KT1: Kapitel 2: vraagwoorden, hoofdletters en getallen

Fragewörter
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fragewörter

Slide 1 - Tekstslide

even checken!
Vul jij het juiste vraagwoord in?

Slide 2 - Tekstslide

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

waarheen = wohin

waarvandaan = woher

hoe = wie

wanneer = wann

waarom = warum

welk(e) = welche

Slide 3 - Tekstslide

........ groß bist du ? Ich bin 1.70.
A
wie
B
wer
C
wo
D
wann

Slide 4 - Quizvraag

________ spät ist es ? Es ist halb 10.
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 5 - Quizvraag

______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche

Slide 6 - Quizvraag

..... wohnst du ?
A
Wer
B
Wie
C
Woher
D
Wo

Slide 7 - Quizvraag

.... heißt das neue Mädchen ?
A
was
B
wer
C
wie
D
wo

Slide 8 - Quizvraag

.... ist dein Trainer ?
A
was
B
wann
C
wie
D
wer

Slide 9 - Quizvraag

..... hast du nicht gewartet ?
A
wieso
B
warum
C
welche
D
woher

Slide 10 - Quizvraag

Großschreibung

Slide 11 - Tekstslide

der liebe vater of der liebe Vater
A
der liebe vater
B
der liebe Vater

Slide 12 - Quizvraag

maanden, dagen, jaargetijden
A
wel hoofdletter
B
geen hoofdletter

Slide 13 - Quizvraag

schule of Schule
A
schwester
B
Schwester

Slide 14 - Quizvraag

hund of Hund
A
hund
B
Hund

Slide 15 - Quizvraag

die Zahlen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

11

Slide 18 - Open vraag

9

Slide 19 - Open vraag

16

Slide 20 - Open vraag

17

Slide 21 - Open vraag

Die Uhrzeiten

Slide 22 - Tekstslide

11.20
A
Es ist zehn vor halb elf
B
Es ist zehn vor halb zwölf
C
Es ist zehn nach halb zwölf
D
Es ist zehn nach halb elf.

Slide 23 - Quizvraag

9.15
A
Es ist Viertel vor neun
B
Es ist Viertel nach acht
C
Es ist Viertel nach nine
D
Es ist Viertel nach neun

Slide 24 - Quizvraag

16.45
A
Es ist Viertel vor sechs
B
Es ist fünfzehn vor vier
C
Es ist Viertel nach fünf
D
Es ist Viertel vor fünf.

Slide 25 - Quizvraag

8.30
A
Es ist halb acht
B
Es ist half neun
C
Es ist halb neun
D
Es ist half acht

Slide 26 - Quizvraag

16.15
A
Es ist Viertel nach fünf
B
Es ist Viertel vor vier
C
Es ist Viertel vor fünf
D
Es ist Viertel nach vier

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Wat zijn Plätzchen ?

Slide 29 - Open vraag

Welke dieren kwam je tegen ?

Slide 30 - Open vraag

0

Slide 31 - Video

Wat bestelt de jongen?
A
Appeltaart
B
Pepermunttaart
C
Cheescake
D
geen taart

Slide 32 - Quizvraag

0

Slide 33 - Video

Wat betekent Guten Apetit?
A
goed gekozen
B
eet smakelijk
C
veel plezier

Slide 34 - Quizvraag

0

Slide 35 - Video

Waarom kan de serveerster de 50 euro niet aannemen?
A
ze mag geen 50 euro aannemen
B
het is een vals briefje van 50 euro
C
ze heeft niet genoeg wisselgeld

Slide 36 - Quizvraag