Vraag: Heb je wel eens straf gehad? Was deze straf terecht?
Slide 2 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
(optioneel) Vraag: Met welke reden kreeg je straf?
Slide 3 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
(optioneel) Vraag: Was het een goede straf? Wat heb je er aan gehad?
Slide 4 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
Vraag: Wat voor straffen bestaan er?
Slide 5 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
Vraag: Wat is de ergste straf die je kan krijgen?
Slide 6 - Tekstslide
Soorten straffen
Bij een veroordeling zijn er drie soorten straffen
Een hoofdstraf (geldboete, gevangenisstraf, taakstraf)
Een bijkomende straf (bijvoorbeeld rijbewijs inleveren)
Een speciale maatregel (bijvoorbeeld een schadevergoeding betalen)
Slide 7 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
Vraag: Wanneer is iets een goede straf?
Slide 8 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
Vraag: Wat is het doel van een straf?
Slide 9 - Tekstslide
Het doel van straffen
Het boek geeft verschillende doelen van straffen:
• afschrikking
• de dader moet zijn of haar gedrag verbeteren
• de samenleving veiliger maken
• voorkomt eigenrichting
• vergelding
Slide 10 - Tekstslide
Casus
Slide 11 - Tekstslide
Les 1 - Straf
Pak een wisbordje
Vraag: Zou de juwelier straf moeten krijgen? Waarom wel of niet? Wat voor straf is eventueel gepast?
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Ga aan het werk met het werkblad over straffen.
Overleg binnen de eigen tafelgroep. Zorg er voor dat je duidelijk op schrijft waarom iemand wel of geen straf zou moeten krijgen. We gaan de antwoorden straks bespreken in de kring.
Zijn jullie klaar? Lees paragraaf 5.6 in het lesboek in stilte.
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Situatie 1
Na het uitgaan ben je met een vriend een fiets aan het openmaken in een straat waar verder niemand is. Er loopt een man op je vriend af die dronken naar hem schreeuwt en dreigende bewegingen maakt. Je bent heel goed in karate en geeft de man een paar keiharde trappen, waardoor hij bewusteloos op straat valt. Jullie laten hem liggen en fietsen weg.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Situatie 2
Er is een gevecht op de kermis. Je loopt er naar toe om te kijken en krijgt een klap tegen je schouder. Je gaat er vol in en slaat er flink op los. Er vallen verschillende gewonden bij het gevecht, sommigen moeten naar het ziekenhuis. De politie grijpt in, jij en een paar anderen worden aangehouden.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Situatie 3
Na het uitgaan zoek je ’s nachts je fiets in de stad. Op de plek waar je ‘m had neergezet ligt alleen nog je slot, je fiets is gejat. Er komt een zwerver aan met een fiets in zijn hand. Hij zegt: fiets kopen, tien euro?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Soorten straffen (aantekening)
Bij een veroordeling zijn er drie soorten straffen
Een hoofdstraf (geldboete, gevangenisstraf, taakstraf)
Een bijkomende straf (bijvoorbeeld rijbewijs inleveren)
Een speciale maatregel (bijvoorbeeld een schadevergoeding betalen)
Slide 20 - Tekstslide
Het doel van straffen (aantekening)
Het boek geeft verschillende doelen van straffen:
• afschrikking
• de dader moet zijn of haar gedrag verbeteren
• de samenleving veiliger maken
• voorkomt eigenrichting
• vergelding
Slide 21 - Tekstslide
Aan het werk.
Lees hoofdstuk 5.6 in stilte door.
Maak in het werkboek de volgende opdrachten: 1, 3, 4, 6, 9, 10, 13.
