Les 49 & 50

Paragraaf 49 & 50
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 49 & 50

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In  een tekst staan zinnen en alinea's niet zomaar achter elkaar. Vaak hebben ze een relatie met elkaar. Zo'n relatie noem je een tekstverband. Deze verbanden herken je aan signaalwoorden. Signaalwoorden geven je een seintje: let op, er is een verband in de tekst!

Tijd: De volgorde waarin dingen gebeuren in de tekst. 
Signaalwoorden: voordat, nadat, eerst, vervolgens, daarna, toen tenslotte. 

Opsomming: Verschillende dingen die bij elkaar horen en achter elkaar worden genoemd. 
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, en, of, verder, ook, bovendien, daarnaast. 

Tegenstelling: er wordt iets gezegd en daarna het tegenovergestelde gezegd. Signaalwoorden: maar, toch, daarentegen, echter, hoewel, integendeel, aan de ene kant, aan de andere kant, enerzijds, anderzijds. 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling. Welk tekstverband is dit: 'Eerst ging ik naar de bakker en daarna naar de supermarkt.'
A
Tijd
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling. Welk tekstverband is dit: 'Ten eerste ga je een nieuw boek voor haar kopen en daarnaast bied je je excuses aan.'
A
Tijd
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 4 - Quizvraag

In een tekstje staat het signaalwoord 'maar'.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
tijdvolgorde

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een oorzaak-gevolg verband denk je?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Is dit een oorzaak of een gevolg: 'Hierdoor heeft hij zijn arm gebroken.'
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 13 - Quizvraag

Is dit een oorzaak of een gevolg: 'Hij viel van zijn fiets.'
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 14 - Quizvraag

Youri ging naar school, maar was eigenlijk verkouden.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quizvraag


Welk verband herken je?
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein. 
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Oorzaak-gevolg

Slide 16 - Quizvraag


Welk verband herken je?
We hebben Martijn gevraagd de spelregels van handbal uit te leggen omdat hij dat goed kan. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als handbalcoach. 
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Oorzaak-gevolg

Slide 17 - Quizvraag


Om welk tekstverband gaat het hier?
Ik kreeg een hapje en een drankje.
A
Reden
B
Opsomming
C
Oorzaak-gevolg
D
Tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag