Economie Kader 3, H4 Kies je voor zekerheid? Par. 4.1 en 4.2.

Hoofdstuk 4 
Kies je voor zekerheid?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 
Kies je voor zekerheid?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeren/verzekering

Slide 2 - Woordweb

Onderdelen:
  • Soorten verzekeringen
  • Doel van verzekeren
  • Risico inschatting
  • Schade
  • Indekken kosten
Help ze op weg evt - link aan lenen / sparen en inkomsten uitgaven en risico

Vat samen
Intro, wat weet je nog?

Lezen en bestuderen begrippen blz. 98 en invullen in theorie.


Maken opdrachten blz. 99.
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4.1 
Verzeker je dat?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.1
Je leert in deze paragraaf:

  • Wanneer het zinvol is iets te verzekeren
  • Een verzekeringspremie op te zoeken of te berekenen
  • Hoe je de totale verzekeringskosten berekent
  • Hoe je een schadevergoeding berekent

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeraar
Verzekerde

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico
Hoe groot het risico op schade is hangt af van:

  • de kans op schade
  • de waarde van wat je verzekert.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzeker voorval
De verzekeraar vergoedt schade alleen als die het gevolg is van een onzeker voorval

Dat is een gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie
Als je een verzekering afsluit dan betaal je premie (bedrag per maand).

De verzekeraar heeft deze premie vooral nodig voor:
  • het vergoeden van schades. 
Daarnaast voor:
  • het betalen van de kosten bijv; personeel, gebouw en computers
  • reserve voor grote onverwachte schades
  • winst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten.
Maak de opdrachten 1 t/m 6.
Lees ook eerst zelf de theorie goed door...


Bespreken.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringskosten berekenen

Verzekeringskosten bestaan niet alleen uit premie. Daar komen ook nog poliskosten bij. Over de premie+poliskosten betaal je ook nog een percentage assurantiebelasting.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
VERZEKERINGSKOSTEN BEREKENEN

 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzekeringskosten berekenen
Premie = € 110. Poliskosten = € 9,50. Assurantiebelasting = 21%. 





  • Bereken de verzekeringskosten 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopgave

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe auto aangeschaft. Ze gaat deze auto verzekeren. De premie bedraagt €45,50. De poliskosten voor deze verzekering zijn €4,75. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de totale verzekeringskosten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking oefenopgave

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vergoed? Polisvoorwaarden

Als je schade hebt: meld je bij de verzekeraar.
Vraagt dan om schadevergoeding, "je schade claimen".

Polisvoorwaarden:
Hierin staan de rechten en plichten van de verzekerde en verzekeraar, en, wat je bij schade vergoed krijgt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een deel van de schade die je zelf betaalt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag eigen risico

Mijn fiets heb ik verzekerd bij verzekeringsmaatschappij De Lekke Ketting. Helaas heb ik een aanrijding gehad en zit er schade aan mijn fiets. De kosten van deze schade zijn €155,- Mijn eigen risico is €35,-
Hoeveel geld krijg ik van de verzekeringsmaatschappij uitgekeerd?
A
€190
B
€120
C
€155
D
€0

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten.
Maak de opdrachten 7 t/m 13.
Lees ook eerst zelf de theorie goed door...


Dinsdag: bespreken 1 t/m 13.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald? 4.1
We hebben geleerd:

  • Wanneer het zinvol is iets te verzekeren
  • Een verzekeringspremie op te zoeken of te berekenen
  • Hoe je de totale verzekeringskosten berekent
  • Hoe je een schadevergoeding berekent

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 WOON JE VERZEKERD?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.2
Je leert in deze paragraaf:


  • Wat je hebt aan een aansprakelijkheidsverzekering
  • Wat het verschil is tussen een inboedelverzekering en opstalverzekering
  • Hoe je bij deze verzekeringen de premie kunt vaststellen of berekenen
  • Wat de gevolgen zijn van onderverzekering

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een AVP?
(Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inboedelverzekering


De spullen in je huis noem je inboedel.

Als je daaraan schade hebt door brand, inbraak of water dan wordt dat vergoed als je een inboedelverzekering hebt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstalverzekering
Schade aan je huis door brand of storm wordt vergoed als je een opstalverzekering hebt.

Als je een eigen huis hebt moet je zelf deze verzekering afsluiten!

Herbouwwaarde: waartegen je verzekert.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als ik schade maak aan spullen van een ander dan gebruik ik de volgende verzekering:
A
Aansprakelijkheidsver- zekering particulieren
B
Opstalverzekering
C
Inboedelverzekering

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten.
Maak de opdrachten 1 t/m 6.
Lees ook eerst zelf de theorie goed door...


Bespreken.
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.2
Je leert in deze paragraaf:


  • Wat je hebt aan een aansprakelijkheidsverzekering
  • Wat het verschil is tussen een inboedelverzekering en opstalverzekering
  • Hoe je bij deze verzekeringen de premie kunt vaststellen of berekenen
  • Wat de gevolgen zijn van onderverzekering

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie woonhuisverzekering
De premie is meestal een bedrag voor elke €1000,- waarvoor je verzekerd bent.




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Piet sluit voor zijn huis een opstalverzekering af. De jaarpremie is €0,75 per €1000,- verzekerd bedrag. Het huis is verzekerd voor €435000,- Bereken welk bedrag Piet per maand aan premie betaald.
A
€750,-
B
€328,05
C
€328,50
D
€0,00172414

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Premie berekenen aan de hand van een premietabel

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Piet heeft een uitgebreide
inboedelverzekering voor €52000,-.
Hij woont in Regio C.
Bereken voor Piet de jaarpremie.

A
€143,-
B
€ 161,20
C
€98,80

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over- en onderverzekeren
  • Over-verzekerd: je bent voor een te hoog bedrag verzekerd. Dit is onnodig, want je betaald dan onnodig meer premie.     Bij schade krijg je alleen de werkelijke schade uitgekeerd.    

  • Onderverzekerd: het verzekerde bedrag is lager dan de werkelijke waarde. Als je dan schade hebt is je vergoeding ook lager.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadevergoeding bij onderverzekering berekenen
  • Je inboedel is verzekerd voor €35000,- In werkelijkheid is die inboedel €50000,- waard. Bij een volgelopen riool is er een overstroming in jullie huis en is er €17500,- schade aan jullie inboedel. Bereken de schadevergoeding bij onderverzekering.

  •  Antwoord: (35.000 : 50.000) x 17.500 =  € 12250,=

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten.
Maak de opdrachten 7 t/m 10.
Lees ook eerst zelf de theorie goed door...


Bespreken.
timer
15:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies