat de verdachte onschuldig is.

Slide 12 - Quizvraag

Wie komt er in een rechtzaak op voor de belangen van de verdachte?
A
Officier van justitie
B
Rechter
C
Advocaat
D
Griffier

Slide 13 - Quizvraag

Wie bepaalt of een verdachte schuldig is?
A
Rechter
B
Advocaat
C
Verdachte
D
Officier van justitie

Slide 14 - Quizvraag

Wie bepaalt de straf die een schuldige verdachte krijgt?
A
Advocaat
B
Jury
C
Rechter
D
Officier van justitie

Slide 15 - Quizvraag

Als de rechter bepaalt dat een verdachte geestelijk ziek is dan volgt geen celstraf maar....
A
een corona vaccinatie
B
opname in het ziekenhuis
C
een executie
D
TBS

Slide 16 - Quizvraag

Hoe lang duurt TBS?
A
Als de patient genezen is wordt de TBS niet verlengd
B
2 jaar
C
Voor altijd is het zelfde als levenslang
D
tot het hoger beroep

Slide 17 - Quizvraag

Als iemand het niet eens is met de uitspraak van de rechter dan kan hij/zij..
A
in hoger beroep gaan
B
niets
C
protest aantekenen
D
zijn/haar mond houden.

Slide 18 - Quizvraag

Is levenslang ook echt levenslang in Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag