Examentraining H5 + Se stof

Examentraining gedrag
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Examentraining gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Ornaat-elfjes zijn vogels die in Australië leven. De veren zijn bruin. Alleen in de voortplantingstijd hebben de mannetjes een opvallende blauwe kleur op de kop, de rug en de staart. De blauwe kleur speelt een rol bij het lokken van een vrouwtje voor de voortplanting.Hoe heet dit voortplantingsgedrag?

Slide 2 - Open vraag

Tien dagen nadat het vrouwtje eieren heeft gelegd, begint zij te zingen terwijl ze in het nest op de eieren zit. Elk vrouwtje zingt in de broedperiode haar eigen speciale melodie die in de eieren te horen is. De eieren komen na vijftien dagen broeden uit. Als het eerste ei uitkomt, stopt het vrouwtje met zingen. Nadat een jong uit het ei gekomen is, zingt het een melodie die alleen door de eigen moeder herkend wordt. Alleen als de moeder de juiste melodie hoort, geeft ze het jong voedsel.
Wat is de inwendige prikkel voor het jong om die melodie te zingen?

Slide 3 - Open vraag

In een tuinvijver bij een huis zat een eend op haar nest te broeden vlakbij een stenen beeld van een gans. Toen de bewoonster op een dag thuis kwam, was de moedereend dood en stonden de pas uit het ei gekomen jonge eendjes in een groepje bij het beeld. De eendjes zijn niet weg te slaan bij de stenen gans. De bewoonster van het huis is de hele dag druk aan het voeren. De eendjes groeien dan ook goed, maar blijven in de buurt van het beeld. Meteen na het uitkomen van de eieren hebben de jonge eendjes geleerd het beeld voor hun moeder aan te zien. Hoe heet dit leerproces?

Slide 4 - Open vraag

Spechten kloppen met hun snavel op stammen en takken van bomen. Dit wordt roffelen genoemd. Een specht roffelt om het gebied af te bakenen waarin de vogel voedsel zoekt. Ook roffelt een mannetje om een vrouwtje te lokken.
In de informatie hierboven worden twee typen sociaal gedrag beschreven waarbij het roffelen van een specht een rol speelt. Schrijf de namen op van deze twee typen gedrag.

Slide 5 - Open vraag

Mannelijke spechten roffelen om vrouwtjes te lokken. Bij de ene spechtensoort klinkt dit roffelen anders dan bij de andere spechtensoort. Leg uit wat de functie is van de verschillen tussen het roffelen.

Slide 6 - Open vraag

Siep vraagt aan zijn biologiedocent of spechten het roffelen leren van volwassen soortgenoten. Zijn docent geeft hem de opdracht om een werkplan te maken voor een onderzoek waarmee dit nagegaan zou kunnen worden. Siep bedenkt dat voor zo’n onderzoek een geluidsopname nodig is van het roffelen van een volwassen specht. Ook zijn er tien jonge soortgenoten nodig die net uit het ei gekomen zijn en nog nooit spechten hebben horen roffelen. Deze jonge spechten moeten tijdens het onderzoek op kunnen groeien zonder andere spechten in hun omgeving. Schrijf een werkplan op voor zo’n onderzoek.

Slide 7 - Open vraag

De afbeeldingen zijn versleepbaar.
Eén van de drie tabellen is
een ethogram. Welke tabel is dat?
A
Tabel 1
B
Tabel 2
C
Tabel 3

Slide 8 - Quizvraag

De onderzoekers gebruiken de resultaten uit
tabel 3 om de rangorde van de vijf vrouwtjes te
bepalen. De plaats in de rangorde geven ze aan
met de cijfers 1 tot en met 5, waarbij het cijfer 1 de
hoogste rang aangeeft en het cijfer 5 de laagste.
Schrijf de naam op van het vrouwtje dat in de
rangorde het cijfer 4 heeft.

Slide 9 - Open vraag

Konrad Lorenz bestudeerde in de vorige eeuw het gedrag van dieren. Hij zag dat jonge ganzen die net uit het ei gekomen zijn, altijd hun moeder volgen. Hij deed een experiment waarbij hij ervoor zorgde dat jonge ganzen alleen hem zagen bewegen als ze uit hun eieren gekomen waren. Deze jongen volgden hem alsof hij hun moeder was. De jonge ganzen hadden geleerd om Lorenz als hun ‘moeder’ te beschouwen.
Hoe heet dit leergedrag?

