Thema arm en rijk: Nederland

Thema arm en rijk: Nederland
1 / 87
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 87 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema arm en rijk: Nederland

Slide 1 - Tekstslide

De brug 1. Arm en rijk in de wereld

Thema arm en rijk 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt welvaart en welzijn in gebeden met elkaar vergelijken. 
  • Je kunt uitleggen hoe welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  • Je kunt op een kaart een driedeling maken op basis van de welvaart. 

Slide 3 - Tekstslide

Welvaart
Lezen Tekst blz. 10

Slide 4 - Tekstslide

Wat is welvaart?

Slide 5 - Open vraag

Wat is bbp per hoofd?
A
Alles wat in een jaar verdiend word gedeeld door de mensen
B
Alles wat jij verdiend per jaar
C
Alles wat jou provincie verdiend per jaar
D
Alles wat Europa verdiend per jaar

Slide 6 - Quizvraag

Koopkracht:
A
Hoeveel geld je hebt
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen voor 1 dollar/euro
C
Hoeveel spaargeld je hebt

Slide 7 - Quizvraag

De armoedegrens is
A
Genoeg geld om naar school te kunnen
B
Genoeg geld om te kunnen eten
C
Genoeg geld voor voedsel, kleding en onderdak
D
5 $ per dag

Slide 8 - Quizvraag

Werkgelegenheid is:
A
de vraag naar arbeidskrachten
B
het totaal van alle mensen die een baan zoeken.
C
het aanbod van arbeidskrachten.
D
de ontmoetingsplaats van werkgevers en werknemers.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de formele en informele sector?

Slide 10 - Open vraag

Welzijn
Lezen Tekst blz. 11

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is Welzijn
A
onderwijs, hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven (alfabetiseringsgraad)
B
gezondheid, hoe oud mensen worden (levensverwachting)
C
Koopkracht, hoeveel geld je hebt
D
alle drie de antwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Levensverwachting
A
Het gemiddeld te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd
B
Samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen
C
Verdeling van mensen over een land of gebied
D
Gemiddeld aantal inwoners per km²

Slide 14 - Quizvraag

Arm en rijk in de wereld
Lezen Tekst blz. 11

Slide 15 - Tekstslide

Op welke drie categorieën kun je de wereld globaal indelen als het gaat om arm en rijk?

Slide 16 - Open vraag

Thema arm en rijk: Nederland
opdracht maken

Slide 17 - Tekstslide

De brug 2. Regionale verschillen 

Thema arm en rijk 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke regionale verschillen er in Nederland zijn in welvaart, woonomgeving en gezondheid. 
  • Je kunt het verband uitleggen tussen opleiding, manier van leven en gezondheid.
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met lagere en hogere levensverwachting. 

Slide 19 - Tekstslide

Regionale verschillen in welvaart 
Lezen Tekst blz. 12

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bnp en brp?

Slide 23 - Open vraag

Sociale ongelijkheid is...
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 24 - Quizvraag

regionale verschillen in woonomgeving 
Lezen Tekst blz. 13

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de bebouwingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er op 1 vierkante km wonen
B
Het aantal stoeptegels in een wijk
C
Het aantal gezinnen dat op 1 vierkante km woont
D
Het aantal huizen per vierkante km

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken wat de kwaliteit van de leefomgeving kan doen dalen?

Slide 27 - Open vraag

Regionale verschillen in gezondheid 
Lezen Tekst blz. 13

Slide 28 - Tekstslide

Wat kan de relatie zijn tussen het inkomen in een regio en de gezondheid van mensen?

Slide 29 - Open vraag

De brug 3: Regionale verschillen 

Thema arm en rijk 

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent een aantal bewonerskenmerken.
  • Je begrijpt de samenhang tussen buurt- en bewonerskenmerken.
  • Je kunt aan de hand van buurtkenmerken uitspraken doen over de bewoners en andersom. 

Slide 31 - Tekstslide

Bewoners
Lezen Tekst blz. 14

Slide 32 - Tekstslide

Op welke twee manieren kun je buurten wijken omschrijven?

Slide 33 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een bewonerskenmerk om een buurt of wijk te beschrijven

Slide 34 - Open vraag

Wat betekent pluriforme samenleving
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving van meerdere culturen en leeftijden
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met veel segregatie

Slide 35 - Quizvraag

Bebouwing 
Lezen Tekst blz. 15

Slide 36 - Tekstslide

Wat kan de bebouwing zeggen over een wijk of buurt?

Slide 37 - Open vraag

Openbare ruimte
Lezen Tekst blz. 15

Slide 38 - Tekstslide

Thema arm en rijk: Buurtkenmerken 


Opdracht maken - Digitaal
Maken 1 tm 6

Slide 39 - Tekstslide

1.1 Verandering in woonbuurten
Thema arm en rijk 

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van woonbuurten uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe en waarom woonbuurten veranderen.
  • Je kunt aan de hand van woningsoorten en woningtype onderscheid maken tussen woonbuurten. 

Slide 41 - Tekstslide

Veranderingen in de samenleving
Lezen Tekst blz. 18

Slide 42 - Tekstslide

Noem twee oorzaken waardoor het vanaf de jaren 1970 aantrekkelijker werd voor mensen om buiten de stad te gaan wonen?

Slide 43 - Open vraag

Noem 4 zaken die belangrijk waren voor de mensen die naar een nieuwe woonomgeving gingen.

