Nieren en urinewegen

AFP periode 6
Week 3: urinewegen
Week 4: urinewegen, herkansing AFP3
Week 5: seksualiteit
Week 6: seksualiteit
Week 7: hormonen (endocrinologie)
Week 8: hormonen (endocrinologie)
Week 9: klinisch redeneren??
Week 10: afsluitweek 
  
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

AFP periode 6
Week 3: urinewegen
Week 4: urinewegen, herkansing AFP3
Week 5: seksualiteit
Week 6: seksualiteit
Week 7: hormonen (endocrinologie)
Week 8: hormonen (endocrinologie)
Week 9: klinisch redeneren??
Week 10: afsluitweek 
  

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je....

  • ...de anatomie van de urinewegen (globaal) tekenen.
  • ....uitleggen hoe de urinewegen/nieren werken.
  • ...de belangrijkste aandoeningen uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe verwijdert het
lichaam afvalstoffen?

Slide 3 - Woordweb

Urinewegen

Slide 4 - Tekstslide

Verwijdering van afvalstoffen
Darmen
Huid
Longen
Urinewegen/nieren

Slide 5 - Tekstslide

Het urinewegstelsel bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • Blaas
  • Urinebuis


Slide 6 - Tekstslide

Nieren spelen een belangrijke rol bij de homeostase. Wat is dat ook alweer, homeostase?
A
Therapie gebaseerd op kruiden en verdunningen
B
Homoseksueel
C
Evenwicht inwendige milieu lichaam
D
Twee identieke allelen

Slide 7 - Quizvraag

Nieren en homeostase
Nieren spelen een belangrijke rol bij de homeostase =
instandhouding van het inwendige milieu van het lichaam.
Nieren zijn de belangrijkste uitscheidingsorganen.

Slide 8 - Tekstslide

Functies van de nieren
  1. Ze verwijderen de afvalstoffen die in het bloed terecht komen vanuit de voeding en de afbraakprocessen in ons lichaam.
  2. Ze verwijderen het teveel aan vocht.
  3. Ze verwijderen elektrolyten (natrium, kalium, fosfor, calcium, ...).

Slide 9 - Tekstslide

Maar nieren doen nog meer...
  1. Ze helpen bij het regelen van de bloeddruk: a. evenwicht tussen water en zout en b. productie van een aantal hormonen die de bloeddruk regelen.
  2. Ze maken het hormoon erythropoëtine (EPO) aan. EPO is nodig om het beenmerg te stimuleren om rode bloedcellen aan te maken.
  3. Ze regelen de zuurtegraad van het lichaam.

Slide 10 - Tekstslide

Waar in het lichaam liggen de nieren?
  • Zo groot als een vuist (idem hart)
  • Boonvormig, 12 cm lang en +/- 160 gram
  • Rechts ligt iets lager dan links (door de lever)
  • Omgeven door een vetkapsel = bescherming (tegen o.a. trillingen).

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van de nieren van buiten naar binnen
  1.   Kapsel
Het kapsel is een laag stevig bindweefsel dat de buitenkant van de nieren vormt. Het kapsel beschermt de nier, samen met de vetlaag eromheen. 
2. Nierschors 
De nierschors ziet er gespikkeld uit. Dat komt doordat het weefsel bestaat uit een kluwen haarvaatjes (glomeruli) (omhult door het kapsel van Bowman). Hier wordt het bloed gefilterd.



3 Niermerg

Het niermerg ligt onder de nierschors. Dit merg bestaat uit buisjes die met de punten naar het nierbekken zijn gericht. Niermerg noem je ook wel piramidelaag omdat het merg driehoekig is.



4 Nierbekken

De holte aan de binnenkant van de nieren noem je het nierbekken. Het nierbekken vangt de gevormde urine op. Aan het einde van het nierbekken ligt de nierpoort. Op deze plek komen de bloedvaten in en uit de nier.

Slide 12 - Tekstslide

Nefron

Slide 13 - Tekstslide

3. Niermerg
Het niermerg ligt onder de nierschors. Dit merg bestaat uit verzamelbuisjes (tubelus). De tubelus gaat over in een lus (lis van Henle).

Slide 14 - Tekstslide

4. Nierbekken
De holte aan de binnenkant van de nieren noem je het nierbekken. Het nierbekken vangt de gevormde urine op. Aan het einde van het nierbekken ligt de nierpoort. Op deze plek komen de bloedvaten in en uit de nier.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vanuit de nieren,
 via urineleider,
 naar blaas.