Slide 10 - Open vraag

Het voedsel van volwassen roofvliegen bestaat uit insecten zoals bijen. Als roofvliegen een prooi gevangen hebben, bijten ze die en brengen ze een dodelijk gif in het insect. Als een mannetje met een vrouwtje wil paren, lokt hij haar door zo’n prooi aan te bieden. Dit aanbieden van een prooi maakt deel uit van het voortplantingsgedrag.
Hoe wordt dit deel van het voortplantingsgedrag genoemd, waarbij het mannetje een vrouwtje lokt?

Slide 11 - Open vraag

In 1935 bedreigde een keverplaag de teelt van suikerriet in Australië. Om de kevers te bestrijden werden giftige reuzenpadden ingevoerd vanuit Hawaï. Nadat de padden waren losgelaten, hebben ze zich snel over Australië
verspreid. Sommige vogels en reptielen in Australië jagen op de reuzenpadden omdat ze op grote kikkers lijken. Maar de padden zijn erg giftig en het is daarom zeer gevaarlijk om de padden te eten.
Wat is voor vogels en reptielen de inwendige prikkel om op de reuzenpadden te jagen?

Slide 12 - Open vraag

Er zijn vogels en reptielen die de reuzenpadden met rust laten. Deze dieren hebben geleerd dat ze ziek worden als ze zo’n pad eten. Hoe heet deze vorm van leren?
A
Trial and error
B
gewenning
C
Inprenting

Slide 13 - Quizvraag

Om het gedrag van poetsvissen te onderzoeken wordt nog een experiment gedaan. In een aquarium met een poetsvis wordt een schaaltje gezet. Op dit schaaltje ligt zowel garnalenpasta als een ander soort vissenvoer dat poetsvissen minder graag eten. Steeds als de poetsvis van de garnalenpasta eet, wordt het schaaltje met voedsel weggetrokken. Als de vis van het andere voer eet, blijft het schaaltje staan. Na verloop van tijd heeft de poetsvis geleerd om alleen van het minder aantrekkelijke vissenvoer te eten.
Hoe wordt deze manier van leren genoemd?

A
Inprenting
B
Trial and error
C
gewenning
D
conditionering

Slide 14 - Quizvraag

Anthocyaan is een paarse kleurstof die voorkomt in bloemen van veel planten, bijvoorbeeld van de grote leeuwenbek. De kleurstof bevindt zich in de vacuole van bloemcellen.Welke letter geeft een plaats aan waar zich anthocyaan bevindt?
A
Letter Q
B
Letter T
C
Letter S
D
Letter R

Slide 15 - Quizvraag

Een korstmos bestaat uit schimmeldraden waartussen eencellige algen leven. Deze eencellige plantjes hebben licht nodig voor de fotosynthese. De twee stoffen die ze hierbij maken, worden ook door de schimmeldraden opgenomen en gebruikt. Schrijf de namen van deze twee stoffen op

Slide 16 - Open vraag

Heeft een schimmelcel van een korstmos een celmembraan? En heeft zo’n cel een celwand?
A
ALleen een celmembraan
B
Alleen een celwand
C
Zowel een celmembraan als een celwand
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quizvraag

Een functie van een huidmondje is gaswisseling. Op een zonnige dag gaat een gas via een huidmondje het blad in. Cellen van het blad nemen dit gas op en gebruiken het voor de fotosynthese.
Hoe heet dit gas?

Slide 18 - Open vraag

6. Eén van de gassen in een wind is koolstofdioxide. Dit gas ontstaat als bacteriën glucose afbreken met behulp van zuurstof. Bij dit proces komt energie vrij. Geef de naam van dit stofwisselingsproces

Slide 19 - Open vraag

9. Een hengelaarvis eet alleen dierlijk voedsel. Planten komen niet voor in de bodem van de oceaan waar de hengelaarvis leeft. Leg uit waardoor daar geen planten kunnen leven.

Slide 20 - Open vraag

10. Bij planten komt ook een vorm van albinisme voor. Sommige planten hebben geen bladgroenkorrels en hebben witte bladeren (zie de afbeelding). Hierdoor ontbreekt bij deze witte planten een bepaald stofwisselingsproces.
Geef de naam van dit stofwisselingsproces.

Slide 21 - Open vraag