Slide 44 - Open vraag

De woonomgeving past zich aan
Lezen Tekst blz. 18

Slide 45 - Tekstslide

Op welke twee manieren probeerde gemeentes verpauperde buurten aan te pakken?

Slide 46 - Open vraag

Renoveren is
A
platgooien en nieuwbouwen
B
opknappen van huizen
C
opkopen van huizen door rijke mensen
D
Ouder wordende bevolking

Slide 47 - Quizvraag

Wat is sanering?


A
Het afbreken van een wijk door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
B
Het verbeteren van een stad door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
C
Het verbeteren van een woning door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
D
Het verbeteren van een wijk door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.

Slide 48 - Quizvraag

In en uit de stad
Lezen Tekst blz. 19

Slide 49 - Tekstslide

Wat is gentrificatie?
A
Het opwaarderen van een woonwijk waardoor rijkere mensen in de wijk komen wonen
B
het verslechteren van een wijk, waardoor er meer kansarmen komen wonen.
C
Het opwaarderen van een wijk buiten de steden.
D
Door suburbanisatie komen er meer rijke mensen wonen in de stad.

Slide 50 - Quizvraag

Geef een voordeel en een nadeel van gentrificatie

Slide 51 - Open vraag

Opdrachten maken 
1.1 Verandering in woonbuurten
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 20 en 21
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 52 - Tekstslide

1.1 Verandering in woonbuurten
Thema arm en rijk 

Slide 53 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van woonbuurten uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe en waarom woonbuurten veranderen.
  • Je kunt aan de hand van woningsoorten en woningtype onderscheid maken tussen woonbuurten. 

Slide 54 - Tekstslide

Wat betekent 'verpauperen'?
A
vooruitgaan
B
in verval raken
C
stappen zetten
D
ontwikkelen

Slide 55 - Quizvraag

wat is mobiliteit?
A
de mogelijkheid om je ter verplaatsen
B
alle vervoersmiddelen
C
het verkeer
D
telefoons

Slide 56 - Quizvraag

Noem 4 zaken die belangrijk waren voor de mensen die naar een nieuwe woonomgeving gingen.

Slide 57 - Open vraag

Wat is het verschil tussen renoveren en saneren?

Slide 58 - Open vraag

Geef een voordeel en een nadeel van gentrificatie

Slide 59 - Open vraag

Opdrachten maken 
1.1 Verandering in woonbuurten
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 20 en 21
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 60 - Tekstslide

1.2 De positie van Nederland binnen Europa

Thema arm en rijk 

Slide 61 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de positie van NL is binnen Europa op het gebied van welvaart en kwaliteit van de leefomgeving.
  • Je kunt op een kaart van Europa patronen van welvaart en leefomgeving aanwijzen. 

Slide 62 - Tekstslide

Welvaart 
Lezen Tekst blz. 22

Slide 63 - Tekstslide

Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat Nederland goed scoort binnen Europa op het gebied van welvaart.

Slide 64 - Open vraag

Kwaliteit woonomgeving 
Lezen Tekst blz. 22

Slide 65 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat Nederland wat minder scoort op het gebied van de leefomgeving.

Slide 66 - Open vraag

Nederland binnen Europa: Gezondheid
Lezen Tekst blz. 23

Slide 67 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een welvaartsziekte?

Slide 68 - Open vraag

Opdrachten maken 
1.2 De positie van NEderland binnen Europa
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 23 en 24
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 69 - Tekstslide

1.2 De positie van Nederland binnen Europa

Thema arm en rijk 

Slide 70 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de positie van NL is binnen Europa op het gebied van welvaart en kwaliteit van de leefomgeving.
  • Je kunt op een kaart van Europa patronen van welvaart en leefomgeving aanwijzen. 

Slide 71 - Tekstslide

Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat Nederland goed scoort binnen Europa op het gebied van welvaart.

Slide 72 - Open vraag

Geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat Nederland wat minder scoort op het gebied van de leefomgeving.

Slide 73 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een welvaartsziekte?

Slide 74 - Open vraag

Slide 75 - Video

Opdrachten maken 
1.2 De positie van NEderland binnen Europa
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 23 en 24
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 76 - Tekstslide

1.3 Wat doet de overheid? 

Thema arm en rijk 

Slide 77 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat welke maatregelen de overheid kan treffen om de leefomgeving te verbeteren
  • Je weet hoe de overheid de gezondheid van mensen probeert te bevorderen
  • Je kunt uitleggen welke invloed de overheid heeft op de welvaart in Nederland

Slide 78 - Tekstslide

De weg naar een gezonde omgeving

Lezen Tekst blz. 26

Slide 79 - Tekstslide

Slide 80 - Tekstslide

Welke drie overheidslagen hebben we in Nederland?

Slide 81 - Open vraag

Geef voor elke laag een voorbeeld hoe ze invloed hebben op de leefomgeving

Slide 82 - Open vraag

Veilig en gezond leven
Lezen Tekst blz. 26

Slide 83 - Tekstslide

Geef een voorbeeld wat de overheid kan doen/doet om te zorgen voor goede gezondheidszorg

Slide 84 - Open vraag

De overheid en welvaart
Lezen Tekst blz. 26

Slide 85 - Tekstslide

Hoe draagt de overheid bij aan de welvaart?

Slide 86 - Open vraag

Opdrachten maken 
1.3 Wat doet de overheid
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 28 en 29
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 87 - Tekstslide