Hoeveel urine kan de blaas hebben?


Slide 17 - Tekstslide

Urinelozing
Mictie = lozen van urine = het plassen.
~ 4 tot 8 keer per etmaal.

Mictie-reflex: aandrang om de blaas te legen:



Slide 18 - Tekstslide

Mictie

Mictiereflex:
aandrang om de blaas te legen:

Blaas vult --> prikkeling blaaswand --> zenuw --> hersenen-->  reflex aandrang --> samentrekken blaas --> plassen


Slide 19 - Tekstslide

Waar in de nieren wordt het bloed gefilterd?
A
Nierkapsel
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Nierbekken

Slide 20 - Quizvraag

Waar in de nieren wordt de urine opgevangen?
A
Nierkapsel
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Nierbekken

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel urine kan de blaas bevatten?
A
250 ml
B
500 ml
C
1 liter
D
1,5 liter

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Urine
Urine bestaat uit:
- Afvalstoffen ( Ureum, creatinine, urinezuur)
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen (medicijnen)


Slide 24 - Tekstslide

Observatie urine
Frequentie
Hoeveelheid
Kleur
Geur
Helderheid

Slide 25 - Tekstslide

Veelvoorkomende aandoeningen
  • Urineweginfecties
  • Pyelonefritis
  • Urolithiasis
  • Nierinsufficiëntie

Slide 26 - Tekstslide

Urineweginfectie (UWI) of cystitis
  • Blaasontsteking
  • Urine steriel, soms bacteriën in blaas.



Slide 27 - Tekstslide

Urineweginfectie (UWI) 
Symptomen:
- Pijn bij het plassen
- Kleine beetjes plassen
- Vaak plassen
- "vieze" urine
- Koorts
- Pijn in buik/onderrug



Slide 28 - Tekstslide

Vrouwen hebben vaker last van UWI dan mannen. Waarom is dat?
A
Mannen zijn hygiënischer
B
Mannen hebben een kortere urinebuis
C
Vrouwen hebben een kortere urinebuis
D
Vrouwen hebben een langere urinebuis

Slide 29 - Quizvraag

Urineweginfectie (UWI) 
Behandeling:
- Mannen: altijd antibiotica

- Vrouwen: afwachten kan (max. 1 week)




Slide 30 - Tekstslide

Pyelonefritis
  • Nierbekkenontsteking

Symptomen:
- Aanhoudende pijn in zij/onderrug
- Koorts/koude rillingen
- Ziek, misselijk, braken

Slide 31 - Tekstslide

Pyelonefritis
Oorzaken:
- UWI niet opgemerkt (geen duidelijke klachten en daardoor niet behandeld) --> UWI (bacteriën!) stijgt op naar de nieren
- Urolithiasis (nierstenen)

Behandeling:
antibiotica


Slide 32 - Tekstslide

Nierstenen
Zouten/kristallen slaan in de urine neer - dit worden grotere stenen
Mogelijke relatie met voeding (bier!)


Slide 33 - Tekstslide

Nierstenen
Symptomen:
Pijn wanneer de steen loslaat of
wanneer urine langs de steen gaat.
Pijn in aanvallen (= koliekpijn):
hoog in de zij met uitstraling naar de lies
> bewegingsdrang 

Slide 34 - Tekstslide

Nierstenen
Complicatie: pyelonefritis

Behandeling:
- Stenen worden vanzelf uitgeplast: goed blijven drinken
- Pijnbestrijding met NSAID's (bijv. diclofenac)
- Bij complicaties of toename/terugkerende klachten: vergruizing

Slide 35 - Tekstslide

Nierinsufficiëntie
Onvoldoende nierfunctie

Acuut en chronisch

Acuut door b.v. ernstige vergiftiging

Chronisch: diabetes, hypertensie, infecties, auto-immuunziekte

Slide 36 - Tekstslide

Nierinsufficiëntie
Dialyse

Hemodialyse en peritoneale dialyse

Uiteindelijk: niertransplantatie

Slide 37 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je....

  • ...de anatomie van de urinewegen (globaal) tekenen.
  • ....uitleggen hoe de urinewegen/nieren werken.
  • ...de belangrijkste aandoeningen uitleggen.

Slide 38 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen behaald?
0100

Slide 39 - Poll